Paginasjablonen aanmaken en gebruiken in Pages op de iPhone
Elke pagina in een paginalay-outdocument is gekoppeld aan een paginasjabloon. Wanneer je een nieuwe pagina aan een document toevoegt, kies je een paginasjabloon, voeg je er je eigen inhoud aan toe en breng je andere wijzigingen aan. Veel boeksjablonen bevatten naast een lege paginasjabloon ook vooraf gedefinieerde paginasjablonen die je kunt wijzigen. De wijzigingen die je in het document aanbrengt, worden niet in de paginasjabloon doorgevoerd.
In de weergave 'Wijzig paginasjabloon' kun je nieuwe paginasjablonen aanmaken met een door jou bedacht ontwerp. Ook kun je bestaande paginasjablonen aanpassen.
Een nieuwe paginasjabloon toevoegen
Om een nieuwe paginasjabloon aan te maken, dupliceer je een bestaande paginasjabloon. Geef het duplicaat een naam en pas het aan. Pagina's die aan de oorspronkelijke paginasjabloon gekoppeld zijn, blijven ongewijzigd.
Tik op de knop voor het paginanummer onder in het scherm om de paginaminiatuurweergave te openen.
Houd je vinger op een pagina, haal je vinger van het scherm en tik vervolgens op 'Wijzig paginasjabloon'.
Tik op 'Toon paginasjablonen' en tik vervolgens op 'Voeg paginasjabloon toe'.
Tik op de paginasjabloon die je als uitgangspunt wilt gebruiken en tik vervolgens rechtsbovenin op 'Kies'.
Als er maar één paginasjabloon is, wordt deze automatisch gekozen.
Typ een naam voor de nieuwe paginasjabloon en tik rechtsbovenin op 'Gereed'.
De nieuwe paginasjabloon komt bij de andere paginasjablonen te staan.
Zorg ervoor dat de nieuwe paginasjabloon geselecteerd is en veeg omlaag om de weergave te sluiten.
De nieuwe paginasjabloon verschijnt in een wijzigingsweergave.
Wijzig de pagina door tekst, plaatsaanduidingen, afbeeldingen, vormen en andere objecten toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen.
Zie Een paginasjabloon wijzigen hieronder voor meer informatie.
Tik op 'Gereed' boven in het scherm om terug te gaan naar het document.
Een paginasjabloon wijzigen
Wanneer je een paginasjabloon wijzigt, worden alle wijzigingen die je aanbrengt toegepast op alle pagina's die op deze paginasjabloon gebaseerd zijn.
Tik op de nummers onder in het scherm om de paginaminiatuurweergave te openen.
Voer een van de volgende stappen uit:
Als de paginasjabloon in het document wordt gebruikt: Houd je vinger op een pagina die op de paginasjabloon gebaseerd is, haal je vinger van het scherm en tik vervolgens op 'Wijzig paginasjabloon'.
Als de paginasjabloon nog niet in het document wordt gebruikt: Tik op bovenaan de weergave. Kies de paginasjabloon die je wilt wijzigen en tik op 'Kies'. Zorg ervoor dat de toegevoegde pagina geselecteerd is in de paginaminiatuurweergave en veeg omlaag om de paginaminiatuurweergave te sluiten. Tik op , scrol vervolgens omlaag en tik op 'Wijzig paginasjabloon'.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Bestaande ontwerpelementen aanpassen: Verwijder een of meer ontwerpelementen op de pagina of selecteer een object, tik op en gebruik de opmaakregelaars om het object te wijzigen. Meer informatie over het wijzigen van de achtergrond van een paginasjabloon vind je in De achtergrond van een pagina wijzigen.
Afbeeldingen toevoegen: Om een plaatsaanduiding voor een afbeelding toe te voegen, tik je op en vervolgens op . Elke afbeelding die je aan een plaatsaanduiding in je document toevoegt, krijgt dezelfde grootte en positie op de pagina als de plaatsaanduiding.
Tekstvakken toevoegen: Om een plaatsaanduiding voor een tekstvak toe te voegen, tik je op . Tik op , tik op de categorie 'Eenvoudig' en tik vervolgens op 'Tekst'. Selecteer het nieuwe tekstvak, tik op en pas de stijl van het tekstvak aan met behulp van de opmaakregelaars. Je kunt bijvoorbeeld een rand toevoegen en een lettergrootte en lettertype voor de tekst kiezen. Alle tekst die je in het tekstvak in het document typt, krijgt de stijl die je voor de plaatsaanduiding voor het tekstvak hebt ingesteld.
De naam wijzigen: Tik op 'Toon paginasjablonen' en tik vervolgens op de miniatuur van de paginasjabloon waarvan je de naam wilt wijzigen. Tik er nogmaals op, tik op 'Wijzig naam' en typ vervolgens de nieuwe naam. Tik boven in het scherm op 'Gereed' en veeg vervolgens omlaag om de paginaminiatuurweergave te sluiten.
Bepalen hoe kop- en voetteksten op de pagina worden weergegeven: Zorg ervoor dat er niets geselecteerd is in de paginasjabloon. Tik op en schakel 'Toon kop- en voettekst' in of uit. Als je niet wilt dat de kop- en voettekst identiek is aan die op de vorige pagina, schakel je 'Zelfde als vorige pagina' uit. Tik buiten de regelaars om ze te verbergen.
Als je deze regelaars niet ziet of als ze gedimd zijn, schakel je eerst kop- en voetteksten in voor het document en controleer je de instellingen van de vorige pagina.
Tik op 'Gereed' boven in het scherm om terug te gaan naar het document.
De naam van een paginasjabloon wijzigen
Tik op de nummers onder in het scherm om de paginaminiatuurweergave te openen.
Houd je vinger op een pagina die gebaseerd is op de paginasjabloon waarvan je de naam wilt wijzigen. Haal je vinger van het scherm en tik vervolgens op 'Wijzig paginasjabloon'.
Tik op 'Toon paginasjablonen' en tik vervolgens op de miniatuur van de paginasjabloon waarvan je de naam wilt wijzigen.
Tik nogmaals op de miniatuur, tik op 'Wijzig naam' en typ vervolgens de nieuwe naam.
Tik boven in het scherm op 'Gereed' en veeg vervolgens omlaag om de paginaminiatuurweergave te sluiten.
Tik op 'Gereed' boven in het scherm om terug te gaan naar het document.
Tags aan objecten toekennen om eenvoudig van paginasjabloon te kunnen wisselen
Je kunt tags toekennen aan plaatsaanduidingen (afbeeldingen en tekstvakken) in paginasjablonen, zodat je in een document eenvoudiger van paginasjabloon kunt wisselen. De tags geven aan waar de inhoud van een pagina terecht moet komen als je een andere paginasjabloon kiest. Zo wordt een afbeelding in een plaatsaanduiding met de tag "media" automatisch in een plaatsaanduiding in de nieuwe paginasjabloon gezet waaraan ook de tag "media" is toegekend.
Als je in een boeksjabloon met vooraf gedefinieerde paginasjablonen een nieuwe paginasjabloon aanmaakt, kijk je welke tags in de bestaande paginasjablonen worden gebruikt. Je kunt dezelfde tags gebruiken of andere tags toekennen.
Tik op de knop voor het paginanummer onder in het scherm om de paginaminiatuurweergave te openen.
Houd je vinger op een pagina die gebaseerd is op de paginasjabloon waaraan je tags wilt toekennen (of tik op een willekeurige pagina als de desbetreffende paginasjabloon niet wordt gebruikt). Haal je vinger van het scherm en tik vervolgens op 'Wijzig paginasjabloon'.
De weergave 'Wijzig paginasjabloon' verschijnt met daarin de paginasjabloon van de pagina waarop je hebt getikt. Als je tags wilt toekennen aan een andere paginasjabloon, tik je op 'Toon paginasjablonen'. Tik op de gewenste paginasjabloon en veeg vervolgens omlaag om de weergave te sluiten.
Selecteer een object in de paginasjabloon waaraan je een tag wilt toekennen.
Tik op en tik vervolgens op de tab 'Stijl'.
Scrol omlaag, tik op 'Tag' en typ vervolgens een tag.
Tik op om de regelaars te verbergen.
Tik op 'Gereed' wanneer je alle gewenste tags hebt toegekend.
Een andere paginasjabloon toepassen
Je kunt op elke pagina in je document een andere paginasjabloon toepassen. Zie Tags aan objecten toekennen om eenvoudig van paginasjabloon te kunnen wisselen hierboven voor informatie over het toekennen van tags aan tekstvakken en andere objecten als hulpmiddel bij het wisselen van paginasjabloon.
Tik in een lege plek op de pagina (zodat er niets op de pagina geselecteerd is) of tik op de miniatuur van de pagina in de paginaminiatuurweergave.
Tik op en tik vervolgens op 'Paginasjabloon'.
Als je 'Paginasjabloon' niet ziet staan, controleer je of er niets geselecteerd is op de pagina en probeer je het opnieuw.
Tik op de paginasjabloon die je wilt gebruiken en tik vervolgens op 'Kies'.
Pas de inhoud op de pagina zo nodig aan de nieuwe lay-out aan.
Een paginasjabloon opnieuw toepassen
Als je de opmaak van een pagina wijzigt en later de oorspronkelijke opmaak van de paginasjabloon weer wilt gebruiken, kun je de paginasjabloon opnieuw toepassen. Als je de paginasjabloon opnieuw toepast, blijft de inhoud ongewijzigd.
Tik op de knop voor het paginanummer onder in het scherm om de paginaminiatuurweergave te openen.
Houd je vinger op de miniatuur van de pagina die je wilt wijzigen. Haal je vinger van het scherm en tik vervolgens op 'Pas paginasjabloon opnieuw toe'. (Tik op om de optie weer te geven.)
Breng de gewenste wijzigingen aan in de inhoud van de pagina.
Een paginasjabloon verwijderen
Tik op de knop voor het paginanummer onder in het scherm om de paginaminiatuurweergave te openen.
Houd je vinger op een pagina die gebruikmaakt van de paginasjabloon. Haal je vinger van het scherm en tik vervolgens op 'Wijzig paginasjabloon'. (Mogelijk moet je eerst op tikken om deze optie te zien.)
Tik op 'Toon paginasjablonen' onder in het scherm en tik vervolgens op de miniatuur van de paginasjabloon die je wilt verwijderen.
Tik nogmaals op de miniatuur en tik vervolgens op 'Verwijder'.
Als een of meer pagina's in het document aan deze paginasjabloon gekoppeld zijn, verschijnt er een dialoogvenster. Kies een nieuwe paginasjabloon voor die pagina's en tik op 'Kies'.
Veeg omlaag om deze weergave te sluiten. Tik vervolgens rechtsbovenin op 'Gereed' om terug te gaan naar het document.
Tip: Als je pagina's van het ene naar het andere document kopieert, worden de paginasjablonen die voor de gekopieerde pagina's worden gebruikt ook gekopieerd.