VoiceOver-bewegingen gebruiken
Als je een trackpad hebt en de functie voor trackpadcommando's hebt ingeschakeld, kun je door middel van VoiceOver-bewegingen door de onderdelen op het scherm navigeren en met deze onderdelen werken.
Om trackpadcommando's in te schakelen, houd je de speciale VoiceOver-toets ingedrukt terwijl je op het trackpad met twee vingers een draaiende beweging naar rechts maakt. Om deze functie uit te schakelen, houd je de speciale VoiceOver-toets ingedrukt en maak je met twee vingers een draaiende beweging naar links.
Bij VoiceOver zijn enkele standaardbewegingen beschikbaar waarmee je door de onderdelen op het scherm kunt navigeren en met die onderdelen kunt werken. Je kunt deze bewegingen niet aanpassen.
Je kunt andere bewegingen aanpassen door er commando's van VoiceOver aan toe te wijzen.
Je kunt een rotor gebruiken om te navigeren in tekstgebieden, vensters, dialoogvensters en webpagina's, en om regelaars zoals schuifknoppen, stappenregelaars en splitters aan te passen.
Als je niet weet waar je je bevindt op het scherm, tik je driemaal. Je hoort dan welk onderdeel er in de VoiceOver-cursor staat.
Als je een vinger over het trackpad sleept en je iets hoort dat je wilt selecteren, houd je je vinger op het trackpad en tik je met een andere vinger. Dit heet 'gesplitst tikken'.
Als je VoiceOver-bewegingen gebruikt, kun je de muisknop van het trackpad niet gebruiken, tenzij je de muisknop gebruikt met een speciale toets, zoals bij Control + klikken.