U wordt uitgenodigd deel te nemen aan een korte enquête om ons te helpen uw online ervaring met Apple Support te verbeteren. Selecteer Ja als u wilt deelnemen.
Toegankelijkheidsinstellingen wijzigen voor 'Aanwijzerbediening' op de Mac
Gebruik op je Mac de instellingen voor 'Aanwijzerbediening' om de muis en de trackpad eenvoudiger te gebruiken, muistoetsen in te schakelen, bepaalde muisacties uit te voeren met toetscombinaties, hulpschakelaars of gezichtsuitdrukkingen, of de aanwijzer te verplaatsen met de hoofdaanwijzerfunctie. De beschikbare opties zijn afhankelijk van de Mac die je gebruikt.
Om deze instellingen te wijzigen, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik je op 'Toegankelijkheid' in de navigatiekolom en klik je vervolgens aan de rechterkant op 'Aanwijzerbediening'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Hiermee kun je instellen hoe snel de muis of trackpad reageert wanneer je dubbel op een onderdeel klikt.
Openspringen
Als deze optie is ingeschakeld, kun je een onderdeel naar een map slepen en daar vasthouden om de map te openen.
Openspringsnelheid
Als 'Openspringen' is ingeschakeld, kun je hier instellen hoelang een onderdeel zich boven een map moet bevinden voordat de map wordt geopend.
Negeer ingebouwde trackpad als muis of draadloze trackpad is aangesloten
Hiermee wordt de ingebouwde trackpad van je Mac uitgeschakeld wanneer je een muis of een draadloze trackpad gebruikt.
Als je een muis van een andere fabrikant gebruikt, is het mogelijk dat deze optie niet werkt zoals verwacht. Raadpleeg de documentatie bij de muis voor informatie.
Trackpadopties
Stel opties in voor de trackpad:
Gebruik trackpad om te scrollen: Hiermee schakel je scrollen in of uit.
Gebruik traagheid tijdens scrollen: Stel in wat er gebeurt wanneer je je vinger van de trackpad haalt. Als deze optie is ingeschakeld, stopt het scrollen geleidelijk. Als de optie is uitgeschakeld, stopt het scrollen meteen.
Scrolsnelheid: De snelheid waarmee je bij gebruik van de trackpad door documenten en vensters scrolt.
Gebruik trackpad om te slepen: Hiermee schakel je slepen in of uit.
Sleepstijl: Kies een optie voor het slepen.
Zonder sleepvergrendeling: Tik dubbel op een onderdeel en sleep het onderdeel vervolgens zonder je vinger los te laten na de tweede tik. Wanneer je je vinger optilt, stopt het onderdeel met bewegen.
Het onderdeel kan nog een fractie van een seconde worden gesleept (dus je kunt je vinger verplaatsen als deze zich aan de rand van de trackpad bevindt). Om verder slepen onmiddellijk te voorkomen, tik je eenmaal op de trackpad.
Met sleepvergrendeling: Tik dubbel op een onderdeel en sleep het onderdeel vervolgens zonder je vinger los te laten na de tweede tik. Het slepen gaat door als je je vinger optilt en stopt wanneer je één keer op de trackpad tikt.
Slepen met drie vingers: Sleep een onderdeel met drie vingers. Het slepen stopt als je je vingers van de trackpad haalt.
Muisopties
Klik om opties in te stellen voor de muis:
Gebruik muis om te scrollen: Hiermee schakel je scrollen in of uit (bijvoorbeeld voor een Magic Mouse).
Gebruik traagheid tijdens scrollen: Stel in wat er gebeurt wanneer je je vinger van de muis haalt. Als deze optie is ingeschakeld, stopt het scrollen geleidelijk. Als de optie is uitgeschakeld, stopt het scrollen meteen.
Scrolsnelheid: De snelheid waarmee je bij gebruik van de muis door documenten en vensters scrolt.
Opmerking: Als Muistoetsen is ingeschakeld, kun je geen tekst invoeren met het toetsenbord of het numerieke toetsenblok.
Klik op de infoknop om de functies aan te passen:
Druk vijf keer op Option om de muistoetsen te (de)activeren: Je kunt met het toetsenbord muistoetsen in- of uitschakelen.
Negeer ingebouwde trackpad als muistoetsen actief zijn: Hiermee wordt de trackpad van je Mac uitgeschakeld wanneer je de functie Muistoetsen gebruikt.
Aanvangsvertraging: Hiermee stel je in hoe snel de aanwijzer begint te bewegen wanneer je een toets indrukt.
Maximumsnelheid: Hiermee stel je de maximumsnelheid in waarmee de aanwijzer mag bewegen.
Alternatieve aanwijzeracties
Gebruik toetscombinaties, hulpschakelaars of gezichtsuitdrukkingen (zoals een glimlach of open mond) om links te klikken, rechts te klikken, dubbel te klikken, driemaal te klikken of te slepen en neer te zetten.
Om toetsen, schakelaars en gezichtsuitdrukkingen op te geven of te bekijken, klik je op de infoknop :
Om de naam of actie te wijzigen die aan een toets, schakelaar of gezichtsuitdrukking is toegewezen, klik je dubbel op het onderdeel in de lijst of selecteer je het en klik je op de knop 'Wijzig' . Vervolgens volg je de instructies op het scherm.
Om een nieuwe toets, schakelaar of gezichtsuitdrukking aan de lijst toe te voegen, klik je op de knop met het plusteken en volg je de instructies op het scherm.
Om een toets, schakelaar of gezichtsuitdrukking uit de lijst te verwijderen, selecteer je het onderdeel en klik je vervolgens op de knop met het minteken .
Selecteer 'Speel geluid af' om een bevestiging te horen dat de schakelaar is herkend.
Selecteer 'Toon acties visueel' om op het scherm een bevestiging te zien dat de schakelaar is herkend.
Om de camera voor de herkenning van gezichtsuitdrukkingen te kiezen, klik je op 'Camera-opties' en vervolgens op 'Camera'. Deze optie is alleen beschikbaar als je een gezichtsuitdrukking hebt toegevoegd aan de lijst met schakelaars.
Om in te stellen hoe sterk een gezichtsuitdrukking moet zijn voordat de camera die herkent en een actie wordt uitgevoerd, klik je op 'Uitdrukkingen'. Kies vervolgens 'Licht', 'Standaard' of 'Overdreven' voor een uitdrukking.
(Voor alternatieve aanwijzeracties en de hoofdaanwijzerfunctie worden dezelfde camera en uitdrukkingssterkte gebruikt.)
Opmerking: Links klikken, rechts klikken, dubbel klikken en driemaal klikken worden uitgevoerd zodra je de opgegeven schakelaar gebruikt. Als je de schakelaar bijvoorbeeld op 'Klik links' instelt voor de gezichtsuitdrukking 'Steek tong uit', wordt er links geklikt zodra je je tong uitsteekt.
Voor slepen en neerzetten moet je een schakelaar twee keer gebruiken: één keer om te slepen en vervolgens opnieuw om neer te zetten. Als je bijvoorbeeld 'Steek tong uit' gebruikt, wordt slepen geactiveerd zodra je je tong uitsteekt. Om neer te zetten, moet je je tong opnieuw uitsteken.
Aanwijzer beweegt: Geef aan hoe de aanwijzer de beweging van je gezicht of hoofd moet volgen:
Indien gericht op schermranden: De aanwijzer volgt de richting waarin je je gezicht wegdraait van het midden van het scherm, vergelijkbaar met de manier waarop je een joystick beweegt. Om de aanwijzer te stoppen, draai je je gezicht weer naar het midden van het scherm. Als je je gezicht bijvoorbeeld naar de rechterbenedenhoek van het scherm draait, wordt de aanwijzer naar die kant van het Dock verplaatst.
Ten opzichte van hoofd: De aanwijzer volgt de richting waarin je je hoofd beweegt (ongeacht de richting waarin je gezicht is gedraaid), vergelijkbaar met de manier waarop je een muis beweegt. Om de aanwijzer te stoppen, houd je je hoofd stil. Als je je hoofd bijvoorbeeld naar links beweegt (terwijl je gezicht naar rechts is gedraaid), wordt de aanwijzer naar links verplaatst.
Aanwijzersnelheid: De snelheid waarmee de aanwijzer wordt verplaatst als je je gezicht draait of je hoofd beweegt. Hoe lager het getal, hoe langzamer de aanwijzer beweegt. Hoe hoger het getal, hoe sneller de aanwijzer beweegt.
Afstand tot rand: Als de hoofdaanwijzerfunctie is ingesteld op 'Indien gericht op schermranden', geef je op hoe ver je gezicht van het midden van het scherm moet zijn weggedraaid voordat de aanwijzer begint te bewegen. Wanneer je een hoger getal opgeeft, kan de camera gemakkelijker onderscheid maken tussen opzettelijke en onopzettelijke bewegingen.
Camera-opties: Om de camera voor de herkenning van de beweging van je gezicht of hoofd te kiezen, klik je op 'Camera-opties' en vervolgens op 'Camera'.
Om in te stellen hoe sterk een gezichtsuitdrukking moet zijn voordat de camera die herkent en een actie wordt uitgevoerd, klik je op 'Uitdrukkingen'. Kies vervolgens 'Licht', 'Standaard' of 'Overdreven' voor een uitdrukking.
(Voor de hoofdaanwijzerfunctie en alternatieve aanwijzeracties worden dezelfde camera en uitdrukkingssterkte gebruikt.)
Gebruik een schakelaar of gezichtsuitdrukking om te pauzeren of te hervatten: Om een toets, hulpschakelaar of gezichtsuitdrukking op te geven voor het pauzeren en hervatten van de hoofdaanwijzerfunctie, klik je op de infoknop en volg je de instructies op het scherm. Wanneer je niet achter je Mac zit, kan het handig zijn om de hoofdaanwijzerfunctie te pauzeren.
Gebruik een schakelaar of gezichtsuitdrukking om te herkalibreren: Om een toets, hulpschakelaar of gezichtsuitdrukking op te geven voor het opnieuw kalibreren van de hoofdaanwijzerfunctie, klik je op de infoknop en volg je de instructies op het scherm. Zie De hoofdaanwijzer opnieuw kalibreren.
Om muistoetsen of de hoofdaanwijzerfunctie snel in of uit te schakelen via het paneel met snelle opties voor toegankelijkheid, druk je op Option + Command + F5. (Als de Mac of Magic Keyboard Touch ID heeft, kun je ook drie keer snel achter elkaar op Touch ID drukken.)
Om aan te geven welke opties in het paneel beschikbaar zijn (of welke voorzieningen worden in- of uitgeschakeld wanneer je drie keer achter elkaar op Touch ID drukt), kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik je op 'Toegankelijkheid' in de navigatiekolom en klik je vervolgens aan de rechterkant op 'Toetscombinatie'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)