Wanneer je de reservekopie van je iPhone, iPad of iPod touch versleutelt
Met de optie 'Versleutel lokale reservekopieën' in de Finder of in iTunes vergrendel en versleutel je je gegevens. Versleutelde reservekopieën kunnen informatie bevatten die onversleutelde reservekopieën niet hebben:
- Bewaarde wachtwoorden
- Wifi-instellingen
- Bezochte websites
- Gegevens van de Gezondheid-app
- Gespreksgeschiedenis
Versleutelde reservekopieën bevatten geen gegevens over Face ID, Touch ID of de toegangscode van het apparaat.
Je reservekopie wordt standaard niet versleuteld. Als je een reservekopie in de Finder of iTunes voor het eerst wilt versleutelen, schakel je de optie 'Versleutel lokale reservekopieën' in en geef je een wachtwoord op om de reservekopie te beveiligen. Reservekopieën van je apparaat worden vanaf dat moment automatisch versleuteld. Je kunt ook een reservekopie in iCloud maken waarbij gegevens altijd automatisch worden versleuteld.
Je reservekopieën versleutelen
- Op een Mac met macOS Catalina 10.15 of nieuwer open je de Finder. Op een Mac met macOS Mojave 10.14 of ouder, of een pc, open je iTunes.
- Sluit het apparaat met de meegeleverde USB-kabel aan op de computer. Zoek het apparaat op je computer.
- Ga naar het tabblad 'Algemeen' of 'Overzicht' en selecteer 'Versleutel lokale reservekopieën' onder het gedeelte 'Reservekopieën'.
- Maak een wachtwoord aan wanneer je hierom wordt gevraagd. Maak een wachtwoord aan dat je gemakkelijk kunt onthouden of schrijf het op en bewaar het op een veilige plaats. Zonder dit wachtwoord kun je je reservekopieën namelijk niet gebruiken. Lees wat je moet doen als je je wachtwoord niet meer weet.
Nadat je je wachtwoord hebt bevestigd, begint het maken van je reservekopie en worden je vorige reservekopieën onmiddellijk overschreven en versleuteld. Als dit proces klaar is, controleer je of de versleutelde reservekopie is gelukt:
- Op een Mac met macOS Catalina 10.15 of nieuwer open je de Finder, klik je op het tabblad 'Algemeen' en vervolgens op 'Beheer reservekopieën'. Je hoort een scherm te zien met een lijst van je reservekopieën. Op een Mac met macOS Mojave 10.14 of ouder of een pc met iTunes kies je in de menubalk bovenaan het iTunes-venster 'Wijzig' (Mac) of 'Bewerken' (pc) > 'Voorkeuren'. Vervolgens klik je op het tabblad 'Apparaten'.
- Je hoort een hangslot
naast de naam van je apparaat te zien, en de datum en tijd waarop de reservekopie is aangemaakt.
- Klik op 'OK' om het venster met reservekopieën te sluiten.
Controleren of je reservekopieën versleuteld zijn
Als je in de Finder of in iTunes hebt geconfigureerd dat je reservekopieën versleuteld moeten worden, is het aankruisvak 'Versleutel lokale reservekopieën' op het tabblad 'Algemeen' of 'Overzicht' ingeschakeld.
Je kunt ook zien of een specifieke reservekopie versleuteld is:
- Op een Mac met macOS Catalina 10.15 of nieuwer open je de Finder, klik je op het tabblad 'Algemeen' en vervolgens op 'Beheer reservekopieën'. Je hoort een scherm te zien met een lijst van je reservekopieën. Op een Mac met macOS Mojave 10.14 of ouder of een pc met iTunes kies je in de menubalk bovenaan het iTunes-venster 'Wijzig' (Mac) of 'Bewerken' (pc) > 'Voorkeuren'. Vervolgens klik je op het tabblad 'Apparaten'.
- Kijk of er naast de reservekopie een hangslot
staat. Als er een hangslot
staat, is de reservekopie versleuteld.
- Klik op 'OK' om het venster met reservekopieën te sluiten.
Encryptie van reservekopieën uitschakelen
Je schakelt encryptie van reservekopieën uit door het aankruisvak 'Versleutel lokale reservekopieën' in de Finder of iTunes uit te schakelen en het wachtwoord in te voeren. Als je je wachtwoord niet meer weet, heb je twee opties: