De vormgeving van diagramtekst en -labels wijzigen in Numbers op de Mac
Je kunt de vormgeving van diagramtekst wijzigen door bijvoorbeeld een andere stijl toe te passen, het lettertype te wijzigen of een rand toe te voegen.
Als een diagram niet kan worden gewijzigd, moet je het mogelijk ontgrendelen.
Het lettertype, de stijl en de grootte van diagramtekst wijzigen
Je kunt de vormgeving van alle diagramtekst in één keer wijzigen.
Klik op het diagram en klik vervolgens op de tab 'Diagram' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Gebruik de regelaars in het gedeelte 'Diagramlettertype' van de navigatiekolom om een of meer van de volgende stappen uit te voeren:
Het lettertype wijzigen: Klik op het venstermenu 'Diagramlettertype' en kies een lettertype.
De tekenstijl wijzigen: Klik op het venstermenu onder de naam van het lettertype en kies een optie (zoals 'Normaal' of 'Vet').
De lettergrootte aanpassen: Klik op de kleine A of op de grote A.
Alle tekst in het diagram wordt proportioneel (met hetzelfde percentage) vergroot of verkleind.
Zie de onderstaande onderwerpen voor meer informatie over het aanpassen van de stijl van de diagramtitel en waardelabels, zodat ze er anders uitzien dan de andere tekst.
De diagramnaam wijzigen
Diagrammen hebben een tijdelijke naam als plaatsaanduiding (Titel) die standaard verborgen is. Je kunt de diagramnaam weergeven en wijzigen.
Klik op het diagram.
Klik op de tab 'Diagram' in de navigatiekolom 'Opmaak' en schakel het aankruisvak 'Titel' in.
Klik dubbel op de plaatsaanduiding voor de naam op het diagram en typ zelf een naam.
Om de vormgeving van de naam te wijzigen, zoals het lettertype, de lettergrootte en de kleur, klik je nogmaals dubbel op de naam. Vervolgens breng je de gewenste wijzigingen aan met de regelaars in het tabblad 'Diagramnaam' in de navigatiekolom.
Om de naam naar het midden van een ringdiagram te verplaatsen, klik je op het venstermenu 'Positie titel' en kies je vervolgens 'Midden'.
Waardelabels in een diagram toevoegen en wijzigen
Diagrammen hebben labels waarin de waarden van specifieke gegevenspunten worden aangegeven. Je kunt onder meer een notatie voor de labels kiezen (bijvoorbeeld getal, valuta of percentage) en aangeven waar ze moeten staan.
Klik op het diagram en klik vervolgens op de tab 'Reeks' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Voor ballondiagrammen: Klik op de pijl naast 'Ballonlabels', schakel het aankruisvak naast 'Waarden' in, klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie waarde' en kies een optie.
Voor spreidingsdiagrammen: Klik op de pijl naast 'Waardelabels', schakel het aankruisvak naast 'Waarden' in, klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie waarde' en kies een optie.
Voor andere typen diagrammen: Klik op de pijl naast 'Waardelabels', klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie waarde' en kies een optie.
Om de waardelabels te verbergen, schakel je het aankruisvak 'Waarden' uit of kies je 'Geen' uit het venstermenu.
Pas de waardelabels verder aan (deze regelaars zijn alleen beschikbaar voor bepaalde diagramtypen):
Het aantal cijfers achter het decimaalteken instellen: Klik op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag.
Het scheidingsteken voor duizendtallen weergeven: Schakel het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' in.
Een achtervoegsel of voorvoegsel toevoegen: Voer tekst in. Deze wordt aan het begin of het einde van het label toegevoegd.
Aangeven waar labels moeten worden weergegeven: Klik op het venstermenu 'Locatie' en kies een optie zoals 'Boven', 'Midden' of 'Binnen' (welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type diagram).
Je kunt het lettertype, de kleur en de stijl van de labels wijzigen door op een waardelabel in het diagram te klikken. Gebruik vervolgens de regelaars in het gedeelte 'Lettertype' van de navigatiekolom om wijzigingen aan te brengen.
Alleen de labels voor de geselecteerde gegevensreeks worden gewijzigd. Je kunt labels voor een andere reeks wijzigen door op een van de labels te klikken en de gewenste wijzigingen aan te brengen.
Om meerdere reeksen te selecteren, klik je op een waardelabel en klik je met de Command-toets ingedrukt op een waardelabel in een andere reeks. Om alle reeksen te selecteren, klik je op een waardelabel en druk je op Command + A.
Bij het aanmaken van een diagram wordt 'Automatisch passend' automatisch ingeschakeld voor waardelabels om overlapping te voorkomen. Om alle waardelabels weer te geven, schakel je het aankruisvak naast 'Automatisch passend' uit.
Opmerking: Het lettertype van de waardelabels verandert mee wanneer je het lettertype voor het gehele diagram wijzigt.
Segmentlabels van een cirkel- of ringdiagram toevoegen en wijzigen
Je kunt de segmentlabels van een cirkel- of ringdiagram weergeven. Ook kun je voor de segmentlabels een notatie opgeven (bijvoorbeeld getal, valuta of percentage) en de vormgeving ervan wijzigen.
Klik op het diagram als je alle segmentlabels wilt wijzigen of klik op één segmentlabel als je alleen dat label wilt wijzigen.
Om meerdere segmentlabels te wijzigen, klik je op de labels met de Command-toets ingedrukt.
Klik op de tab 'Segmenten' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Om labels toe te voegen, voer je een of meer van de volgende stappen uit:
Gegevenslabels weergeven: Schakel het aankruisvak naast 'Namen gegevenspunten' in.
Gegevenswaarden weergeven: Schakel het aankruisvak naast 'Waarden' in.
Om een label voor een bepaald segment te verbergen, selecteer je het label en schakel je 'Waarden' of 'Namen gegevenspunten' uit.
Om de labels op te maken, klik je op de pijl naast 'Gegevensnotatie waarde' en voer je een of meer van de volgende stappen uit:
De getalnotatie wijzigen: Klik op het venstermenu 'Gegevensnotatie waarde' en kies een notatie (bijvoorbeeld percentage).
Kies 'Zelfde als brongegevens' als je wilt dat de waardelabels dezelfde notatie krijgen als de oorspronkelijke gegevens in de tabel.
Het aantal cijfers achter het decimaalteken instellen: Klik op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag.
Het scheidingsteken voor duizendtallen weergeven: Schakel het aankruisvak naast 'Scheidingsteken duizendtallen' in.
Kiezen hoe negatieve getallen moeten worden weergegeven: Kies '-100' of '(100)'.
Een achtervoegsel of voorvoegsel toevoegen: De tekst die je in deze vakken invoert, wordt aan het begin of het einde van het label toegevoegd.
Om de labels te positioneren en toelichtingslijnen toe te voegen die elk label met het bijbehorende segment verbinden, klik je op de pijl naast 'Labelopties' en voer je een of meer van de volgende stappen uit:
De positie van de labels wijzigen: Verschuif de regelaar 'Afstand tot midden' om te bepalen waar de labels moeten worden weergegeven. Door de labels verder uit het midden van het diagram te plaatsen, is er minder kans dat ze elkaar overlappen.
Toelichtingslijnen toevoegen: Schakel het aankruisvak naast 'Toelichtingslijnen' in. Je kunt de stijl, kleur en dikte van de toelichtingslijnen wijzigen en er eindpunten aan toevoegen.
Klik op het venstermenu en kies 'Recht' of 'Hoekig'. Bij hoekige toelichtingslijnen worden de bijschriften onder elkaar uitgelijnd (zie de afbeelding hieronder).
Je kunt het lettertype, de kleur en de stijl van de segmentlabels wijzigen door op een segmentlabel in het diagram te klikken. Gebruik vervolgens de regelaars in het gedeelte 'Lettertype' en het gedeelte 'Schaduw' van de navigatiekolom om wijzigingen aan te brengen.
Aslabels aanpassen
Je kunt opgeven welke labels op een as worden weergegeven, de namen aanpassen en de labelhoek wijzigen.
Klik op het diagram en klik vervolgens op de tab 'As' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Voer een van de volgende stappen uit:
Aswaarden op de waarde-as wijzigen: Klik op de knop 'Waarde (Y)' boven in de navigatiekolom.
Aswaarden op de categorie-as wijzigen: Klik op de knop 'Categorie (X)' boven in de navigatiekolom.
Gebruik de regelaars in de navigatiekolom om wijzigingen aan te brengen.
Om alle opties te zien, klik je op de pijlen links van de sectiekopteksten.
Als je het aankruisvak 'Asnaam' hebt ingeschakeld en de naam in het diagram wilt wijzigen, klik je op het diagram, klik je dubbel op de naam van de as in het diagram en typ je een nieuwe naam.
Je kunt het lettertype, de kleur en de stijl van de aslabels wijzigen, door op een aslabel te klikken. Gebruik vervolgens de regelaars in het gedeelte 'Lettertype' van de navigatiekolom om wijzigingen aan te brengen.
Zie Een bijschrift of titel aan objecten toevoegen in Numbers op de Mac voor meer informatie over het toevoegen van een bijschrift of label aan een diagram.
Je kunt de vormgeving van een diagram bewaren als een nieuwe stijl.