Eerste Xsan-SAN-configuratie in macOS Server
Voordat je Xsan gaat gebruiken, moet je een aantal instellingen configureren voor de infrastructuur.
Xsan-computers en -opslagapparaten aansluiten
Voordat je je SAN aanmaakt of configureert, moet je clientcomputers, controllercomputers en opslagapparaten aansluiten op de Fibre Channel- en Ethernet-netwerken van het SAN.
Sluit elke controllercomputer, elk RAID-opslagapparaat en elke client aan op de Ethernet-netwerken.
Configureer beheerde Ethernet-netwerkswitches en VLAN's voor elk Ethernet-netwerk dat je gebruikt.
Verbind elke controllercomputer, elk RAID-opslagapparaat en elke client met een Fibre Channel-switch om een Fibre Channel-infrastructuur op te zetten voor het SAN.
Configureer de switch en breng de verbindingen tot stand zodat een Fibre Channel-infrastructuur kan ontstaan conform de instructies van de fabrikant.
Controleer alle fysieke aansluitingen en de staat van de kabels.
De StorNext DLC-omgeving voorbereiden
Je moet een profiel aanmaken, de vereiste wijzigingen aanbrengen en StorNext starten.
Maak met Terminal een Mac-clientprofiel voor de StorNext-omgeving aan door verbinding te maken met: /usr/cvfs/lib/
Stop de server door het volgende commando uit te voeren met Terminal:
/etc/init.d/cvfs stop
Wijzig /etc/fstab:
<bestandssysteem> <activeringspunt> cvfs rw,diskproxy=server - -
Configureer en start het configuratiehulpprogramma voor LAN-servers:
/usr/cvfs/bin/sndpscfg -e
Start StorNext:
/etc/init.d/cvfs start
Voeg DLC-clients voor Xsan toe
Controleer of DNS correct is geconfigureerd voor de nieuwe Mac-client
Importeer het profiel dat is aangemaakt voor de StorNext DLC-omgeving
sudo profiles -I -F .configprofile
Toon en activeer het SAN via Ethernet
xsanctl list xsanctl mount
De computers configureren voor het gebruik van een tijdserver
Om consistente tijdmetagegevens te waarborgen op alle computers in het SAN, moet je dezelfde netwerktijdserver instellen voor alle metagegevenscontrollers en clientcomputers in het SAN.
Open 'Datum en tijd' in Systeemvoorkeuren op elke SAN-computer en kies dezelfde netwerktijdserver voor alle metagegevenscontrollers en clientcomputers.
LUN's voorbereiden
Nieuwe RAID-systemen zijn vaak al geconfigureerd als een of meer RAID-arrays. Bij je RAID-systeem kunnen dus al LUN's zijn ingesteld die voor de meeste SAN's voldoen. Raadpleeg de documentatie voor je nieuwe RAID-systeem voor meer informatie. Alleen als je duidelijke speciale vereisten hebt, moet je LUN's wellicht nog verder instellen.
Als RAID-sets al zijn geconfigureerd op je RAID-systemen, worden ze gedetecteerd bij het configureren van je SAN en kun je direct verdergaan met het aanmaken van de metagegevensarray. Anders gebruik je de beheersoftware die bij het RAID-systeem wordt geleverd om arrays aan te maken op basis van de RAID-schema's van je keuze.
Volg de instructies bij je RAID-systemen om de systemen in te schakelen en de bijbehorende netwerk-, beheer- en beveiligingsinstellingen te configureren.
Gebruik de beheersoftware die bij je RAID-systemen is geleverd om niet-geïnitialiseerde arrays in te stellen als LUN's van de opslaggroepen in je SAN.
Laat drie schijven in één systeem niet-toegewezen, zodat je een klein, afzonderlijk metagegevens-LUN kunt aanmaken.
10 GB schijfruimte is voldoende om de metagegevens op te slaan voor een volume dat 10 miljoen bestanden bevat, dus een (mirrored) RAID 1-array met twee schijven is gewoonlijk groot genoeg om de metagegevens voor je SAN-volume op te slaan. Als je een reserveschijf aan deze array toewijst om de beschikbaarheid te garanderen, zijn drie schijven voldoende voor je SAN-metagegevens.
Opmerking: Maak geen gebruik van Schijfhulpprogramma om arrays of segmenten te configureren voor gebruik met Xsan. LUN's worden gelabeld en geïnitialiseerd wanneer je ze aan een opslaggroep toevoegt via het paneel 'Xsan' in de app Server. Na het labelen kunnen de LUN's niet meer worden gewijzigd met Schijfhulpprogramma.
Een Open Directory-hoofdserver aanmaken op de eerste controller
Je eerste controller moet worden geconfigureerd als Open Directory-hoofdserver.
Extra controllers worden automatisch geconfigureerd als adreslijstreplica's van de Open Directory-hoofdserver.
Als je een SAN aanmaakt zonder dat Open Directory is ingeschakeld, omvat de Xsan-configuratie-assistent ook configuratiestappen voor Open Directory.
Als je al een Open Directory-hoofdserver hebt die je als Xsan-metagegevenscontroller wilt gebruiken, moet je het SAN op die computer aanmaken.
Open Server op de computer die je als eerste controller wilt gebruiken.
Selecteer 'Open Directory' in het Weergave-menu van de app Server en gebruik vervolgens de assistent om het Open Directory-hoofddomein aan te maken.
Als je gebruikers en groepen worden beheerd vanaf een bestaande adreslijstserver, ga je op elke metagegevenscontroller en clientcomputer naar het paneel 'Gebruikers en groepen' in Systeemvoorkeuren om een verbinding met de adreslijstserver te configureren.
SAN-gebruikers en -groepen configureren
Je maakt gebruikers en groepen voor het SAN aan zoals voor elke andere voorziening die beschikbaar is in macOS Server.
Als je de Open Directory-hoofdserver wilt gebruiken voor het beheren van gebruikers en groepen, gebruik je de app Server en koppel je in Systeemvoorkeuren alle SAN-clients aan de Open Directory-hoofdserver. Als je de Open Directory-hoofdserver niet gebruikt om gebruikers en groepen te beheren, moet je de clients niet aan de Open Directory-hoofdserver koppelen.
Gebruik lokale netwerkaccounts in het Open Directory-domen om gebruikers- en groepsbevoegdheden voor je SAN te beheren. Zie Een gebruikersaccount aanmaken in macOS Server voor meer informatie.
Het SAN aanmaken met de eerste controller
De eerste computer die je moet configureren voor het SAN is een metagegevenscontroller (eerder de primaire metagegevenscontroller genoemd). De voornaamste functie van deze controller is het bijhouden van de metagegevens voor bestanden, en het eerste bestandsvolume van het SAN.
Zie Een Xsan-SAN aanmaken in macOS Server voor meer informatie.
Bij het aanmaken van een SAN maak je een eerste metagegevens-LUN en het eerste volume aan. Zie Een Xsan-volume aanmaken in macOS Server voor meer informatie.
Aanvullende controllers toevoegen
Aanvullende standby-metagegevenscontrollers verhogen de betrouwbaarheid van het SAN door extra operationele redundantie te bieden en als back-up te fungeren.
Zie Standbycontrollers toevoegen aan het Xsan-SAN in macOS Server voor meer informatie.
SAN-clients configureren
Om toegang te krijgen tot de bestanden en mappen die op het SAN zijn opgeslagen, moeten de clients worden geconfigureerd voor lezen van en schrijven naar de SAN-volumes.
SAN-clients worden geconfigureerd door het distribueren en installeren van configuratieprofielen.
Zie Xsan-SAN-clients configureren in macOS Server voor meer informatie.