Gebruikershandleiding Pages voor de Mac
- Welkom
-
- Het lettertype of de lettergrootte wijzigen
- Een standaardlettertype instellen
- Vet, cursief, onderstrepen en doorhalen
- De kleur van tekst wijzigen
- Een schaduw of contour aan tekst toevoegen
- Hoofdlettergebruik van tekst wijzigen
- Tekststijlen kopiëren en plakken
- Een markering toevoegen aan tekst
- Koppeltekens, streepjes en aanhalingstekens opmaken
-
- Papierformaat en paginarichting instellen
- Documentmarges instellen
- Naast elkaar liggende pagina's instellen
- Pagina's toevoegen, rangschikken en verwijderen
- Paginasjablonen
- Paginanummers toevoegen
- De achtergrond van een pagina wijzigen
- Een rand rond een pagina toevoegen
- Watermerken en achtergrondobjecten toevoegen
- Een aangepaste sjabloon aanmaken
-
- iCloud Drive gebruiken in Pages
- Exporteren naar Word, pdf of een andere bestandsstructuur
- Een iBooks Author-boek openen in Pages
- Een document kleiner maken
- Een groot document als pakketbestand bewaren
- Een eerdere versie van een document herstellen
- Een document verplaatsen
- Een document verwijderen
- Een document vergrendelen
- Een document met een wachtwoord beveiligen
- Aangepaste sjablonen aanmaken en beheren
- Copyright
Tabellen, cellen, rijen en kolommen selecteren in Pages op de Mac
Om tabellen, cellen, rijen en kolommen te wijzigen en anders te ordenen, moet je ze eerst selecteren.
Opmerking: Onderstaande taken zijn van toepassing op een tabel die je aan je pagina toevoegt. Ze zijn niet van toepassing op een pagina die je in kolommen hebt verdeeld.
Een tabel selecteren
Soms moet je een tabel selecteren in plaats van er alleen op klikken om een bepaalde taak te kunnen uitvoeren. Door te selecteren zorg je ervoor dat de tabel geschikt is voor de stappen die je moet uitvoeren.
Klik eerst buiten de tabel om er zeker van te zijn dat deze niet geselecteerd is. Klik vervolgens op de tabel om deze te selecteren.
Cellen selecteren
Een cel selecteren: Klik op de tabel en klik vervolgens één keer op de cel.
Een bereik met aangrenzende cellen selecteren: Klik op de tabel, klik één keer op de cel en sleep een witte stip in de gewenste richting over het bereik met aangrenzende cellen.
Als je de gele stip sleept, kopieer je de celinhoud naar de rijen waar je overheen sleept. Als je dit per ongeluk doet, sleep je de gele stip terug naar de oorspronkelijke plaats of druk je op Command + Z op het toetsenbord om de bewerking ongedaan te maken.
Afzonderlijke cellen selecteren: Klik op de tabel, klik één keer op de cel en klik vervolgens met de Command-toets ingedrukt op de andere cellen.
Rijen en kolommen selecteren
Klik op de tabel.
Boven de kolommen verschijnen letters en links van de rijen verschijnen nummers.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Eén rij of kolom selecteren: Klik op het nummer of de letter voor de rij of kolom.
Meerdere aangrenzende rijen of kolommen selecteren: Klik op het nummer of de letter voor de eerste rij of kolom en sleep een witte stip over de aangrenzende rijen of kolommen.
Afzonderlijke rijen of kolommen selecteren: Klik met de Command-toets ingedrukt op alle gewenste rijnummers of kolomletters.