Opdrachten uitvoeren vanaf de commandoregel
Je kunt met de Terminal-app op de Mac een opdracht uitvoeren vanaf de commandoregel. Opdrachten uitvoeren vanaf de commandoregel is niet anders dan opdrachten uitvoeren met de Opdrachten-app; je kunt hiermee documenten, afbeeldingen, tekst en dergelijke doorgeven. Vervolgens kan de opdracht het resultaat doorgeven aan een ander proces of naar een bestand schrijven.
Hoewel je vrijwel elke opdracht vanaf de commandoregel kunt uitvoeren, zijn de efficiëntste opdrachten opdrachten die geen waarschuwingen tonen en niet om invoer vragen. Wanneer een opdracht om invoer vraagt, pauzeert het commandoregelproces in afwachting van invoer door de gebruiker. In plaats van een 'Selecteer'-taak te gebruiken, kun je je opdracht zo configureren dat deze specifieke inhoud als invoer moet ontvangen en dat er om inhoud wordt gevraagd als deze inhoud niet wordt ontvangen. Zie De invoer voor een opdracht beperken wanneer deze wordt uitgevoerd vanuit een andere app op de Mac. Door afbeeldingen aan de opdracht te laten doorgeven en erom te laten vragen wanneer er geen afbeeldingen zijn, kan een opdracht overal worden uitgevoerd en wordt de gebruiker alleen om invoer gevraagd als dat nodig is.
Opdrachten uitvoeren vanaf de commandoregel
Opdrachten worden uitgevoerd met het commando shortcuts
. Voor het uitvoeren van een opdracht met de naam 'Voeg afbeeldingen samen' moet er rekening worden gehouden met de spaties. Gebruik hiervoor een van de volgende commando's:
shortcuts run "Voeg afbeeldingen samen"
of shortcuts run Voeg\ afbeeldingen\ samen
Je kunt afbeeldingen aan de opdracht doorgeven met de optie -i
of --input-path
. Je kunt afbeeldingspaden doorgeven met door spaties gescheiden absolute of relatieve paden. Ook kun je jokertekens gebruiken. Om de opdracht 'Voeg afbeeldingen samen' te gebruiken en alle JPEG-bestanden op het bureaublad door te geven, kun je het volgende commando gebruiken:
shortcuts run "Voeg afbeeldingen samen" -i ~/Bureaublad/*.jpg
Opmerking: Wanneer je een bestandspad doorgeeft met een sluisteken (|
), wordt het pad als tekst verwerkt. Gebruik de optie -i
om te zorgen dat je invoer als bestandspaden wordt verwerkt.
Als je opdracht eindigt met een taak waarmee tekst, een afbeelding of een bestand wordt gegenereerd, of als je de taak Stop en voer uit gebruikt, kun je met de optie -o
of --output-path
de uitvoer op een intelligente manier naar een bestand laten schrijven. Je kunt bijvoorbeeld tekst laten uitvoeren naar een pdf- of txt-bestand door een pad met de desbetreffende bestandsextensie op te geven. Om met de opdracht 'Voeg afbeeldingen samen' alle afbeeldingen op het bureaublad in één png-bestand samen te voegen, kun je het volgende commando gebruiken:
shortcuts run "Voeg afbeeldingen samen" -i ~/Bureaublad/*.jpg -o ~/Bureaublad/gecombineerd.png
Als de opdracht een taak heeft die eindigt met uitvoer of als de opdracht een taak 'Stop en voer uit' heeft, kun je de uitvoer met het sluisteken |
naar een ander commando doorsturen. Je kunt het type uitvoer definiëren (bijvoorbeeld JPEG in plaats van tekst) door de optie --output-type
te gebruiken met een Uniform Type Indicator. Om met de opdracht 'Voeg afbeeldingen samen' alle afbeeldingen op het bureaublad samen te voegen en als RTFD door te geven aan een ander commando, kun je het volgende commando gebruiken:
shortcuts run "Voeg afbeeldingen samen" -i ~/Bureaublad/*.jpg --output-type com.apple.rtfd | …
Zie System-Declared Uniform Type Identifiers voor een lijst met Uniform Type Indicators.
Het commando shortcuts
sluit bij succes af met 0
en bij een fout met 1
.
De lijst met opdrachten weergeven op de commandoregel
Misschien wil je controleren of een opdracht bestaat voordat je andere automatiseringstaken uitvoert of wil je een lijst met opdrachten zien wanneer de GUI niet beschikbaar is. Je kunt een overzicht van alle beschikbare opdrachten weergeven met het commando shortcuts list
. Daarnaast kun je een overzicht van de opdrachten in aangepaste mappen weergeven. Gebruik de optie -f
en geef de naam van een aangepaste map op. Als je bijvoorbeeld alle opdrachten in je aangepaste map met de naam 'Muziek' wilt weergeven, gebruik je het volgende commando:
shortcuts list -f Muziek
Opmerking: Je kunt de optie -f
alleen voor aangepaste mappen gebruiken en niet voor gegenereerde mappen zoals 'Snelle taken', 'Menubalk', enzovoort.
Gebruik de volgende opdracht om in plaats van de opdrachten een overzicht van al je mappen weer te geven:
shortcuts list --folders
Opdrachten weergeven vanaf de commandoregel
Je kunt een opdracht in de editor openen met shortcuts view
. Zo kun je bijvoorbeeld een opdracht waarbij fouten optreden bekijken en herstellen. Om een opdracht met de naam 'Opdracht met fouten' te bekijken, gebruik je het volgende commando:
shortcuts view "Opdracht met fouten"
Opdrachten ondertekenen vanaf de commandoregel
Je kunt een opdracht die je eerder hebt geëxporteerd ondertekenen met het commando shortcuts sign
. Wanneer je een opdracht ondertekent, ontvangt Apple een kopie ervan ter validatie (om te voorkomen dat er met de opdracht wordt geknoeid als je deze met anderen deelt). Er zijn twee modi voor het ondertekenen van opdrachten:
Iedereen: Iedereen kan je opdracht importeren.
Personen die mij kennen: Alleen personen die jou in hun contactenlijst hebben staan, kunnen de opdracht importeren. Je contactgegevens worden in het opdrachtbestand opgenomen.
Om een opdracht met de naam 'Deel mij' te ondertekenen, gebruik je het volgende commando:
shortcuts sign --mode people-who-know-me --input "Deel mij.shortcut" --output "Deel mij signed.shortcut"
Zie Opdrachten delen op de Mac voor informatie over het delen van opdrachten.
Hoewel je x-callback-urls kunt gebruiken om opdrachten vanaf de commandoregel uit te voeren en weer te geven, heb je voor intelligente invoer en uitvoer het commando shortcuts
nodig. Zie URL-schema's in Opdrachten op de Mac.