Gebruikershandleiding Numbers voor de Mac
- Welkom
- Nieuw in Numbers 14.1
-
- Aan de slag met Numbers
- Informatie over afbeeldingen, diagrammen en andere objecten
- Een spreadsheet aanmaken
- Spreadsheets openen of sluiten
- Sjablonen aanpassen
- Werkbladen gebruiken
- Wijzigingen ongedaan maken of opnieuw toepassen
- Een spreadsheet bewaren
- Een spreadsheet zoeken
- Een spreadsheet verwijderen
- Een spreadsheet afdrukken
- De achtergrond van een werkblad wijzigen
- Touch Bar voor Numbers
-
- Een spreadsheet versturen
- Informatie over samenwerking
- Anderen uitnodigen om samen te werken
- Samenwerken aan een gedeelde spreadsheet
- De nieuwste activiteit in een gedeelde spreadsheet bekijken
- De instellingen van een gedeelde spreadsheet wijzigen
- Een spreadsheet niet meer delen
- Gedeelde mappen en samenwerking
- Box gebruiken om samen te werken
-
- iCloud gebruiken bij Numbers
- Een Excel- of tekstbestand importeren
- Exporteren naar Excel of een andere bestandsstructuur
- Een spreadsheetbestand kleiner maken
- Een grote spreadsheet als pakketbestand bewaren
- Een eerdere versie van een spreadsheet herstellen
- Een spreadsheet verplaatsen
- Een spreadsheet vergrendelen
- Een spreadsheet met een wachtwoord beveiligen
- Aangepaste sjablonen aanmaken en beheren
- Copyright
Tekst invoeren met de dicteerfunctie in Numbers op de Mac
Plaats het invoegpunt op de positie waarop je wilt beginnen met dicteren, of selecteer de tekst die je wilt vervangen.
Kies 'Wijzig' > 'Start dicteerfunctie' (uit het Wijzig-menu boven in het scherm).
Als je de dicteerfunctie nog niet eerder hebt gebruikt, volg je de configuratie-instructies die verschijnen.
Nadat je de dicteerfunctie hebt geconfigureerd, kun je de instellingen voor deze functie bijwerken, zoals de taal of de toetscombinatie:
macOS Ventura 13 of nieuwer: Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen'. Klik op 'Toetsenbord' in de navigatiekolom, schakel 'Dicteerfunctie' in en volg de instructies.
macOS 12 of ouder: Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren'. Klik op 'Toetsenbord', klik op 'Dicteren' en klik vervolgens op 'Aan'. Zodra de microfoon verschijnt, kun je beginnen met spreken.
Om interpunctie toe te voegen, spreek je de naam van een teken uit (bijvoorbeeld komma of apostrof).
Klik op 'Gereed' onder de microfoon als je klaar bent.
Voor meer informatie over de dicteerfunctie klik je op het bureaublad om naar de Finder te gaan en kies je 'Help' > 'macOS Help' (uit het Help-menu boven in het scherm). Zoek vervolgens op "dicteerfunctie".