Cellen opmaken als valuta, datums en meer in Pages voor iCloud

Standaard laten cellen die als getal zijn opgemaakt, evenveel cijfers achter het decimaalteken zien als je hebt ingevoerd. Je kunt deze instelling wijzigen, zodat in alle cellen van het type 'Getal' hetzelfde aantal cijfers achter het decimaalteken wordt weergegeven.

Wijzigingen in decimaalinstellingen gelden voor zowel getallen als percentages. Als je het gegevenstype van een cel bijvoorbeeld wijzigt van 'Getal' naar 'Percentage', blijft het aantal cijfers achter het decimaalteken gelijk.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op ‘Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op ‘Gegevensnotatie’. Hier kies je ‘Getal’, ‘Wetenschappelijk’ of ‘Breuk’.

   • Getal: Kies deze stijl om de standaard getalnotatie toe te passen. Je kunt de notatie op de volgende manieren aanpassen:

     • Het aantal cijfers achter het decimaalteken instellen: Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven.

     • Het ingevoerde aantal cijfers achter het decimaalteken weergeven in elke cel: Klik op de pijl omlaag bij 'Decimalen' totdat je bij de instelling 'Autom.' komt.

     • Opgeven hoe negatieve waarden worden weergegeven: Kies een optie uit het venstermenu rechts van het veld 'Decimalen'.

     • Het scheidingsteken voor duizendtallen weergeven: Selecteer het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen'.

   • Wetenschappelijk: Kies deze stijl om getallen in de wetenschappelijke notatie weer te geven. Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven, of kies 'Autom.' om net zo veel cijfers achter het decimaalteken weer te geven als je invoert.

   • Breuk: Kies deze stijl om getallen met een teller en een noemer weer te geven. Kies een optie uit het venstermenu 'Nauwkeurigheid' om het maximale aantal cijfers aan te geven dat je wilt weergeven, of om de waarde af te ronden op de dichtstbijzijnde helft, kwart, enzovoort.

Standaard hebben cellen die als valuta zijn opgemaakt, twee cijfers achter het decimaalteken. Je kunt deze instelling echter wijzigen zodat altijd het ingevoerde aantal cijfers wordt weergegeven achter het decimaalteken, of zodat in alle cellen een vast aantal cijfers wordt weergegeven achter het decimaalteken.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op ‘Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op ‘Gegevensnotatie’. Hier kies je ‘Valuta’.

3. Ga op een van de volgende manieren te werk:

   • Het ingevoerde aantal cijfers achter het decimaalteken weergeven in een cel: Klik op de pijl omlaag bij 'Decimalen' totdat je bij de instelling 'Autom.' komt.

   • In alle cellen hetzelfde aantal decimaaltekens weergeven: Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven.

4. Om aan te geven hoe negatieve waarden worden getoond, klik je op het venstermenu rechts van het veld 'Decimalen' en kies je een optie.

5. Selecteer het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' om het scheidingsteken voor duizendtallen weer te geven.

6. Om een valutasymbool te kiezen klik je op het venstermenu 'Valuta' en vervolgens kies je een symbool.

Standaard laten cellen die als percentage zijn opgemaakt, evenveel cijfers achter het decimaalteken zien als je hebt ingevoerd. Je kunt deze instelling wijzigen, zodat in alle cellen hetzelfde aantal cijfers achter het decimaalteken wordt weergeven.

Wijzigingen in de decimaalinstellingen gelden voor zowel percentages als getallen binnen een geselecteerd celbereik. Als je het gegevenstype van een cel bijvoorbeeld wijzigt van 'Percentage' naar 'Getal', blijft het aantal cijfers achter het decimaalteken gelijk.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op ‘Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op ‘Gegevensnotatie’. Hier kies je ‘Percentage’.

3. Ga op een van de volgende manieren te werk:

   • Het ingevoerde aantal cijfers achter het decimaalteken weergeven in elke cel: Klik op de pijl omlaag bij 'Decimalen' totdat je bij de instelling 'Autom.' komt.

   • In alle cellen hetzelfde aantal decimaaltekens weergeven: Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven.

4. Om aan te geven hoe negatieve waarden worden getoond, kies je een optie uit het venstermenu rechts van het veld 'Decimalen'.

5. Selecteer het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' om het scheidingsteken voor duizendtallen weer te geven.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op ‘Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op 'Gegevensnotatie'. Hier kies je 'Datum en tijdstip'.

3. Kies een notatie uit het venstermenu 'Datum'.

   Als je 'Geen' kiest, wordt er geen datum weergegeven in de cel, zelfs als er wel een datum wordt ingevoerd en in datum- en tijdberekeningen wordt gebruikt.

4. Kies een notatie uit het venstermenu 'Tijd'.

   Als je 'Geen' kiest, wordt er geen tijd weergegeven in de cel, zelfs niet als er een tijd wordt ingevoerd en in datum- en tijdberekeningen wordt gebruikt.

Je kunt cellen met een waarde die kleiner dan één is, opmaken als breuk.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op ‘Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op 'Gegevensnotatie'. Hier kies je 'Breuk'.

3. Kies een optie uit het venstermenu 'Nauwkeurigheid' om het maximale aantal cijfers aan te geven dat je wilt weergeven, of om de waarde af te ronden op de dichtstbijzijnde helft, kwart, enzovoort.

Je kunt cellen opmaken om een getal weer te geven als een aantal malen een gehele macht van 10 (een exponent).

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op ‘Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op ‘Gegevensnotatie’. Hier kies je ‘Wetenschappelijk’.

3. Voer in het veld 'Decimalen' het aantal cijfers in dat je achter het decimaalteken wilt weergeven, of kies 'Autom.' om net zoveel cijfers achter het decimaalteken weer te geven als je invoert.

Je kunt cellen zo opmaken dat ze tekstopmaak gebruiken, als je wilt dat de gehele inhoud van een cel als tekst wordt behandeld, zelfs als het een getal betreft. Als op de cel een tekstopmaak is toegepast, wordt de waarde ervan precies zoals ingevoerd weergegeven.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Klik op 'Gegevens’ boven in de Opmaak  zijbalk rechts en klik in het venstermenu op 'Gegevensnotatie'. Hier kies je 'Tekst'.

Als sommige van je tabelcellen tekst bevatten in rechts-naar-links-talen (zoals Hebreeuws of Arabisch), dan kun je tevens de richting van de tekst veranderen in specifieke tabelcellen.