VoiceOver gebruiken om een Pages-document te maken op de Mac
Je kunt een Pages-document op je Mac aanmaken met behulp van VoiceOver, een geavanceerde schermlezer waarmee je op je apparaat kunt werken zonder dat je het scherm kunt zien. Begin met een vooraf gedefinieerde sjabloon met plaatsaanduidingen voor tekst, diagrammen en afbeeldingen en voeg daar je eigen inhoud aan toe. De lettertypen, tekststijlen en kleuren in een sjabloon zijn op elkaar afgestemd, zodat het document een consistente vormgeving heeft.
Opmerking: "VO" staat voor de speciale VoiceOver-toets.
Een sjabloon kiezen
Je kunt een sjabloon kiezen uit verschillende categorieën zoals brieven, verslagen en boeken. Als je bijvoorbeeld een flyer wilt maken om een speciaal evenement aan te kondigen, kun je 'Poster evenement klein' kiezen in de categorie 'Flyers en posters'. Je kiest een sjabloon in de sjabloonkiezer.
Druk in Pages op de Mac op VO + M om naar de menubalk te gaan, navigeer naar 'Archief' > 'Nieuw' en druk op de Return-toets.
De sjabloonkiezer wordt geopend.
Voer een van de volgende stappen uit:
Uit alle sjablonen kiezen: Druk op VO + Pijl-links om naar de lijst met categorieën in de sjabloonkiezer te navigeren. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om de lijst te activeren.
Een sjabloon uit een bepaalde categorie kiezen, zoals 'Verslagen' of 'Curriculum vitae': Druk op VO + Pijl-links om naar de tabel met sjablooncategorieën te navigeren. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om de tabel te activeren. Druk op VO + Pijl-omlaag om door de lijst met categorieën te scrollen totdat je de gewenste categorie hoort. Druk vervolgens op VO + J om naar de sjablonen in die categorie te gaan.
Om door de verschillende sjablonen te navigeren, druk je op een van de pijltoetsen. Druk op de Return-toets om een sjabloon te selecteren.
Je eigen tekst toevoegen
Documentsjablonen bevatten plaatsaanduidingen voor titels, kopteksten, hoofdtekst en andere tekstelementen. Je kunt alle plaatsaanduidingen in het lay-outgebied vervangen door je eigen tekst.
Open een document in Pages op de Mac en druk op VO + U om de rotor te openen.
Druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts totdat je "Vensterspots" hoort. Druk vervolgens op de toets Pijl-omlaag totdat je "inhoud - Document lay-outgebied" hoort.
Om het lay-outgebied te selecteren, druk je op de Return-toets. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om het gebied te activeren.
Om naar de pagina te scrollen waarop de tekst staat die je wilt vervangen, druk je op VO + Pijl-omhoog of VO + Pijl-omlaag. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om de pagina te activeren.
Druk op VO + Pijl-rechts of VO + Pijl-links totdat je de tekst hoort die je wilt wijzigen (bijvoorbeeld "Koptekst" of "Hoofdtekst"). Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag.
Als een tekstgroep uit meerdere regels bestaat, druk je op VO + Pijl-omhoog of VO + Pijl-omlaag om door de regels te scrollen.
Om de tekst in de VoiceOver-cursor te selecteren, druk je op VO + Shift + A.
Typ je eigen tekst.
Als je meer tekst in dezelfde groep wilt wijzigen, druk je op de VO-toets en een pijltoets om ernaartoe te navigeren. Als je een andere tekstgroep wilt wijzigen, druk je op VO + Shift + Pijl-omhoog en vervolgens op VO + Pijl-rechts of VO + Pijl-links om ernaartoe te navigeren.
Tekst opmaken
In sjablonen worden bij elkaar passende lettertypen, tekststijlen en kleuren gebruikt, maar in het lay-outgebied kun je de vormgeving van de tekst desgewenst aanpassen.
Voor sjablonen uit de categorie 'Eenvoudig', zoals 'Leeg' of 'Leeg liggend', kun je een standaardlettertype en -lettergrootte instellen die voor alle nieuwe documenten wordt gebruikt. Zie Een standaardlettertype en -lettergrootte instellen voor sjablonen uit de categorie 'Eenvoudig'.
Open een document in Pages op de Mac en druk op VO + U om de rotor te openen.
Druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts totdat je "Vensterspots" hoort. Druk vervolgens op de toets Pijl-omlaag totdat je "inhoud - Document lay-outgebied" hoort.
Om het lay-outgebied te selecteren, druk je op de Return-toets. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om het gebied te activeren.
Om naar de pagina te scrollen waarop de tekst staat die je wilt opmaken, druk je op VO + Pijl-omhoog of VO + Pijl-omlaag. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om de pagina te activeren.
Druk op VO + Pijl-rechts of VO + Pijl-links totdat je de tekst hoort die je wilt opmaken. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag.
Om de tekst in de VoiceOver-cursor te selecteren, druk je op VO + Shift + Pijl-omlaag en vervolgens op VO + Shift + A.
Om een deel van de tekst te selecteren, houd je de Shift- en Option-toets ingedrukt en druk je op de toets Pijl-links of Pijl-rechts. Daarmee selecteer je de tekst aan de linker- of rechterkant van het invoegpunt.
Druk op VO + J om naar het tabblad 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' te gaan.
Opmerking: Als je in plaats daarvan naar een andere navigatiekolom springt, kun je via de knoppenbalk naar de navigatiekolom 'Opmaak' navigeren. Druk vanuit de huidige locatie op VO + Shift + Pijl-omhoog en druk vervolgens op VO + Pijl-links om naar de knoppenbalk te navigeren. Om de knoppenbalk te activeren, druk je op VO + Shift + Pijl-omlaag. Druk vervolgens op VO + Pijl-rechts om naar de knop 'Opmaak' te navigeren. Druk op VO + spatiebalk om de knop te selecteren. Druk vervolgens tweemaal op VO + J om naar het tabblad 'Tekst' te gaan.
Als je naar een ander tabblad in de navigatiekolom 'Opmaak' springt, druk je op de toets Pijl-links of Pijl-rechts om naar het tabblad 'Tekst' te navigeren. Druk op VO + spatiebalk om het tabblad te selecteren.
Om de alineastijl te wijzigen, druk je op VO + Pijl-omlaag om naar de knop voor alineastijlen te navigeren en druk je vervolgens op VO + spatiebalk. Druk op VO + Pijl-rechts om naar de tabel met alineastijlen te navigeren. Druk op VO + Shift + Pijl-omlaag om de tabel te activeren. Druk op VO + Pijl-omlaag totdat je de gewenste stijl hoort. Druk vervolgens op VO + spatiebalk om de stijl te kiezen.
In het scrolgebied voor de tekstopmaak kun je andere tekstinstellingen wijzigen. Druk op VO + Pijl-omlaag om naar de knop 'Stijl' te navigeren. Druk vervolgens op VO + spatiebalk om de knop te selecteren. Druk op VO + Pijl-omlaag om naar het scrolgebied voor de tekstopmaak te navigeren. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om het scrolgebied te activeren. Wijzig een of meer van de volgende instellingen:
Lettertype: Druk op VO + Pijl-omlaag om naar de knop voor de lettertypefamilie te navigeren en druk vervolgens op VO + spatiebalk. Druk op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag totdat je het gewenste lettertype hoort. Druk vervolgens op VO + spatiebalk om het lettertype te kiezen.
Lettergrootte: Druk op VO + Pijl-rechts om naar het veld voor de lettergrootte te navigeren en typ vervolgens een nieuwe lettergrootte.
Lettertypestijl (zoals vet, cursief of onderstreept): Druk op VO + Pijl-omlaag om naar de groep lettertypestijlen te navigeren. Druk op VO + Shift + Pijl-omlaag om de groep te activeren. Druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts om door de lettertypestijlen te navigeren. Druk op VO + spatiebalk om de gewenste stijlen te kiezen.
Om opties als doorhalen of contour te kiezen, navigeer je naar geavanceerde opties en druk je op VO + spatiebalk.
Tekstkleur: Druk op VO + Pijl-rechts om naar de kiezer voor vooraf ingestelde vullingen te navigeren en druk vervolgens op VO + spatiebalk. Druk op de VO-toets en een pijltoets totdat je de gewenste kleur hoort. Druk vervolgens op VO + spatiebalk om de kleur te kiezen.
Zie Vormen en tekstvakken vullen met kleur of een afbeelding voor informatie over geavanceerde kleuropties.
Uitlijning: Druk op VO + Pijl-omlaag om naar de groep voor horizontale uitlijning te navigeren. Druk op VO + Shift + Pijl-omlaag om de groep te activeren. Druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts om door de uitlijnopties te navigeren. Druk op VO + spatiebalk om een optie te kiezen.
Zie Tekst uitlijnen en uitvullen voor meer informatie over het uitlijnen van tekst.
Afstand: Druk op VO + Pijl-omlaag totdat je "Afstand" hoort (de pijl ernaast moet omlaag wijzen). Druk op VO + Pijl-rechts om naar de knop voor de regelafstand te navigeren en druk vervolgens op VO + spatiebalk. Druk op de toets Pijl-omlaag totdat je de gewenste afstand hoort. Druk op de Return-toets om de afstand te kiezen.
Zie De regelafstand instellen voor meer informatie over de regelafstand.
Lijstopmaak: Druk op VO + Pijl-omlaag totdat je "Opsommingstekens en lijsten" hoort. Druk op VO + Pijl-rechts om naar de knop voor alineastijlen te navigeren en druk vervolgens op VO + spatiebalk. Druk op VO + Pijl-rechts om naar de lijst met lijststijlen te navigeren en druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag. Druk op VO + Pijl-omlaag totdat je de gewenste lijststijl hoort. Druk op VO + spatiebalk om de stijl te kiezen.
Zie Lijsten opmaken voor meer informatie over lijstopmaak.
Druk op VO + J om terug te gaan naar de tekst in het lay-outgebied.
Je eigen mediabestanden toevoegen
Je kunt de plaatsaanduidingen voor media in een sjabloon vervangen door je eigen afbeeldingen en video's. Dit doe je in het lay-outgebied.
Open een document in Pages op de Mac en druk op VO + U om de rotor te openen.
Druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts totdat je "Vensterspots" hoort. Druk vervolgens op de toets Pijl-omlaag totdat je "inhoud - Document lay-outgebied" hoort.
Om het lay-outgebied te selecteren, druk je op de Return-toets. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om het gebied te activeren.
Om naar de pagina te scrollen waarop de afbeelding staat die je wilt vervangen, druk je op VO + Pijl-omhoog of VO + Pijl-omlaag. Druk vervolgens op VO + Shift + Pijl-omlaag om de pagina te activeren.
Druk op VO + Pijl-rechts of VO + Pijl-links totdat je de naam hoort van de afbeelding die je wilt vervangen.
Druk op VO + Shift + M om een contextueel menu te openen en druk vervolgens op de toets Pijl-omlaag totdat je "Vervang afbeelding" hoort. Druk op de Return-toets.
Navigeer in het menu 'Foto's' naar de afbeelding of video die je wilt toevoegen en druk op VO + spatiebalk om deze te selecteren.
De afbeelding vervangt de huidige afbeelding op de pagina.
Je kunt ook vormen en andere objecten invoegen door in de knoppenbalk het Voeg in-menu te selecteren.
Zie Een beschrijving van een afbeelding toevoegen, Een beschrijving van een tekening toevoegen of Een beschrijving van een video toevoegen voor informatie over het toevoegen van toegankelijkheidsbeschrijvingen aan afbeeldingen, tekeningen en video's (deze worden opgelezen door VoiceOver en andere hulptechnologie).
Zie Toetscombinaties voor meer informatie over toetscombinaties.