De naam van een configuratieprofiel wijzigen in Profielbeheer
Als je een profiel aanmaakt, krijgt het automatisch de naam "Instellingen voor [Gebruikers-, groeps- of apparaatnaam]".
De naam die je opgeeft, verschijnt in de lijst met profielen en wordt na de installatie van het configuratieprofiel op het apparaat weergegeven. De naam hoeft niet uniek te zijn, maar het is wel zinvol om een beschrijvende naam op te geven waaraan het profiel kan worden herkend. Bijvoorbeeld: "Beveiligingsconfiguraties", "Service-instellingen" of "Organisatiebeleid". Het kan ook handig zijn om een apparaatnaam in het profiel op te nemen, zoals "iPad-configuraties" of "macOS-instellingen".
De naam van het profiel is belangrijk, omdat deze wordt gebruikt bij het aanmaken van een ID voor het profiel.
Wanneer een profiel wordt geïnstalleerd, wordt de ID vergeleken met andere profielen op het apparaat. Als de ID uniek is, worden de gegevens uit het profiel toegevoegd aan het apparaat. Als de ID overeenkomt met een geïnstalleerd profiel, worden de instellingen op het apparaat vervangen door de gegevens uit het profiel, met uitzondering van de Microsoft Exchange-instellingen. Om een Exchange-account te wijzigen, moet het profiel eerst handmatig worden verwijderd, zodat de gegevens voor de account kunnen worden gewist.
Selecteer in de navigatiekolom van Profielbeheer het apparaat, de gebruiker of de groep met het profiel waarvan je de naam wilt wijzigen.
Klik op de tab 'Instellingen', als het profiel nog niet geselecteerd is.
Klik dubbel op het gewenste profielsymbool of klik op de knop 'Wijzig' van het profiel.
Het configuratievenster van het profiel verschijnt.
Klik dubbel op de titel in het configuratievenster van het profiel.
Breng de gewenste wijzigingen aan, druk op de Return-toets en klik op 'OK' om de wijzigingen te bewaren.