Gebruikershandleiding Pages voor de iPad
- Welkom
- Nieuw in Pages 13.2
-
- Inleiding tot Pages
- Tekstverwerking of paginalay-out?
- Informatie over afbeeldingen, diagrammen en andere objecten
- Een document zoeken
- Een document openen
- Een document bewaren en een naam geven
- Een document of envelop afdrukken
- Tekst en objecten van of naar apps kopiëren
- Algemene touchscreen-gebaren
- De Apple Pencil gebruiken in Pages
- De knoppenbalk aanpassen
-
- Een document versturen
- Een boek op Apple Books publiceren
-
- Informatie over samenwerking
- Anderen uitnodigen om samen te werken
- Samenwerken aan een gedeeld document
- De nieuwste activiteit in een gedeeld document bekijken
- De instellingen van een gedeeld document wijzigen
- Een document niet meer delen
- Gedeelde mappen en samenwerking
- Box gebruiken om samen te werken
- De presentatormodus gebruiken
- Copyright
Informatie over afbeeldingen, diagrammen en andere objecten in Pages op de iPad
Een object is een onderdeel dat je op een pagina plaatst. Tabellen, diagrammen, tekstvakken, vormen en foto's zijn voorbeelden van objecten. Om een object toe te voegen, tik je op een van de objectknoppen midden in de knoppenbalk boven in het scherm en selecteer je een object in het menu.
Opmerking: Als je geen objectknoppen in de knoppenbalk ziet wanneer je Pages in de liggende weergave of Split View gebruikt, tik je eerst op in de knoppenbalk.
Je kunt de vormgeving van een object aanpassen door afzonderlijke kenmerken van het object te wijzigen, zoals de opvulkleur, de rand en de schaduw. Je kunt ook snel de algehele vormgeving van een object veranderen door een vooraf gedefinieerde objectstijl toe te passen. Objectstijlen zijn combinaties van kenmerken, die zo zijn ontworpen dat ze perfect aansluiten bij de sjabloon die je gebruikt.
Tik op om regelaars weer te geven waarmee je de vormgeving van objecten wijzigt. Voor elk object zijn afzonderlijke opmaakopties beschikbaar. Als je bijvoorbeeld een vorm selecteert, zie je alleen regelaars voor de opmaak van vormen.
Je kunt objecten in een laag plaatsen, ze vergroten of verkleinen en bepalen hoe tekst eromheen loopt. Het is bijvoorbeeld mogelijk om tekst om een object heen te laten lopen of een object regelgebonden te plaatsen, zodat het op dezelfde regel als de tekst staat en tijdens het typen met de tekst meebeweegt. Sommige objecten kunnen ook regelgebonden met de tekst in een tekstvak of vorm worden genest.