Organisatievoorkeuren in Apple Configurator 2
Je kunt hier informatie over de organisatie invoeren, zodat die informatie zichtbaar is voor de gebruikers van de apparaten. Als je een organisatie aanmaakt met Apple Configurator 2, is er een beheeridentiteit aanwezig.
Nadat je de beheerde apparaten hebt voorbereid met behulp van een beheeridentiteit, kun je deze identiteiten delen met andere Apple Configurator 2-stations waarmee je beheerde apparaten veilig kunt configureren, wetende dat op elk station dezelfde beheeridentiteit aanwezig is.
Belangrijk: Als je een beheeridentiteit aanpast, moet je opnieuw beginnen. Je moet dan de apparaten wissen, opnieuw voorbereiden en weer onder beheer plaatsen. Het maakt meestal niet uit welke naam je de beheeridentiteit geeft, maar je moet er wel rekening mee houden dat voor alle exemplaren van een MDM-oplossing (Mobile Device Management, mobielapparaatbeheer) en Apple Configurator 2 dezelfde identiteit moet worden gebruikt.
Kies in het menu 'Apple Configurator 2' op je Mac 'Voorkeuren' > 'Organisaties'. Je kunt nu het volgende doen:
Klik op 'Voeg toe' om organisatiegegevens toe te voegen en een nieuwe beheeridentiteit aan te maken of een bestaande identiteit te selecteren.
Klik op 'Verwijder' om een organisatie te verwijderen.
Opmerking: De certificaten en private sleutels voor de identiteit bevinden zich nog wel in de inlogbestanden en de sleutelhanger van het systeem. Gebruik Sleutelhangertoegang om deze onderdelen van je Mac te verwijderen.
Klik op het taakmenu en kies een van de volgende taken:
Een organisatie importeren
Een organisatie exporteren
Een beheeridentiteit exporteren
Zie Een beheeridentiteit genereren of kiezen voor meer informatie over identiteiten.
Een organisatie importeren
Klik op het taakmenu , selecteer 'Importeer organisatie', zoek het organisatiebestand en klik vervolgens op 'Importeer'.
Typ het wachtwoord waarmee het bestand is versleuteld en klik vervolgens op 'Verstuur'.
Een organisatie exporteren
Je kunt de organisatie exporteren uit Apple Configurator 2 om deze te delen met andere Mac-computers waarop Apple Configurator 2 is geïnstalleerd. Hierdoor kunnen meerdere Mac-computers apparaten configureren, zodat de werkbelasting tijdens de eerste configuratie kan worden verdeeld.
Selecteer je organisatie in de lijst, klik op het taakmenu en selecteer vervolgens 'Exporteer organisatie'.
Voer een veilig wachtwoord in en klik op 'Stel wachtwoord in'.
Hierdoor kan het bestand alleen worden gebruikt door iemand die het wachtwoord weet.
Geef een naam op, selecteer de locatie waar je het bestand wilt bewaren en klik op 'Bewaar'.
Breng het bestand over naar een andere Mac waarop Apple Configurator 2 is geïnstalleerd en importeer de organisatie.
Een beheeridentiteit exporteren
Selecteer je organisatie in de lijst, klik op het taakmenu en kies vervolgens 'Exporteer beheeridentiteit'.
Selecteer de structuur 'Versleutelde PKCS12 (.p12)'.
Laat de standaardnaam staan of voer een andere naam voor de identiteit in, klik op 'Bewaar' en voer een wachtzin in om de identiteit te versleutelen.
Op het bureaublad zie je een bestand waarvan de naam eindigt op '.p12'.