Soorten variabelen die in Opdrachten op de Mac worden gebruikt
In de opdrachteneditor worden variabelen weergegeven als blauwe rechthoekige tokens met afgeronde hoeken. Veel taken bevatten al standaardvariabelen. Je kunt deze variabelen aanpassen of zelf variabelen aan een taak toevoegen.
Er zijn drie soorten variabelen in Opdrachten: magische variabelen, speciale variabelen en handmatige variabelen.
Magische variabelen
In elke opdracht is de uitvoer van elke taak beschikbaar als een magische variabele. Anders dan bij handmatige variabelen (zie hieronder), is het bij magische variabelen niet nodig om de uitvoer van een taak te bewaren voor later gebruik. Je hoeft alleen maar de uitvoer van een taak te selecteren om deze als variabele in een volgende taak te gebruiken. Magische variabelen zijn ook visueel erg handig, omdat ze het symbool weergeven van de taak op basis waarvan ze zijn gegenereerd.
Wat de variabelen echt magisch maakt, is dat je het type variabele kunt wijzigen. Je hoeft alleen maar op een magische variabele te klikken om de structuur ervan te wijzigen en om op te geven welke details je van de variabele wilt gebruiken. Zie Variabelen aanpassen in Opdrachten op de Mac voor meer informatie.
In de meeste gevallen kun je met magische variabelen eenvoudiger opdrachten aanmaken en heeft deze methode de voorkeur boven het handmatig aanmaken van variabelen. Als je bijvoorbeeld statische tekst of een getal wilt gebruiken, voeg je de taak 'Tekst' of 'Getal' toe en roep je later in de opdracht de uitvoer van die taak op als magische variabele.
Speciale variabelen
Speciale variabelen zijn variabelen die je aan een tekstveld of aan een parameterinstelling kunt toevoegen (bijvoorbeeld om een parameterinstelling te vervangen door de variabele 'Vraag elke keer'). Speciale variabelen worden toegepast vanuit een contextueel menu dat verschijnt wanneer je met de Control-toets ingedrukt op een tekstveld of parameterinstelling klikt. Enkele voorbeelden van veelgebruikte speciale variabelen zijn:
Vraag elke keer: Hiermee wordt je gevraagd om tijdens de uitvoering van de opdracht tekst in te voeren voor de variabele.
Klembord: Hiermee wordt tijdens de uitvoering van de opdracht het onderdeel ingevoegd dat je het laatst hebt gekopieerd.
Huidige datum: Hiermee worden de huidige datum en tijd ingevoegd in de notatie van je voorkeur.
Invoer opdracht: Hiermee wordt de invoer geselecteerd die aan het begin van de opdracht is doorgegeven (van toepassing op opdrachten die zijn ingesteld voor uitvoeren in een andere app).
Zie Een speciale variabele aan een taak toevoegen voor meer informatie.
Handmatige variabelen
Handmatige variabelen kun je gebruiken voor waarden die mogelijk veranderen (zoals de huidige tijd) en om informatie toe te voegen aan een bestaande variabele. Zo kun je bijvoorbeeld de huidige datum toevoegen aan inhoud die als invoer in de takenreeks is ontvangen.
Anders dan bij magische en speciale variabelen voeg je handmatige variabelen toe via een taak: 'Stel variabele in' of 'Voeg toe aan variabele'. Met 'Stel variabele in' kun je voor de eerste keer een nieuwe variabele instellen of een eerder bewaarde variabele overschrijven. Met 'Voeg toe aan variabele' kun je meerdere inhouditems aan dezelfde variabele toevoegen door telkens wanneer de opdracht wordt uitgevoerd, de variabele verder uit te breiden. De gegevens worden hierbij als een geordende lijst bewaard.
Als je variabelen handmatig instelt, worden opdrachten meestal langer en zijn ze moeilijker te lezen. In de meeste gevallen zijn handmatige variabelen ook niet nodig, aangezien je met magische en speciale variabelen het meeste werk beknopter kunt uitvoeren. Zo kun je bijna alle functionaliteit van 'Voeg toe aan variabele' repliceren door variabelen op te nemen in een taak van het type 'Lijst' en de variabelen later op te halen.
Zie Een handmatige variabele aan een taak toevoegen voor meer informatie.