Tokens en toegangscodes beheren in Apple Configurator op een Mac
Een ontgrendelingstoken bewaren
Je gebruikt een ontgrendelingstoken om een beheerd apparaat te ontgrendelen wanneer een gebruiker de toegangscode van het apparaat niet meer weet. Je moet de ontgrendelingstokens voor apparaten bewaren wanneer de apparaten voor het eerst worden geconfigureerd.
Als je een blauwdruk aanmaakt voor verschillende apparaten, moet je de taak 'Bewaar ontgrendelingstoken' toevoegen, zodat de ontgrendelingstokens tijdens de configuratie van de apparaten op de Mac worden bewaard.
Selecteer in Apple Configurator 2 op je Mac een apparaat of blauwdruk en kies vervolgens 'Taken' > 'Geavanceerd' > 'Bewaar ontgrendelingstoken'.
De toegangscode van een apparaat wissen
Als een gebruiker de toegangscode van een beheerd apparaat is vergeten, kun je de code wissen met behulp van het ontgrendelingstoken.
Selecteer in Apple Configurator 2 op je Mac een apparaat of blauwdruk en kies vervolgens 'Taken' > 'Geavanceerd' > 'Wis toegangscode'.
Op beheerde apparaten met iOS 8 of hoger kun je voorkomen dat de gebruiker de toegangscode van het apparaat wijzigt door een configuratieprofiel toe te voegen waarin de instelling 'Sta aanpassen van toegangscode toe' is uitgeschakeld. Zie iOS-beperkingen in Instellingen voor mobielapparaatbeheer.
De beperkingencode wissen
Een gebruiker kan een beperkingencode instellen op een apparaat om bepaalde beperkingen af te dwingen. Op deze manier kan worden voorkomen dat iemand anders die het apparaat gebruikt, toegang heeft tot bepaalde apps of voorzieningen. Dit kun je doen via 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Beperkingen' op het apparaat.
De beperkingencode hoeft niet hetzelfde te zijn als de toegangscode van het apparaat. Op beheerde apparaten kun je de beperkingencode wissen met behulp van het commando 'Wis beperkingencode'.
Selecteer in Apple Configurator 2 op je Mac een apparaat of blauwdruk en kies vervolgens 'Taken' > 'Geavanceerd' > 'Wis beperkingencode'.