Beeldschermvoorkeuren wijzigen op de Mac
In het paneel 'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren op de Mac kun je de resolutie en helderheid aanpassen. Ook kun je hier andere opties instellen voor de ondersteuning van allerlei professionele mediatypen en de bijbehorende productieworkflows.
In het voorinstellingenmenu kun je kiezen uit verschillende ingebouwde referentiemodi die zijn gebaseerd op branchenormen die de optimale schermkenmerken en kijkomstandigheden voor elke mediaworkflow definiëren. Voor elke modus past je beeldscherm de kleur- en helderheidskenmerken aan die voor de mediaworkflow nodig zijn. Voor consistentie in je gehele workflow wordt het aantal beschikbare opties in het voorkeurenpaneel 'Beeldschermen' aangepast of beperkt, afhankelijk van de geselecteerde modus.
Opmerking: Een aantal referentiemodi zijn bedoeld voor gebruik onder gereguleerde kijkomstandigheden die doorgaans voorkomen in professionele werkomgevingen waar materiaal wordt geproduceerd. Wanneer een modus wordt gebruikt onder de verkeerde kijkomstandigheden of met het verkeerde mediatype, kan het gebeuren dat het gewenste resultaat niet wordt bereikt.
Om deze voorkeuren te wijzigen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je vervolgens op 'Beeldschermen' . Zorg dat je Mac is aangesloten op een beeldscherm en kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Beeldschermen' en klik vervolgens op 'Beeldscherminstellingen'.
Open het paneel 'Beeldschermen'
Sommige van deze opties worden alleen weergegeven wanneer je een Mac gebruikt die de opties ondersteunt of wanneer je een ondersteund scherm hebt aangesloten.
Opmerking: Niet alle beschreven opties worden voor alle beeldscherm- of Mac-modellen weergegeven en bepaalde opties worden alleen weergegeven wanneer je Mac is aangesloten op een beeldscherm.
Optie | Beschrijving | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gebruik als | Configureer het beeldscherm voor synchrone weergave of uitbreiding van het bureaublad of geef aan dat je het beeldscherm als hoofdbeeldscherm wilt gebruiken. Deze optie wordt alleen weergegeven als er een extern beeldscherm op je Mac is aangesloten. Zie Gebruik een of meer externe beeldschermen met je Mac. | ||||||||||
Resolutie | Kies de hoeveelheid details die op je beeldscherm wordt weergegeven. Selecteer 'Standaard voor beeldscherm' om automatisch de optimale resolutie voor het beeldscherm vast te stellen of selecteer 'Geschaald' om te kiezen tussen grotere tekst of meer ruimte op het scherm. | ||||||||||
Toon alle resoluties | Geef alle beschikbare resoluties weer, ook modi met een lage resolutie. | ||||||||||
Helderheid | Hiermee bepaal je hoe licht of donker het scherm is. Verplaats de schuifknop naar rechts om het scherm helderder te maken of naar links om het scherm donkerder te maken. Zie De helderheid van het beeldscherm van de Mac aanpassen voor andere manieren om de helderheid aan te passen. | ||||||||||
Pas helderheid automatisch aan | De helderheid en het zwartniveau van het beeldscherm wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht. | ||||||||||
True Tone | Hiermee worden de kleuren op het scherm automatisch aangepast aan het omgevingslicht. | ||||||||||
Voorinstellingen | Pro Display XDR (P3-1600 nits): Configureert het beeldscherm voor algemeen gebruik in een kantoor- of thuisomgeving. Deze modus is gebaseerd op de brede P3-weergave van primaire kleuren die wordt gebruikt door Apple beeldschermen, past zich automatisch aan verschillende lichtomstandigheden aan en ondersteunt Extreme Dynamic Range tot 1600 nits (piek). Apple Display XDR (P3-1600 nits): Configureert het beeldscherm voor algemeen gebruik in een kantoor- of thuisomgeving. Deze modus is gebaseerd op de brede P3-weergave van primaire kleuren die wordt gebruikt door Apple beeldschermen, past zich automatisch aan verschillende lichtomstandigheden aan en ondersteunt Extreme Dynamic Range tot 1600 nits (piek). Apple Display (P3-600 nits): Configureert het beeldscherm voor algemeen gebruik in een kantoor- of thuisomgeving. Deze modus is gebaseerd op de brede P3-weergave van primaire kleuren, past zich automatisch aan verschillende lichtomstandigheden aan en ondersteunt een helderheidsbereik tot 600 nits. Apple Display (P3-500 nits): Configureert het beeldscherm voor algemeen gebruik in een kantoor- of thuisomgeving. Deze modus is gebaseerd op de brede P3-weergave van primaire kleuren, past zich automatisch aan verschillende lichtomstandigheden aan en ondersteunt een helderheidsbereik tot 500 nits, wat standaard is voor ingebouwde Apple beeldschermen. HDR Video (P3-ST 2084): Configureert het beeldscherm voor gebruik in videoproductieworkflows in 4K of ultrahoge definitie tot 1000 nits (onbeperkt en constant) met behulp van de brede P3-weergave van primaire kleuren en het hoogdynamisch bereik SMPTE ST-2084 EOTF. Deze modus is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is geconfigureerd volgens ITU-R BT.2100. HDTV Video (BT.709-BT.1886): Configureert het beeldscherm voor gebruik in videoproductieworkflows in ultrahoge definitie gericht op de aanbevelingen ITU-R BT.709 en BT.1886. Deze modus is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is geconfigureerd volgens ITU-R BT.2035. NTSC Video (BT.601 SMPTE-C): Configureert het beeldscherm voor gebruik in videoproductieworkflows in standaarddefinitie of voor archiveringsdoeleinden gericht op de aanbevelingen ITU-R BT.601 en primaire kleurenprofielen SMPTE-C. Deze modus is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is geconfigureerd volgens ITU-R BT.2035. PAL & SECAM Video (BT.601 EBU): Configureert het beeldscherm voor gebruik in videoproductieworkflows in standaarddefinitie of voor archiveringsdoeleinden gericht op de aanbevelingen ITU-R BT.601 en primaire kleurenprofielen EBU Tech 3213. Deze modus is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is geconfigureerd volgens ITU-R BT.2035. Digital Cinema (P3-DCI): Configureert het beeldscherm voor gebruik in film- en postproductieworkflows met behulp van de P3-theaterkleurruimte en het digitale bioscoopwitpunt. Deze modus is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is geconfigureerd volgens SMPTE RP 431-2:2011. Digital Cinema (P3-D65): Configureert het beeldscherm voor gebruik in film- en postproductieworkflows met behulp van de P3-theaterkleurruimte met het D65-witpunt. Deze modus is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is geconfigureerd volgens SMPTE RP 431-2:2011. Design & Print (P3-D50): Configureert het beeldscherm voor gebruik in workflows voor grafische vormgeving, afdrukken en publiceren. Deze modus gebruikt de brede P3-weergave van primaire kleuren met het D50-witpunt dat gewoonlijk wordt gebruikt om de kleur van de afdruk te evalueren. Dit is bedoeld voor gebruik in een gereguleerde kijkomgeving die is ingesteld in overeenstemming met ISO 3664:2009. Photography (P3-D65): Configureert het beeldscherm voor gebruik in typische workflows voor digitale fotografie. Deze modus gebruikt de brede P3-weergave van primaire kleuren met het D65-witpunt dat gewoonlijk wordt gebruikt voor weergave op een beeldscherm. Dit is bedoeld voor gebruik in een correct geconfigureerde en gereguleerde kijkomgeving. Internet & Web (sRGB): Configureert het beeldscherm voor gebruik in workflows voor het produceren van materiaal voor het web of ander gebruik op het internet. Deze modus gebruikt de algemeen ondersteunde kleurruimte sRGB (IEC 61966-2-1:1999) volgens de aanbeveling W3C CSS Color Module Level 3. Dit is bedoeld voor gebruik in een correct geconfigureerde en gereguleerde kijkomgeving (64 lux wordt aanbevolen). | ||||||||||
Voorinstellingen aanpassen | Hiermee kun je aangepaste referentiemodi aanmaken. Zie Aangepaste referentiemodi aanmaken. | ||||||||||
Roteren of Rotatie (afhankelijk van het beeldscherm) | Hiermee roteer je het beeld dat op het beeldscherm wordt weergegeven met het opgegeven aantal graden. Zie Het beeld op het beeldscherm van de Mac roteren. Deze knop wordt alleen weergegeven als er een extern beeldscherm op je Mac is aangesloten. | ||||||||||
Verversing | Stel in hoe vaak het beeld op het scherm opnieuw wordt opgebouwd. Je kunt een dynamische verversingsfrequentie gebruiken, ook wel bekend als ProMotion, of een vaste verversingsfrequentie selecteren. Als het van belang is dat de frames nauwkeurig zijn, selecteer je de verversingsfrequentie gebaseerd op het aantal frames per seconde (fps) van de media waarmee je werkt. | ||||||||||
Toon navigatiekolom | Hiermee kun je de navigatiekolom op je iPad weergeven. Kies vervolgens een positie uit het venstermenu. Deze optie wordt alleen weergegeven als je je iPad als tweede beeldscherm gebruikt. | ||||||||||
Toon Touch Bar | Hiermee kun je de Touch Bar op je iPad weergeven. Kies vervolgens een positie uit het venstermenu. Als je een app gebruikt die de Touch Bar op je iPad ondersteunt, wordt de Touch Bar op de opgegeven positie weergegeven. Welke knoppen in de Touch Bar beschikbaar zijn, hangt van de app en taak af. Deze optie wordt alleen weergegeven als je je iPad als tweede beeldscherm gebruikt. | ||||||||||
Activeer dubbel tikken op Apple Pencil | Schakel het aankruisvak in als je in bepaalde apps van tekengereedschap wilt kunnen wisselen door dubbel op het onderste deel van de Apple Pencil te tikken (als dit door je Apple Pencil wordt ondersteund). Zie het Apple Support-artikel De Apple Pencil verbinden met de iPad. Deze optie wordt alleen weergegeven als je je iPad als tweede beeldscherm gebruikt. | ||||||||||
Night Shift | Hiermee stel je warmere kleuren uit het kleurenspectrum in voor je beeldscherm. Warmere schermkleuren zijn prettiger voor je ogen als je je Mac 's avonds of bij weinig licht gebruikt. Zie Night Shift gebruiken. | ||||||||||
Zoek beeldschermen | Hiermee zoek je naar alle beeldschermen die op je Mac zijn aangesloten. Houd de Option-toets ingedrukt om deze knop weer te geven in plaats van de knop 'Night Shift'. Klik vervolgens op 'Zoek beeldschermen' als je Mac een scherm dat je zojuist hebt aangesloten, niet herkent. | ||||||||||
Universele bediening | Configureer opties voor 'Universele bediening' voor je beeldscherm. Zie Een toetsenbord en muis of trackpad bij meerdere apparaten gebruiken met 'Universele bediening' op de Mac. |