Apparaatgroepen beheren met Profielbeheer op de Mac
Je kunt apparaten groeperen voor het delen van configuratieprofielen en apps. Apparaatgroepen kunnen deel uitmaken van andere groepen. Selecteer 'Apparaatgroepen' in de navigatiekolom van Profielbeheer.
Om een apparaatgroep aan te maken, klik je op de knop met het plusteken onder de lijst met groepen en voer je vervolgens een naam voor de groep in.
Om een apparaatgroep te verwijderen, selecteer je een groep, klik je op de knop met het minteken en bevestig je vervolgens dat je de groep wilt verwijderen.
Als je apparaten of apparaatgroepen aan een groep wilt toevoegen, selecteer je de groep en doe je het volgende:
Klik op de knop met het plusteken onder de lijst 'Apparaatgroepen' en kies vervolgens 'Voeg apparaten toe' of 'Voeg apparaatgroepen toe'.
Klik in het dialoogvenster op 'Voeg toe' om een specifiek apparaat of een specifieke apparaatgroep toe te voegen en klik vervolgens op 'Gereed'.
Je kunt de lijst filteren of 'Alles' kiezen om alles toe te voegen.
Om taken uit te voeren op de apparaten in de groep, selecteer je een apparaatgroep en kies je vervolgens een taak uit het taakmenu .
Welke taken in het taakmenu beschikbaar zijn, hangt af van de beheerinstellingen voor het apparaat.