Aan de slag met VoiceOver
-
- VoiceOver automatisch gebruiken in het inlogvenster
- De standaardwerking van functietoetsen wijzigen
- Commando's zoeken met het Commando's-menu
- De speciale VoiceOver-toets gebruiken
- Aangeven dat VoiceOver de volgende toetsaanslag moet negeren
- De geluidssignalen van VoiceOver leren of dempen
- Hints en informatie over een onderdeel horen
- Positionele audio gebruiken
- Werken met inhoudsgebieden en -groepen
- Melding van wijzigingen in voortgang of status
- Onderdelen selecteren en de selectie van onderdelen opheffen
- Onderdelen slepen en neerzetten
- De functie 'Cursor volgen' configureren of uitschakelen
- VoiceOver-programma gebruiken
-
- Bureaublad
- Finder
- Dock
- Launchpad
- Berichtencentrum
- Meldingen
- Een alternatieve taak van een onderdeel uitvoeren
- Klikken of dubbel klikken met de muis
- Knoppen, aankruisvakken en andere regelaars
- Mission Control
- Een programma schermvullend gebruiken
- Geopende programma's en vensters horen
- Schakelen tussen programma's en vensters
- Navigeren in programmavensters met behulp van vensterspots
- Vensters en objecten verplaatsen en de grootte ervan wijzigen
- Inloggen op een gecodeerde account zonder VoiceOver
- VoiceOver gebruiken in combinatie met de Touch Bar
-
- Steminstellingen wijzigen
- Het detailniveau voor spraak of braille aanpassen
- In de rotor weergegeven webonderdelen aanpassen
- De uitspraak van tekst en symbolen aanpassen
- Aangepaste labels aanmaken
- Commando's toewijzen aan toetsen op het toetsenbord of toetsenblok
- Voorkeuren exporteren, importeren en opnieuw instellen
- Overdraagbare voorkeuren gebruiken
- VoiceOver-activiteiten gebruiken
-
- De categorie 'Algemeen'
- Het paneel 'Spraak' van de categorie 'Detailniveau'
- Het paneel 'Braille' van de categorie 'Detailniveau'
- Het paneel 'Tekst' van de categorie 'Detailniveau'
- Het paneel 'Aankondigingen' van de categorie 'Detailniveau'
- Het paneel 'Hints' van de categorie 'Detailniveau'
- Het paneel 'Stemmen' van de categorie 'Spraak'
- Het paneel 'Uitspraak' van de categorie 'Spraak'
- De categorie 'Navigatie'
- Het paneel 'Navigatie' van de categorie 'Web'
- Het paneel 'Pagina laden' van de categorie 'Web'
- Het paneel 'Webrotor' van de categorie 'Web'
- De categorie 'Geluid'
- Het paneel 'Cursor' van de categorie 'Visueel'
- Het paneel 'Panelen en menu's' van de categorie 'Visueel'
- Het paneel 'Aanraken' van de categorie 'Visueel'
- Het paneel 'Trackpad' van de categorie 'Commando's'
- Het paneel 'Bewegingen trackpadcommando's'
- Het paneel 'Numblok' van de categorie 'Commando's'
- Het paneel 'Toetsenbord' van de categorie 'Commando's'
- Het paneel 'Snelnavigatie' van de categorie 'Commando's'
- Het paneel met toetstoewijzingen voor snelnavigatiecommando's
- Het paneel 'Lay-out' van de categorie 'Braille'
- Het paneel 'Leesregels' van de categorie 'Braille'
- De categorie 'Activiteiten'
Aangepaste labels aanmaken
Je kunt labelnamen opgeven of wijzigen voor elementen van de gebruikersinterface (zoals afbeeldingen, knoppen, tabellen en scrolgebieden) en voor koppelingen. Vervolgens kun je je aangepaste labels exporteren naar een bestand om deze te delen met andere gebruikers.
Opmerking: "VO" staat voor de speciale VoiceOver-toets.
Plaats de VoiceOver-cursor op het element of de koppeling waarvoor je een label wilt aanmaken.
Druk op VO + /.
Typ in het dialoogvenster het label dat je wilt gebruiken en druk op de Return-toets.
Wanneer je een aangepast label aanmaakt, worden relevante gegevens van het element of de koppeling en de locatie aan het label gekoppeld. Als het element of de koppeling ingrijpend wordt gewijzigd, wordt het element of de koppeling mogelijk niet meer herkend door VoiceOver. Dit is bijvoorbeeld het geval als het element of de koppeling naar een andere locatie wordt verplaatst. Als dit gebeurt, maak je het aangepaste label opnieuw aan.
Je kunt geen labels aanmaken voor knoppenbalken en groepen.
Wanneer je een voorkeurenbestand importeert dat aangepaste labels bevat, worden deze labels samengevoegd met de huidige set aangepaste labels.