Toegang tot voorzieningen instellen per gebruiker in macOS Server
Je kunt configureren welke gebruikers en groepen toegang krijgen tot je voorzieningen. Deze methode voor toegangscontrole wordt ook wel de toegangscontrolelijst voor voorzieningen (SACL) genoemd.
Je kunt groepen aanmaken voor specifieke voorzieningen of voor alle voorzieningen. Standaard kunnen alle gebruikers vanaf elk netwerkadresbereik verbinding maken met alle ingeschakelde voorzieningen.
Naast de gebruikers en groepen die je aanmaakt, kun je een aantal speciale groepen gebruiken, zoals 'Local Accounts' of 'Network Accounts', indien beschikbaar.
Standaardtoegang instellen
Selecteer je server in de navigatiekolom van de app Server en klik op 'Toegang'.
Klik op het venstermenu 'Sta verbindingen toe van' en kies 'alleen bepaalde gebruikers'.
Voer in het paneel met gebruikers en groepen een gebruikers- of groepsnaam in.
Om meer gebruikers of groepen toe te voegen, klik je op de knop met het plusteken en voer je nog een naam in.
Als je alle gewenste gebruikers en groepen hebt toegevoegd, klik je op 'OK'.
Aangepaste toegang instellen
Selecteer je server in de navigatiekolom van de app Server en klik op 'Toegang'.
Klik op de knop met het plusteken onder de lijst 'Aangepaste toegang' en selecteer de gewenste voorziening.
Voor sommige voorzieningen zijn naast het venstermenu voor gebruikerstoegang ook nog andere configureerbare instellingen beschikbaar in dit paneel.
Klik op het venstermenu 'Sta verbindingen toe van' en kies 'alleen bepaalde gebruikers'.
Voer in het paneel met gebruikers en groepen een gebruikers- of groepsnaam in.
Om meer gebruikers of groepen toe te voegen, klik je op de knop met het plusteken en voer je nog een naam in.
Als je alle gewenste gebruikers en groepen hebt toegevoegd, klik je op 'OK'.