Sampler gebruiken in GarageBand voor de iPad

• Tik op de kiezerknop , veeg over het scherm totdat je het keyboard ziet en tik op de Sampler-knop.

1. Tik op de opnameknop rechts van Sampler.

2. Speel, zing of maak geluid in de ingebouwde microfoon of een aangesloten microfoon.

3. Wanneer je klaar bent, tik je op de stopknop om de opname te beëindigen.

Wanneer je geluid maakt, geeft de invoerniveaumeter aan dat Sampler een invoersignaal van je microfoon ontvangt. Als je audioapparaat besturing op softwareniveau of de monitorfunctie ondersteunt, wordt de invoerinstellingenknop  weergegeven in het Sampler-venster.

1. Tik op de invoerinstellingenknop  en sleep de schuifknop voor het invoerniveau naar links of rechts om het invoerniveau in te stellen.

   De schuifknop voor het invoerniveau wordt weergegeven als softwarebesturing door je invoerbron wordt ondersteund.

2. Tik op de schakelaar 'Automatisch' naast de schuifknop voor het invoerniveau om het niveau automatisch in te stellen.

3. Als je audioapparaat meerdere invoerbronnen heeft, tik je op 'Kanaal' en kies je het invoerkanaal.

Wanneer een externe microfoon of ander audioapparaat (zoals een headset of audio-interface) is aangesloten op de iPad, wordt de schakelaar 'Monitor' in de invoerinstellingen weergegeven. Als je de monitorfunctie inschakelt, wordt het geluid dat door de microfoon wordt opgevangen naar je koptelefoon of audio-interface gestuurd.

1. Tik op de invoerinstellingenknop .

2. Tik op de schakelaar 'Monitor' om de monitorfunctie in te schakelen. Je schakelt de monitorfunctie weer uit door opnieuw op de schakelaar te tikken.

• Tik op noten op het Sampler-keyboard.

  Het geluid wordt hoger of lager afgespeeld naarmate je hoger of lager op het keyboard speelt. Je kunt meerdere toetsen bespelen om "akkoorden" met het geluid te vormen.

  Sampler is ook voorzien van regelaars waarmee je het bereik van het keyboard kunt aanpassen, noten langer kunt aanhouden, de indeling en het formaat van het keyboard kunt wijzigen, de toonhoogte van noten kunt aanpassen, modulatie kunt toevoegen, de aanraakgevoeligheid kunt wijzigen, akkoorden van arpeggio kunt voorzien of een specifieke toonladder kunt gebruiken. Deze regelaars zijn hetzelfde als de regelaars voor het Touch-instrument Keyboard.

1. Tik op de naam van de huidige sample boven de golfvormweergave, tik op 'Dit nummer' of 'Bibliotheek' en tik vervolgens op de naam van de sample die je wilt afspelen.

2. Tik op 'Gereed' als je klaar bent.

Je kunt Apple Loops, audiobestanden en audiosegmenten aan de sampler toevoegen.

• In de sporenweergave:

  • Sleep een blauw segment van een Audiorecorder- of Versterker-spoor naar het Sampler-spoor.

  • Sleep een Apple Loop of audiobestand van de loopbrowser naar het Sampler-spoor.

• In Sampler:

  1. Tik op de naam van de huidige sample boven de golfvormweergave, tik op 'Importeer' en zoek het audiobestand dat je wilt importeren.

  2. Tik op de importeerknop .

     Het bestand wordt aan Sampler toegevoegd.

  3. Tik op 'Gereed' als je klaar bent.

• Voer een of meer van de volgende stappen uit:

  • Het begin of het einde van de sample inkorten: Sleep de blauwe handgrepen aan de linker- of rechterkant van de golfvorm. Je kunt je vinger op een handgreep houden om in te zoomen, zodat je preciezer kunt werken.

    

  • De sample achteruit afspelen: Tik op 'Keer om'.

  • Het afspelen van de sample herhalen: Tik op 'Herhaal'. Sleep de gele linker- en rechterhandgrepen om te bepalen welk deel van de sample wordt herhaald.

    

  • Het volume van de sample binnen een bepaald tijdsverloop bewerken: Tik op 'Details' en sleep de vormpunten op de curve.

    

    Als je het volume bewerkt door de vormpunten te slepen, worden de volumewijzigingen bij de sample bewaard.

  • De toonhoogte van de sample aanpassen: Tik op 'Details' en draai de knop voor globale afstemming of fijnafstemming.

    Wanneer je een nieuwe sample opneemt, wordt de toonhoogte van de opname automatisch gedetecteerd en afgestemd op de dichtstbijliggende muzieknoot. Als je de toonhoogte-instellingen wijzigt, tik je op 'Detecteer toonhoogte' om de oorspronkelijke waarden te herstellen.

  • Je bewerkingen ongedaan maken: Tik op 'Vorige versie'.

Je kunt je samples bewaren, zodat je ze in andere nummers kunt gebruiken.

1. Tik op de naam van de huidige sample boven de golfvormweergave, tik op 'Dit nummer' en tik vervolgens op de sample die je wilt bewaren.

2. Tik op 'Bewaar in bibliotheek'.

3. Voer een nieuwe naam voor de sample in en tik op 'Gereed'.

   De sample wordt aan de bibliotheek toegevoegd.

4. Tik op 'Gereed' als je klaar bent.

1. Tik in de samplebibliotheek op de sample om deze te selecteren, tik op 'Wijzig' en tik vervolgens opnieuw op de sample.

2. Typ een nieuwe naam en tik vervolgens op 'Gereed'.