MIDI-gegevens via een netwerk delen in Audio/MIDI-configuratie op de Mac
Je kunt het MIDI-netwerkbesturingsbestand gebruiken voor het verzenden en ontvangen van MIDI-gegevens op verschillende computers in een netwerk.
Als je bijvoorbeeld een muziekstudio hebt met verschillende computers die zijn aangesloten op MIDI-interfaces, -keyboards en -synthesizers, kun je de gegevens van die apparaten met behulp van het MIDI-netwerkbesturingsbestand via een ethernetnetwerk van de ene naar de andere computer verzenden. Zonder dit bestand had je voor elk apparaat een MIDI-interface moeten aanschaffen en de apparaten met kabels met elkaar moeten verbinden. Met het MIDI-netwerkbesturingsbestand kun je een centrale computer als het primaire apparaat voor andere computers en hun verbonden MIDI-apparaten laten fungeren. De centrale computer verstuurt en ontvangt MIDI-gegevens via het netwerk.
Om je Mac te configureren voor het versturen van MIDI-gegevens via een netwerk, moet je eerst een zogenoemde "session" aanmaken waarin je Mac wordt aangewezen als centrale locatie voor het streamen van MIDI-gegevens via het netwerk. Wanneer je een sessie op je Mac configureert, geef je de volgende gegevens op: de computerpoort die door de netwerkgegevens wordt gebruikt; een sessienaam; en de naam van je computer zoals die voor andere computers in het netwerk is te zien. Je kunt ook specifieke routes opgeven voor MIDI-gegevens. Je kunt bijvoorbeeld instellen dat de MIDI-gegevens van een MIDI-keyboard dat is aangesloten op een andere computer, moet worden verzonden naar een synthesizer die is aangesloten op je computer.
Kies in de app Audio/MIDI-configuratie op de Mac 'Venster' > 'Toon MIDI-studio'.
Klik in het venster 'MIDI-studio' op de knop 'Configureer netwerkbesturingsbestand' in de knoppenbalk.
Klik links in het venster 'MIDI-netwerkconfiguratie' onder 'Mijn sessies' op de knop met het plusteken om een nieuwe sessie aan te maken.
Om de naam van de sessie te wijzigen, klik je op de naam en typ je vervolgens een nieuwe naam.
Geef aan de rechterkant van het venster onder 'Sessie' de netwerkcomputerpoort en een Bonjour-naam (of netwerknaam) op voor je Mac.
Schakel aan de linkerkant van het venster onder 'Mijn sessies' het aankruisvak voor de sessie in en publiceer het op het netwerk.
Klik links in het venster onder 'Sessies en adreslijsten' op de knop met het plusteken en geef de naam, host en poort op van elke externe computer die je in de sessie wilt opnemen. ("Externe computers" zijn hier computers die zich niet in het lokale netwerk bevinden.) Klik vervolgens op 'OK'.
Herhaal dit voor elke externe computer die je in de sessie wilt laten deelnemen.
Klik linksonder in het venster op het pop‑upmenu 'Verbinding toegestaan voor' om op te geven welke computers verbinding kunnen maken met deze sessie.
Om de sessie te starten, klik je op de knop 'Verbind'.
Computers die actief aan een sessie deelnemen, worden weergegeven in de lijst 'Deelnemers'.
Om actieve verbindingen te configureren, klik je op de pop‑upmenu's 'Actieve verbindingen' en kies je de apparaten waarmee je MIDI-gegevens wilt delen.
Om een sessie of adreslijst te verwijderen die je hebt toegevoegd, selecteer je deze en klik je op de knop met het minteken .