Paginasjablonen aanmaken en gebruiken in Pages op de Mac
Elke pagina in een paginalay-outdocument is gekoppeld aan een paginasjabloon. Wanneer je een nieuwe pagina aan een document toevoegt, kies je een paginasjabloon, voeg je er je eigen inhoud aan toe en breng je andere wijzigingen aan. Veel boeksjablonen bevatten naast een lege paginasjabloon ook vooraf gedefinieerde paginasjablonen die je kunt wijzigen. De wijzigingen die je in het document aanbrengt, worden niet in de paginasjabloon doorgevoerd.
In de weergave 'Wijzig paginasjabloon' kun je nieuwe paginasjablonen aanmaken met een door jou bedacht ontwerp. Ook kun je bestaande paginasjablonen aanpassen.
Een nieuwe paginasjabloon toevoegen
Om een nieuwe paginasjabloon aan te maken, dupliceer je een bestaande paginasjabloon. Wijzig het duplicaat en bewaar het onder een nieuwe naam. Pagina's die aan de oorspronkelijke paginasjabloon gekoppeld zijn, blijven ongewijzigd.
Klik op
in de knoppenbalk en kies 'Wijzig paginasjablonen'.Klik op
in de knoppenbalk en kies vervolgens de paginasjabloon die je als uitgangspunt wilt gebruiken.Typ een naam voor de nieuwe paginasjabloon en klik op 'OK'.
Er verschijnt een nieuwe paginasjabloon in de navigatiekolom onder het origineel.
Wijzig de pagina door tekst, plaatsaanduidingen, afbeeldingen, vormen en andere objecten toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen.
Je kunt de opmaakregelaars gebruiken die beschikbaar zijn in de navigatiekolom 'Opmaak'
. Zie Een paginasjabloon wijzigen hieronder.Wanneer je klaar bent, klik je onder in het venster op 'Gereed'.
Je kunt de paginasjablonen in de navigatiekolom slepen en anders rangschikken.
Een paginasjabloon wijzigen
Wanneer je een paginasjabloon wijzigt, worden alle wijzigingen die je aanbrengt toegepast op alle pagina's die op deze paginasjabloon gebaseerd zijn.
Klik op
in de knoppenbalk en kies 'Wijzig paginasjablonen'.Selecteer de paginasjabloon die je wilt wijzigen in de navigatiekolom aan de linkerkant.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Bestaande ontwerpelementen aanpassen: Selecteer een of meer ontwerpelementen op de pagina en verwijder ze, of wijzig ze met de opmaakregelaars die beschikbaar zijn in de navigatiekolom 'Opmaak'
. Meer informatie over het wijzigen van de achtergrond van een paginasjabloon vind je in De achtergrond van een pagina wijzigen.Afbeeldingen toevoegen: Om een plaatsaanduiding voor een afbeelding toe te voegen, klik je op
in de knoppenbalk en kies je een afbeelding. Afbeeldingen die je aan een paginasjabloon toevoegt, worden plaatsaanduidingen voor afbeeldingen. Een afbeelding die je aan een plaatsaanduiding in je document toevoegt, krijgt dezelfde grootte en positie op de pagina.Tekstvakken toevoegen: Om een plaatsaanduiding voor een tekstvak toe te voegen, klik je op
in de knoppenbalk. Vervolgens pas je de stijl ervan aan met behulp van de regelaars in de navigatiekolom 'Opmaak' . Je kunt bijvoorbeeld een rand toevoegen en een lettergrootte en lettertype voor de tekst kiezen. Alle tekst die je in het tekstvak in het document typt, krijgt de stijl die je voor de plaatsaanduiding voor het tekstvak hebt ingesteld.Bepalen hoe kop- en voetteksten op de pagina worden weergegeven: Klik op de paginasjabloon in de navigatiekolom aan de linkerkant (zodat er niets op de pagina geselecteerd is). Schakel in de navigatiekolom 'Opmaak'
het aankruisvak 'Toon kop- en voettekst' in om kop- en voetteksten weer te geven op pagina's die op deze paginasjabloon gebaseerd zijn. Als je niet wilt dat de kop- en voetteksten identiek zijn aan die op de vorige pagina in het document, schakel je het aankruisvak 'Zelfde als vorige pagina' uit. (Als je deze regelaars niet ziet of als je boven in de navigatiekolom niet 'Lay-out paginasjabloon' ziet staan, controleer je of er niets op de pagina geselecteerd is.)Als je de aankruisvakken voor kop- en voetteksten niet kunt inschakelen, moet je ze eerst voor het document inschakelen in de navigatiekolom 'Document'
.
Wanneer je klaar bent, klik je onder in het venster op 'Gereed'.
Je kunt permanente hulplijnen toevoegen aan paginasjablonen als hulpmiddel bij de lay-out. Om deze hulplijnen op documentpagina's weer te geven of te verbergen, kies je 'Weergave' > 'Hulplijnen' > 'Toon paginasjabloonhulplijnen' of 'Verberg paginasjabloonhulplijnen' (uit het Weergave-menu boven in het scherm).
De naam van een paginasjabloon wijzigen
Klik op
in de knoppenbalk en kies 'Wijzig paginasjablonen'.Klik met de Control-toets ingedrukt op de miniatuur van de paginasjabloon en kies 'Wijzig naam'.
Typ de nieuwe naam en klik op 'OK'.
Klik onder in het venster op 'Gereed'.
Een nieuwe paginasjabloon aanmaken op basis van een pagina in het document
Als je een pagina hebt aangepast en de lay-out ervan ook voor andere pagina's wilt gebruiken, kun je er een paginasjabloon van maken.
Selecteer de pagina in de paginaminiatuurweergave aan de linkerkant.
Kies 'Opmaak' > 'Geavanceerd' > 'Maak paginasjabloon aan op basis van deze pagina' (uit het Opmaak-menu boven in het scherm).
De weergave 'Wijzig paginasjabloon' verschijnt en onder in de navigatiekolom aan de linkerkant verschijnt een kopie van de miniatuur van de oorspronkelijke paginasjabloon.
Klik met de Control-toets ingedrukt op de kopie aan de linkerkant en kies 'Wijzig naam'.
Typ een naam voor de nieuwe paginasjabloon en klik op 'OK'.
Klik onder in het venster op 'Gereed'.
Tags aan objecten toekennen om eenvoudig van paginasjabloon te kunnen wisselen
Je kunt tags toekennen aan plaatsaanduidingen (afbeeldingen en tekstvakken) in paginasjablonen, zodat je in een document eenvoudiger van paginasjabloon kunt wisselen. De tags geven aan waar de inhoud van een pagina terecht moet komen als je een andere paginasjabloon kiest. Zo wordt een afbeelding in een plaatsaanduiding met de tag "media" automatisch in een plaatsaanduiding in de nieuwe paginasjabloon gezet waaraan ook de tag "media" is toegekend.
Als je in een boeksjabloon met vooraf gedefinieerde paginasjablonen een nieuwe paginasjabloon aanmaakt, kijk je welke tags in de bestaande paginasjablonen worden gebruikt. Je kunt dezelfde tags gebruiken of andere tags toekennen.
Klik op
in de knoppenbalk en kies 'Wijzig paginasjablonen'.Selecteer een paginasjabloon in de navigatiekolom aan de linkerkant.
Selecteer een object in de paginasjabloon en klik op de tab 'Stijl' boven in de navigatiekolom 'Opmaak'
.Typ een tag in het tekstveld 'Tag' onder in de navigatiekolom.
Klik onder in het venster op 'Gereed'.
Een andere paginasjabloon toepassen
Je kunt op elke pagina in je document een andere paginasjabloon toepassen. Zie Tags aan objecten toekennen om eenvoudig van paginasjabloon te kunnen wisselen hierboven voor informatie over het toekennen van tags aan tekstvakken en andere objecten als hulpmiddel bij het wisselen van paginasjabloon.
Klik in een lege plek op de pagina die je wilt wijzigen of selecteer de pagina in de paginaminiatuurweergave.
Klik in de navigatiekolom 'Opmaak'
op 'Paginasjabloon' en kies een paginasjabloon.Pas de inhoud op de pagina zo nodig aan de nieuwe lay-out aan.
Een paginasjabloon opnieuw toepassen
Als je de opmaak van een pagina wijzigt en later de oorspronkelijke opmaak van de paginasjabloon weer wilt gebruiken, kun je de paginasjabloon opnieuw toepassen. Als je de paginasjabloon opnieuw toepast, blijft de inhoud ongewijzigd.
Klik op
in de knoppenbalk en kies vervolgens 'Paginaminiaturen'.Klik op de miniatuurafbeelding van de pagina die je wilt wijzigen.
Kies 'Opmaak' > 'Pas paginasjabloon opnieuw toe' (uit het Opmaak-menu boven in het scherm).
Breng de gewenste wijzigingen aan in de inhoud van de pagina.
Een paginasjabloon verwijderen
Klik op
in de knoppenbalk en kies 'Wijzig paginasjablonen'.Klik in de weergave 'Wijzig paginasjabloon' met de Control-toets ingedrukt op de desbetreffende paginasjabloon in de navigatiekolom aan de linkerkant en kies 'Verwijder'.
Als een of meer pagina's in het document aan deze paginasjabloon gekoppeld zijn, verschijnt er een dialoogvenster. Kies een nieuwe paginasjabloon voor die pagina's en klik op 'Kies'.
Klik onder in het venster op 'Gereed'.
Je kunt de paginasjablonen in de navigatiekolom slepen en anders rangschikken.
Tip: Als je pagina's van het ene naar het andere document kopieert, worden de paginasjablonen die voor de gekopieerde pagina's worden gebruikt ook gekopieerd.