De Fibre Channel-prestaties zijn matig
Als je Fibre Channel-infrastructuur niet de verwachte snelheid haalt (gewoonlijk 2 of 4 Gb/s, afhankelijk van je apparatuur), kunnen de volgende aanwijzingen van pas komen.
Kabels controleren
Eén defecte kabel in een netwerk kan de complete infrastructuur vertragen. Controleer alle kabels om na te gaan of ze de volledige overdrachtssnelheid wel halen. Gebruik de switchbeheersoftware om de prestaties van specifieke verbindingen te controleren en zo de defecte kabel op te sporen.
Goedgekeurde transceivers gebruiken
Informeer bij de fabrikanten van de apparaten die je op de infrastructuur aansluit of deze apparaten geschikt zijn voor gebruik in combinatie met je transceivers (GBIC's).
Bij sommige Fibre Channel-switches moet je identieke transceivers (dezelfde fabrikant en hetzelfde modelnummer) gebruiken aan beide uiteinden van elke kabel. Niet-overeenkomende optische transceivers kunnen Fibre Channel-communicatiefouten veroorzaken en de SAN-prestaties negatief beïnvloeden (ook als ze afzonderlijk wel geschikt zijn bevonden voor gebruik in combinatie met je apparaten).
Als je Fibre Channel-switches van Cisco gebruikt, moet je een Cisco-transceiver gebruiken aan het uiteinde van de kabel dat op de switch wordt aangesloten, maar een andere goedgekeurde transceiver aan het andere uiteinde van de kabel.
Zie Fibre Channel hardware compatibility guide (Engelstalig) voor informatie over de compatibiliteit van Fibre Channel-hardware.
Configuratie van Fibre Channel-switchpoorten controleren
De RSCN (Request for State Change Notifications) die wordt gegenereerd wanneer een client in het SAN opnieuw wordt opgestart, kan tot haperingen leiden in de weergave van videostreams op andere clients.
Om onderbrekingen van het SAN-verkeer naar andere clients te voorkomen als één client opnieuw wordt opgestart, raadpleeg je de documentatie bij de Fibre Channel-switch. Ga na of je de switch zo kunt configureren dat RSCN's op initiërende poorten kunnen worden onderdrukt. (Op QLogic-switches wordt deze functie bijvoorbeeld I/O StreamGuard genoemd.)
Apparaten aansluiten op specifieke blades
Als je Fibre Channel-switch is gebaseerd op een blade-architectuur, kun je het volgende doen om optimale prestaties te waarborgen:
Combinaties van twee apparaten die gewoonlijk grote hoeveelheden gegevens uitwisselen, op dezelfde blade in de switch aansluiten
De werklast verdelen over meerdere blades en niet alles concentreren op één of twee blades