Werken met de spoorregelaars in GarageBand voor de iPhone
Elk Touch-instrument heeft een aantal spoorregelaars waarmee je het volume, de panningpositie (stereogeluid) en de effecten kunt instellen. Ook kun je het instrument als solo-instrument instellen, zodat je het afzonderlijk kunt beluisteren, de opnamen op het spoor van het instrument kwantiseren of transponeren en de mastereffecten wijzigen. Je kunt de instellingen voor spoorregelaars bewaren en in een ander spoor of project gebruiken. De spoorregelaars van een Touch-instrument zijn beschikbaar wanneer het instrument wordt bespeeld en wanneer het spoor in de sporenweergave is geselecteerd.
De spoorregelaars openen
Tik op de spoorregelaarsknop in de regelbalk.
Tik op de iPhone SE op de instellingenknop in de regelbalk en tik vervolgens op 'Spoorregelaars'.
Het geluid van een spoor uitschakelen of een spoor solo afspelen
Het geluid van een spoor in- of uitschakelen: Tik op de knop 'Geluid uit' .
De solomodus van het spoor in- of uitschakelen: Tik op de soloknop .
Het volume en de panningpositie van het spoor aanpassen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de schuifknop voor het spoorvolume naar links of naar rechts.
Sleep de schuifknop voor spoorpanning naar links of naar rechts.
Je kunt ook veranderingen in het volume van sporen automatiseren. Als je het volume hebt geautomatiseerd, kan de schuifknop 'Spoorvolume' niet worden bijgesteld.
De spoorcompressie aanpassen
Met een compressor kun je het verschil tussen de luidste en zachtste delen van een spoor gladstrijken, en het spoor meer laten opvallen of energieker laten klinken.
Sleep de schuifknop 'Compressor' naar links of rechts.
De hoge tonen en bas van het spoor aanpassen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de schuifknop 'Hoge tonen' naar links of rechts.
Sleep de schuifknop 'Bas' naar links of rechts.
Segmenten in het spoor kwantiseren
Je kunt de timing van de opnamen in een spoor corrigeren ten opzichte van een bepaalde nootwaarde (kwantiseren). Nadat je kwantisering voor een spoor hebt ingeschakeld, worden nieuwe opnamen of loops die je aan het spoor toevoegt ook gekwantiseerd.
Tik op 'Spoorinstellingen' en tik vervolgens op 'Kwantisering'.
De kwantiseringswaarden zijn onderverdeeld in drie categorieën: 'Strak', 'Triool' en 'Swing'.
Tik op een van de categorieën en kies de nootwaarde waarop je de segmenten wilt kwantiseren.
Kwantisering is van toepassing op alle segmenten van het spoor in het huidige gedeelte van het nummer. Je kunt echter andere kwantiseringswaarden kiezen voor andere gedeelten van het nummer in hetzelfde spoor. Wanneer je een segment naar een ander gedeelte met een andere kwantiseringswaarde verplaatst of kopieert, wordt de waarde weergegeven als 'Meerdere'. Meer informatie over gedeelten van nummers en kwantisering vind je in Gedeelten aan een nummer toevoegen in GarageBand voor de iPhone.
Segmenten in het spoor transponeren
Je kunt de toonhoogte van de opnamen of loops in een spoor met een of meer halve tonen of octaven verhogen of verlagen (transponeren). Nadat je transpositie voor een spoor hebt ingeschakeld, worden nieuwe opnamen of loops die je aan het spoor toevoegt ook getransponeerd.
Segmenten die zijn opgenomen met gitaar, bas of snaarinstrumenten, kunnen niet worden getransponeerd.
Tik op 'Spoorinstellingen' en tik vervolgens op 'Transpositie'.
Om de toonhoogte met octaven te transponeren, tik je bij 'Octaven' op de pijl omhoog of omlaag. Je kunt ook verticaal vegen om de toonhoogte met meerdere octaven te transponeren.
Om de toonhoogte met halve tonen te transponeren, tik je bij 'Halve tonen' op de pijl omhoog of omlaag. Je kunt ook verticaal vegen om de toonhoogte met meerdere halve tonen te transponeren.
Transpositie is van toepassing op alle segmenten in het spoor in het huidige gedeelte van het nummer. Je kunt echter andere transpositiewaarden kiezen voor andere gedeelten van het nummer in hetzelfde spoor. Wanneer je een segment naar een ander gedeelte met een andere transpositiewaarde verplaatst of kopieert, wordt de waarde weergegeven als 'Meerdere'. Meer informatie over gedeelten van nummers en transpositie vind je in Gedeelten aan een nummer toevoegen in GarageBand voor de iPhone.
Opnamen in een spoor samenvoegen
Opnamen die zijn gemaakt met Touch-instrumenten, kun je samenvoegen tot meer complexe partijen. Wanneer je samenvoegen hebt ingeschakeld, kun je een gedeelte opnemen en vervolgens een nieuwe gedeelte opnemen wanneer de afspeelkop opnieuw begint bij het begin van het gedeelte. De gedeelten worden samengevoegd tot één segment.
De schakelaar 'Voeg opnamen samen' is beschikbaar wanneer er een spoor is geselecteerd dat samenvoegen ondersteunt. Samenvoegen is standaard ingeschakeld voor Drums en uitgeschakeld voor de andere Touch-instrumenten die worden ondersteund. Met 'Voeg opnamen samen' kun je daarnaast noten voor een instrument opnemen, vervolgens veranderingen aan draaiknoppen en andere regelaars opnemen en de twee samenvoegen.
Samenvoegen in- of uitschakelen: Tik op 'Spoorinstellingen', tik op 'Opnemen' en tik vervolgens op de schakelaar 'Voeg opnamen samen'.
De opties 'Take-opname' en 'Voeg opnamen samen' kunnen niet gelijktijdig geactiveerd zijn. Meer informatie over take-opnamen vind je in Meerdere takes opnemen.
De mastereffecten wijzigen
Elk nummer heeft een reeks mastereffecten, zoals masterecho (vertraging) en mastergalm. Nadat je de mastereffecten voor het nummer hebt gekozen, kun je met de schuifknoppen voor het echo- en galmniveau instellen hoeveel van het mastereffect aan elk instrument in het nummer wordt toegevoegd.
Tik op 'Mastereffecten'.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Tik op 'Echo' en kies vervolgens een nieuwe voorinstelling voor masterecho in de lijst.
Tik op 'Galm' en kies vervolgens een nieuwe voorinstelling voor mastergalm in de lijst.
Als je de oorspronkelijke instellingen van de mastereffecten wilt herstellen, tik je op één of op beide effecten en vervolgens op 'Standaard'.
De mastereffectniveaus van het spoor aanpassen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de schuifknop voor het echoniveau naar links of naar rechts.
Sleep de schuifknop voor het galmniveau naar links of naar rechts.