Extern beheer inschakelen voor Remote Desktop
Om een clientcomputer te beheren, moet je extern beheer inschakelen voor die computer. Je kunt dit doen door op elke computer naar Systeemvoorkeuren te gaan.
Voor elke clientcomputer kun je ook voorkeuren instellen die de externe toegang beperken tot bepaalde gebruikers of taken. Daarnaast kun je andere instellingen wijzigen, bijvoorbeeld voor de statusweergave van extern beheer in de menubalk of voor een wachtwoord dat moet worden ingevoerd om het scherm te kunnen besturen.
Als extern beheer is ingeschakeld, heb je geen toegang tot de computer, maar kun je wel bepalen wie er toegang tot de computer heeft. Nadat je extern beheer hebt ingeschakeld, definieer je Remote Desktop-beheerders voor de computer. Zie Toegangsbevoegdheden instellen voor informatie.
Opmerking: Ter verbetering van de beveiliging in macOS 10.14 en nieuwer kun je via schermdeling een externe Mac alleen nog bekijken en niet meer bedienen als je de commandoregeltool kickstart
gebruikt om extern beheer op een Mac in te schakelen. Als je de externe Mac wilt kunnen bekijken en bedienen via schermdeling, open je Systeemvoorkeuren op de doel-Mac, klik je op 'Delen' en schakel je het aankruisvak 'Extern beheer' in. Als 'Extern beheer' al is ingeschakeld, schakel je het aankruisvak uit en vervolgens weer in. In macOS 12.1 of nieuwer kan schermdeling niet met de commandoregeltool kickstart
worden ingeschakeld. Je kunt een MDM-oplossing (Mobile Device Management) gebruiken om extern beheer in te schakelen. Zie het Apple Support-artikel Extern beheer inschakelen in macOS met MDM.
Extern beheer in- of uitschakelen via Systeemvoorkeuren
Kies op de clientcomputer Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik vervolgens op 'Delen'.
Als je het symbool van een hangslot ziet, klik je op het hangslot en voer je de gebruikersnaam en het wachtwoord in van een gebruiker met beheerdersbevoegdheden voor de computer.
Schakel het aankruisvak 'Extern beheer' in of uit.
Extern beheer uitschakelen via de commandoregel
Je hebt beheerdersbevoegdheden nodig op de clientcomputer om deze taak te kunnen uitvoeren.
Voer in Remote Desktop het volgende commando in om extern beheer uit te schakelen en eerder beschikbare inlognamen ongeldig te maken:
sudo /System/Library/CoreServices/RemoteManagement/ARDAgent.app/Contents/Resources/kickstart -deactivate