Tabelrijen en -kolommen toevoegen of verwijderen in Pages op de Mac
Je kunt rijen en kolommen in een tabel toevoegen of verwijderen en ze rangschikken. Er zijn drie soorten rijen en kolommen:
Hoofdtekstrijen en -kolommen bevatten de tabelgegevens.
Koptekstrijen en -kolommen staan (indien aanwezig) bovenaan en links in de tabel. Deze hebben doorgaans een andere achtergrondkleur dan de hoofdtekstrijen en worden meestal gebruikt om aan te geven welke inhoud de rij of kolom bevat.
Voettekstrijen staan (als ze zijn toegevoegd) onderaan een tabel en hebben mogelijk een andere achtergrondkleur dan de hoofdtekstrijen.
Als een tabel zich over meerdere pagina's uitstrekt, kun je instellen dat de kolomkoppen op elke pagina bovenaan de tabel verschijnen.
Opmerking: Onderstaande taken zijn van toepassing op een tabel die je aan de pagina toevoegt via het symbool in de knoppenbalk. Ze zijn niet van toepassing op een pagina die je in kolommen hebt verdeeld.
Tabelrijen en -kolommen toevoegen of verwijderen
Klik op de tabel.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Kolommen aan de rechterkant van de tabel toevoegen of verwijderen: Klik op rechtsboven in de tabel en klik vervolgens op een pijl om het aantal kolommen te verhogen of te verlagen.
Rijen onderaan de tabel toevoegen of verwijderen: Klik op linksonder in de tabel en klik vervolgens op een pijl om het aantal rijen te verhogen of te verlagen.
Een rij of kolom ergens in de tabel toevoegen: Klik met de Control-toets ingedrukt op een cel en geef aan waar je de rij of kolom wilt toevoegen (boven, onder, vóór of na de geselecteerde cel). Je kunt de aanwijzer ook op het nummer of de letter plaatsen van de rij of kolom waarnaast je een element wilt toevoegen, op de pijl-omlaag klikken en vervolgens aangeven waar je de rij of kolom wilt toevoegen.
Een rij of kolom ergens in de tabel verwijderen: Klik met de Control-toets ingedrukt op een cel in de rij of kolom die je wilt verwijderen en kies 'Verwijder rij' of 'Verwijder kolom'. Je kunt de aanwijzer ook op het nummer of de letter plaatsen van de rij of kolom die je wilt verwijderen. Klik vervolgens op de pijl-omlaag en kies 'Verwijder rij' of 'Verwijder kolom'.
Meerdere rijen of kolommen in één keer invoegen: Selecteer ergens in de tabel een aantal rijen of kolommen dat gelijk is aan het aantal rijen of kolommen dat je wilt invoegen. Klik op de pijl naast een van de geselecteerde rijnummers of kolomletters en kies 'Voeg rijen boven toe' of 'Voeg rijen onder toe' (of 'Voeg kolommen links toe' of 'Voeg kolommen rechts toe').
Meerdere rijen of kolommen in één keer verwijderen: Klik met de Command-toets ingedrukt op de rijen of kolommen, klik vervolgens op de pijl en kies 'Verwijder geselecteerde rijen' of 'Verwijder geselecteerde kolommen'.
Koptekstrijen en -kolommen toevoegen of verwijderen
Als je koptekstrijen, koptekstkolommen of voettekstrijen toevoegt, worden de bestaande rijen en kolommen geconverteerd naar kopteksten of voetteksten. Als bijvoorbeeld de eerste rij van een tabel gegevens bevat en je een koptekstrij toevoegt, wordt de eerste rij omgezet in een koptekstrij die dezelfde gegevens bevat. Gegevens in koptekstcellen worden niet in berekeningen gebruikt.
Klik op de tabel en klik op de tab 'Tabel' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik op de pop‑upmenu's onder 'Kop- en voetteksten' en kies het gewenste aantal koptekstrijen, koptekstkolommen en voettekstrijen.
Tabelkoptekstrijen op meerdere pagina's herhalen
Klik op de koptekstrij.
Plaats de aanwijzer op het koptekstrijnummer aan de linkerkant en klik op de pijl die wordt weergegeven. Kies 'Herhaal koptekstrijen op elke pagina'.