Cellen opmaken als valuta, datums en meer in Pages voor iCloud
Je kunt een tabelcel opmaken als een gegevenstype dat bepaalt hoe de gegevens in de cel worden weergegeven en hoe de gegevens worden herkend door functies die naar die cel verwijzen.
Je kunt ook opgeven hoeveel cijfers er worden weergegeven achter het decimaalteken in cellen met een getal, valuta of percentage. Dit kan zelfs als de eigenlijke waarde die in de cel wordt ingevoerd, nauwkeuriger is dan de waarde die je wilt weergeven. In berekeningen wordt altijd de werkelijk ingevoerde waarde gebruikt, behalve wanneer een formule verwijst naar een cel die is opgemaakt voor tekstweergave. In dit geval wordt de weergegeven tekst (die alfabetisch of numeriek kan zijn), gebruikt in de berekening.
Je kunt de opmaak van een cel nog wijzigen nadat je al gegevens in een cel hebt ingevoerd.
Getallen
Standaard laten cellen die als getal zijn opgemaakt, evenveel cijfers achter het decimaalteken zien als je hebt ingevoerd. Je kunt deze instelling wijzigen, zodat in alle cellen van het type 'Getal' hetzelfde aantal cijfers achter het decimaalteken wordt weergegeven.
Wijzigingen in decimaalinstellingen gelden voor zowel getallen als percentages. Als je het gegevenstype van een cel bijvoorbeeld wijzigt van 'Getal' in 'Percentage', blijft het aantal cijfers achter het decimaalteken gelijk.
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Getal', 'Wetenschappelijk' of 'Breuk'.
Getal: Kies deze stijl om de standaardgetalnotatie toe te passen. Je kunt de notatie op de volgende manieren aanpassen:
Het aantal cijfers achter het decimaalteken instellen: Typ in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers dat je achter het decimaalteken wilt weergeven.
Het getypte aantal cijfers achter het decimaalteken weergeven in elke cel: Klik op de Pijl-omlaag bij 'Decimalen' totdat je de automatische instelling ziet.
Opgeven hoe negatieve waarden moeten worden weergegeven: Klik op het pop‑upmenu rechts van het veld 'Decimalen' en kies een optie.
Het scheidingsteken voor duizendtallen weergeven: Schakel het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' in.
Wetenschappelijk: Kies deze stijl om getallen in de wetenschappelijke notatie weer te geven. Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven, of kies 'Autom.' om net zo veel cijfers achter het decimaalteken weer te geven als je invoert.
Breuk: Kies deze stijl om getallen met een teller en een noemer weer te geven. Kies een optie uit het pop‑upmenu 'Nauwkeurigheid' om het maximale aantal cijfers aan te geven dat je achter het decimaalteken wilt weergeven, of om de waarde af te ronden op de dichtstbijzijnde waarde (helft, kwart, enzovoort).
Valuta (eenheid voor geldwaarde)
Standaard hebben cellen die als valuta zijn opgemaakt, twee cijfers achter het decimaalteken. Je kunt deze instelling echter wijzigen zodat altijd het ingevoerde aantal cijfers wordt weergegeven achter het decimaalteken, of zodat in alle cellen een vast aantal cijfers wordt weergegeven achter het decimaalteken.
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Valuta'.
Voer een van de volgende stappen uit:
Het getypte aantal cijfers achter het decimaalteken weergeven in een cel: Klik op de Pijl-omlaag bij 'Decimalen' totdat je de automatische instelling ziet.
Opgeven dat in alle cellen hetzelfde aantal cijfers achter het decimaalteken wordt weergegeven: Typ in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers dat je achter het decimaalteken wilt weergeven.
Om aan te geven hoe negatieve waarden moeten worden weergegeven, klik je op het pop‑upmenu rechts van het veld 'Decimalen' en kies je een optie.
Schakel het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' in om het scheidingsteken voor duizendtallen weer te geven.
Om een valutasymbool te kiezen, klik je op het pop‑upmenu 'Valuta' en kies je een symbool.
Percentages
Standaard laten cellen die als percentage zijn opgemaakt, evenveel cijfers achter het decimaalteken zien als je hebt ingevoerd. Je kunt deze instelling wijzigen, zodat in alle cellen hetzelfde aantal cijfers achter het decimaalteken wordt weergegeven.
Wijzigingen in de decimaalinstellingen gelden voor zowel percentages als getallen binnen een geselecteerd celbereik. Als je het gegevenstype van een cel bijvoorbeeld wijzigt van 'Percentage' naar 'Getal', blijft het aantal cijfers achter het decimaalteken gelijk.
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Percentage'.
Voer een van de volgende stappen uit:
Het getypte aantal cijfers achter het decimaalteken weergeven in elke cel: Klik op de Pijl-omlaag bij 'Decimalen' totdat je de automatische instelling ziet.
Opgeven dat in alle cellen hetzelfde aantal cijfers achter het decimaalteken wordt weergegeven: Typ in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers dat je achter het decimaalteken wilt weergeven.
Om aan te geven hoe negatieve waarden moeten worden weergegeven, kies je een optie uit het pop‑upmenu rechts van het veld 'Decimalen'.
Schakel het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' in om het scheidingsteken voor duizendtallen weer te geven.
Datum en tijd
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Datum en tijd'.
Kies een notatie uit het pop‑upmenu 'Datum'.
Als je 'Geen' kiest, wordt er geen datum weergegeven in de cel, zelfs als er wel een datum wordt ingevoerd en in datum- en tijdberekeningen wordt gebruikt.
Kies een notatie uit het pop‑upmenu 'Tijd'.
Als je 'Geen' kiest, wordt er geen tijd weergegeven in de cel, zelfs als er wel een tijd wordt ingevoerd en in datum- en tijdberekeningen wordt gebruikt.
Breuken
Je kunt cellen met een waarde die kleiner dan 1 is, opmaken als breuk.
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Breuk'.
Kies een optie uit het pop‑upmenu 'Nauwkeurigheid' om het maximale aantal cijfers aan te geven dat je achter het decimaalteken wilt weergeven, of om de waarde af te ronden op de dichtstbijzijnde waarde (helft, kwart, enzovoort).
Wetenschappelijke notatie
Je kunt cellen opmaken om een getal weer te geven als een aantal malen een gehele macht van 10 (een exponent).
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Wetenschappelijk'.
Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven, of kies 'Autom.' om net zoveel cijfers achter het decimaalteken weer te geven als je invoert.
Tekst
Je kunt cellen zo opmaken dat ze tekstopmaak gebruiken, als je wilt dat de gehele inhoud van een cel als tekst wordt behandeld, zelfs als het een getal betreft. Als op de cel een tekstopmaak is toegepast, wordt de waarde ervan precies zoals ingevoerd weergegeven.
Selecteer een cel of celbereik.
Klik op 'Gegevens' boven in de navigatiekolom 'Opmaak' aan de rechterkant, klik in het pop‑upmenu 'Gegevensnotatie' en kies 'Tekst'.
Als sommige tabelcellen tekst bevatten in rechts-naar-links-talen (zoals Hebreeuws of Arabisch), kun je ook de tekstrichting wijzigen in specifieke tabelcellen.