Standbycontrollers toevoegen aan het Xsan-SAN in macOS Server
U kunt extra standbycontrollers voor metagegevens toevoegen aan het SAN, zodat de integriteit van gegevens wordt gewaarborgd, er altijd een alternatieve controller beschikbaar is en de prestaties worden verbeterd.
Elke extra controller krijgt automatisch SAN-configuratiegegevens van de eerste controller zodra deze wordt geconfigureerd. De extra controller wordt bovendien een Open Directory-replica.
Sluit een nieuwe computer aan op de SAN-netwerken (Fibre Channel en Ethernet).
Stel de sluimerstand voor de computer in op 'Nooit' in het paneel 'Energiestand' in Systeemvoorkeuren.
Open het programma Server op de nieuwe computer en voer de eerste configuratie uit.
Selecteer 'Xsan' in de lijst met geavanceerde voorzieningen.
Schakel de voorziening in.
De Xsan-configuratie-assistent wordt weergegeven.
Kies 'Verbind met een bestaand SAN als een controller' en klik op 'Volgende'.
Selecteer het bestaand SAN in de lijst en klik op 'Verbind'.
Als u het SAN niet ziet, kiest u 'Andere', voert u het IP-adres, de beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord van de eerste controller in en klikt u op 'Verbind'.
Voer een beheerdersnaam en -wachtwoord in en klik op 'Verbind'.
Klik op 'Verbind' om de assistent te voltooien.
Controleer of de controller is toegevoegd aan de lijst in het tabblad 'Controllers'.
Als het goed is, bevat deze lijst de primaire controller en de huidige computer.
Voor elke controller wordt een Xsan-configuratieprofiel gegenereerd wanneer de controller aan het SAN wordt toegevoegd. Net als clients wordt een controller uit het SAN verwijderd zodra het configuratieprofiel wordt verwijderd. Deze bewerking kan niet ongedaan worden gemaakt.