Een inhoudsopgave aanmaken in Pages op de Mac
In Pages wordt een inhoudsopgave gegenereerd die automatisch wordt bijgewerkt en waarmee je sneller in je document kunt navigeren. De inhoudsopgave staat in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Pages-venster. De onderdelen in de inhoudsopgave zijn koppelingen. Je kunt er dus op klikken om naar de desbetreffende pagina te gaan.
De inhoudsopgave is gebaseerd op alineastijlen die in je document worden gebruikt. Als je bijvoorbeeld de alineastijl 'Koptekst' op hoofdstuktitels toepast en deze stijl vervolgens inschakelt voor de inhoudsopgave, verschijnen de hoofdstuktitels in de inhoudsopgave. Als je de titels wijzigt, wordt de inhoudsopgave automatisch bijgewerkt.
Als je het document in de pdf- of EPUB-structuur exporteert, wordt de inhoudsopgave toegevoegd voor gebruik in readers (zoals de app Boeken) die navigatie ondersteunen.
In een tekstverwerkingsdocument kun je ook in verschillende pagina's van het document een inhoudsopgave invoegen die automatisch wordt bijgewerkt.
Een inhoudsopgave aanmaken
Je kunt aangeven welke alineastijlen je in de inhoudsopgave wilt opnemen en je kunt het inspringniveau wijzigen.
Als je dat nog niet hebt gedaan, pas je alineastijlen toe op de tekst die je in de inhoudsopgave wilt opnemen.
Klik op in de knoppenbalk en kies vervolgens 'Inhoudsopgave'.
Om de onderdelen in de inhoudsopgave te wijzigen, klik je op 'Wijzig' boven in de navigatiekolom en voer je een of meer van de volgende stappen uit:
Andere alineastijlen inschakelen: Schakel het aankruisvak in naast de alineastijlen die je in de inhoudsopgave wilt opnemen.
Het inspringniveau wijzigen: Klik op de knop voor inspringen of negatief inspringen rechts van een geselecteerde stijl. Als een knop gedimd is, kun je het onderdeel niet in die richting verplaatsen.
Om de weergave in de navigatiekolom te wijzigen of om de navigatiekolom te sluiten, klik je op en kies je 'Paginaminiaturen' of 'Alleen document'.
Een inhoudsopgave invoegen in een tekstverwerkingsdocument, de tekst opmaken en opvullijnen toevoegen
In een tekstverwerkingsdocument kun je een inhoudsopgave toevoegen voor het hele document of voor elke sectie of elk deel van het document. Je kunt vervolgens het lettertype, de lettergrootte en de tekstkleur wijzigen, de regelafstand aanpassen en opvullijnen toevoegen.
Als je dat nog niet hebt gedaan, pas je alineastijlen toe op de tekst die je in de inhoudsopgave wilt opnemen.
Klik op in de knoppenbalk en kies vervolgens 'Inhoudsopgave'.
Klik boven in de navigatiekolom op 'Wijzig' en selecteer de alineastijlen die je wilt opnemen.
Plaats het invoegpunt waar je de inhoudsopgave wilt weergeven en voer een van de volgende stappen uit:
Een inhoudsopgave toevoegen voor het hele document: Klik onder in de navigatiekolom 'Inhoudsopgave' op de knop 'Voeg inhoudsopgave in'. Er worden onderdelen uit het hele document vergaard.
Opmerking: Als de knop 'Voeg inhoudsopgave in' gedimd is, controleer je of je het invoegpunt hebt geplaatst. Als de knop nog steeds gedimd is, werk je mogelijk in een paginalay-outdocument in plaats van een tekstverwerkingsdocument en kun je geen inhoudsopgave toevoegen.
Een inhoudsopgave toevoegen voor een sectie: Kies 'Voeg in' > 'Inhoudsopgave' > 'Sectie'. Er worden alleen onderdelen vergaard uit de sectie waarin je de inhoudsopgave invoegt.
Een inhoudsopgave toevoegen voor inhoud tot aan de volgende inhoudsopgave: Kies 'Voeg in' > 'Inhoudsopgave' > 'Tot volgend exemplaar'. Er worden onderdelen vergaard tussen deze inhoudsopgave en de volgende inhoudsopgave.
Opmerking: Als je de optie 'Inhoudsopgave' niet ziet in het Voeg in-menu, heb je waarschijnlijk op de invoegknop in de knoppenbalk geklikt in plaats van op het Voeg in-menu boven in het scherm.
Om de tekst op te maken en opvullijnen toe te voegen, klik je op de inhoudsopgave om deze te selecteren.
Wanneer de inhoudsopgave is geselecteerd, verschijnt er een blauw kader omheen en wordt de tekst blauw gemarkeerd.
Klik op de tab 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Gebruik de regelaars in het gedeelte 'Lettertype' om de vormgeving van het lettertype te wijzigen.
Om de opmaak te wijzigen, klik je op het driehoekje naast 'Tabs' en voer je in de tabel onder 'Standaardafstand' een of meer van de volgende stappen uit:
De opvullijnen wijzigen: Klik op de pijlen in de kolom 'Opvultekens' en kies een lijnstijl.
De positie van de lijn aanpassen: Klik op de pijlen in de kolom 'Uitlijning'.
De ruimte tussen het onderdeel in de inhoudsopgave en het paginanummer aanpassen: Klik dubbel op de waarde in de kolom 'Stops', voer een nieuwe waarde in en druk op de Return-toets op het toetsenbord. Hoe kleiner het getal, hoe korter de afstand.
De alineastijlen in een ingevoegde inhoudsopgave aanpassen
In een tekstverwerkingsdocument waarin een inhoudsopgave is ingevoegd, worden de alineastijlen die je in de weergave voor de inhoudsopgave selecteert automatisch in de ingevoegde inhoudsopgave weergegeven. Je kunt desgewenst aangeven dat je in de ingevoegde inhoudsopgave andere stijlen wilt gebruiken.
Klik op de inhoudsopgave in het document om deze te selecteren.
Klik op de tab 'Inhoudsopgave' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik op de knop 'Pas stijlen aan'.
Opmerking: Nadat je op de knop 'Pas stijlen aan' hebt geklikt, kun je je keuze niet meer ongedaan maken. Als je later toch in beide gevallen dezelfde inhoudsopgave wilt gebruiken, moet je dit handmatig aanpassen.
Selecteer de alineastijlen die je wilt opnemen.