Commandoregel-teksteditors gebruiken in Terminal
Bestanden met niet-opgemaakte tekst kun je in Terminal bewerken met behulp van een commandoregel-teksteditor.
Teksteditors zijn de oudste programma's die in een besturingssysteem beschikbaar zijn en kennen uiteenlopende uitvoeringen: van volledig automatische teksteditors waarin je opgeeft wat er met tekst moet gebeuren waarna de computer het werk doet, tot veel interactievere teksteditors die tekst in uiteenlopende structuren kunnen wijzigen (en bewaren).
Voor algemene doeleinden kun je het beste werken met een van de teksteditors die bij macOS worden geleverd. Als je de voorkeur geeft aan een grafische teksteditor, gebruik je het programma Teksteditor (in Launchpad). Anders kun je een van de vele beschikbare commandoregel-editors proberen. De drie meest uitgebreide commandoregel-teksteditors die bij macOS worden meegeleverd, zijn:
Nano nano
is een eenvoudige commandoregel-editor. Dit programma is in de plaats gekomen van Pico en de gebruiksinstructies voor Pico kunnen worden gebruikt voor nano
. Als je het commando typt om Pico te openen, wordt nano
uitgevoerd. nano
is een goed programma als je nog niet eerder een commandoregel-editor hebt gebruikt, vanwege de duidelijke informatie op het scherm tijdens het werken met nano.
Vim vim
is een vi
-compatibele teksteditor. Dit programma heeft veel krachtige voorzieningen voor het weergeven, doorzoeken en wijzigen van documenten. De basisbewerkingen zijn eenvoudig te leren en daarnaast heeft het programma veel extra functies. De meeste functies zijn toegankelijk via een toetscombinatie. vim
, of de editor waarop vim is gebaseerd, vi
, is te vinden in de meeste UNIX-besturingssystemen. Als je veel bewerkingen uitvoert vanaf de commandoregel, is dit een goede editor om mee te leren werken, maar als je slechts zo nu en dan een commandoregel-editor nodig hebt, hoef je je hier niet in te verdiepen.
Emacs Net als vim
is emacs
een uiterst complete editor die op de meeste UNIX-besturingssystemen terug te vinden is. emacs
heeft niet alleen krachtige bewerkingsvoorzieningen, maar is ook bijzonder goed aan te passen. Aparte modules bieden extra functies, zodat je vanuit de emacs
-interface veel meer kunt doen dan alleen tekst wijzigen. Deze editor is heel geschikt voor eenvoudige bewerkingen en heeft daarnaast veel extra functies. Net als bij vim
kun je in emacs
gebruikmaken van toetscombinaties voor een groot aantal verschillende functies. Deze toetscombinaties moeten wel uit het hoofd worden geleerd, dus voor emacs
is het het handigst als je de commandoregel vaak gebruikt.
Als je de commandoregel nog niet hebt gebruikt en je niet verwacht deze vaak nodig te hebben voor bewerkingen, is nano
waarschijnlijk de beste keuze. Als je verwacht de commandoregel-omgeving vaak nodig te hebben, is het waarschijnlijk de moeite waard om vim
of emacs
te leren. Beide editors kennen een compleet verschillende opzet, dus probeer ze allebei uit om na te gaan welke je prettiger vindt werken.
Je opent een commandoregel-editor door de naam van de editor te typen, gevolgd door een spatie en de naam van het bestand dat je wilt openen. Als je een nieuw bestand wilt aanmaken, typ je de naam van de editor, gevolgd door een spatie en de padnaam van het bestand. Als je in
nano
bijvoorbeeld een nieuw bestand wilt openen met de naam "mijnBestand.conf" in de map Documenten, typ je het volgende:$ nano ~/Documents/myFile.conf
Zie de respectieve man-pagina's voor meer informatie over het gebruik van nano
, vim
of emacs
.