Cellen, rijen en kolommen selecteren in Numbers op de Mac
Om tabellen, cellen, rijen en kolommen aan te passen, moet je ze eerst selecteren.
Een tabel selecteren
Soms moet je een tabel selecteren in plaats van er alleen op klikken om de tabel te kunnen aanpassen. Door te selecteren zorg je ervoor dat de tabel geschikt is voor de stappen die je moet uitvoeren.
Klik op de tabel en klik vervolgens linksboven op . Er verschijnen drie witte blokjes op de randen van de tabel als deze is geselecteerd.
Cellen selecteren
Een cel selecteren: Klik erop.
Een cel selecteren om inhoud toe te voegen of te wijzigen: Klik dubbel op de cel.
Een bereik met aangrenzende cellen selecteren: Klik op een cel en sleep een witte stip in de gewenste richting over het bereik met aangrenzende cellen.
Als je de gele stip sleept, kopieer je de celinhoud naar de rijen waar je overheen sleept. Als je dit per ongeluk doet, sleep je de gele stip terug naar de oorspronkelijke plaats of druk je op Command + Z op het toetsenbord om de bewerking ongedaan te maken.
Afzonderlijke cellen selecteren: Klik op een cel en klik met de Command-toets ingedrukt op de andere cellen.
Vergelijkbare cellen in een draaitabel selecteren: Klik op een cel, klik met de Control-toets ingedrukt en kies vervolgens 'Selecteer vergelijkbare cellen'. Je kunt bijvoorbeeld één cel in een rij met totalen selecteren en vervolgens 'Selecteer vergelijkbare cellen' kiezen om ze allemaal te selecteren.
Als je een tabelcel selecteert, wordt de slimme celweergave onder aan het Numbers-venster weergegeven. De slimme celweergave bevat de werkelijke waarde van een geselecteerde cel (bijvoorbeeld "3 apr. 2014 12:00"), of de opgemaakte waarde van een cel als je deze wijzigt (bijvoorbeeld "3-4").
Als de geselecteerde cel een formule bevat, wordt in de slimme celweergave de formule weergegeven. Als je de formule wijzigt, wordt in de slimme celweergave het formuleresultaat weergegeven.
Je kunt ook een celbereik selecteren om in de slimme celweergave snelle berekeningen voor deze cellen weer te geven, zoals de som, het gemiddelde, de minimumwaarde en de maximumwaarde.
Rijen en kolommen selecteren
Klik op de tabel.
Boven de kolommen verschijnen letters en links van de rijen verschijnen nummers.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Eén rij of kolom selecteren: Klik op het nummer of de letter voor de rij of kolom.
Meerdere aangrenzende rijen of kolommen selecteren: Klik op het nummer of de letter voor de eerste rij of kolom en sleep een witte stip over de aangrenzende rijen of kolommen.
Afzonderlijke rijen of kolommen selecteren: Klik met de Command-toets ingedrukt op alle gewenste rijnummers of kolomletters.