SSD-modules verwijderen en installeren in de Mac Pro
Volg deze stappen voor het verwijderen en installeren van SSD-modules in de Mac Pro. Om dit proces te kunnen uitvoeren, moet aan deze voorwaarden worden voldaan:
Apple Configurator 2.12 of nieuwer is geïnstalleerd op een Mac die ondersteuning biedt voor macOS Catalina 10.14.6 of nieuwer, is aangesloten op een voedingsbron en internettoegang heeft. Zie het Apple Support-artikel macOS Catalina is compatibel met de volgende computers.
Het kan zijn dat je de configuratie van de webproxy of firewallpoorten moet aanpassen, zodat al het netwerkverkeer dat van Apple apparaten afkomstig is, toegang heeft tot het netwerk van Apple (17.0.0.0/8). Zie het Apple Support-artikel Apple producten op bedrijfsnetwerken gebruiken voor meer informatie over de poorten die door Apple producten worden gebruikt.
Je hebt een ondersteunde USB-C-naar-USB-C-oplaadkabel
De USB-C-kabel moet geschikt zijn voor zowel voeding als gegevensdoorvoer. Thunderbolt 3-kabels worden niet ondersteund.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat er een reservekopie is gemaakt van alle gegevens op de bestaande SSD. Wanneer de koppeling van de nieuwe SSD van start gaat, zijn de gegevens op de bestaande SSD niet meer terug te halen.
Opmerking: Deze opties zijn van toepassing op de Mac Pro (rack-configuratie) met Intel-processor. Zie SSD-modules verwijderen en installeren in de Mac Pro (rack) als je een Mac Pro (rack-configuratie) met Apple silicon hebt.
Schakel de Mac Pro uit via Apple-menu > 'Zet uit'.
Laat de computer 5 tot 10 minuten afkoelen voordat je de interne componenten aanraakt. Deze kunnen namelijk heet zijn.
Koppel alle kabels behalve het netsnoer van de Mac Pro los.
Raak het metaal aan de buitenkant van de Mac Pro aan om eventuele statische elektriciteit te ontladen.
Opmerking: Laat altijd statische elektriciteit ontladen voordat je componenten in de Mac Pro aanraakt of installeert. Voorkom de opbouw van statische elektriciteit door niet in de kamer rond te lopen totdat je klaar bent met het installeren van de uitbreidingskaarten.
Koppel het netsnoer los.
Plaats de Mac Pro op zijn kant, op een krasvrije ondergrond.
Verwijder de Mac Pro uit het rack.
Plaats de computer op zijn achterkant, op een krasvrije ondergrond.
Duw de bovenkant van de hendels naar binnen en trek vervolgens aan de hendels om het toegangspaneel te verwijderen.
Verwijder het toegangspaneel.
Verwijder de afdekking van de SSD-modules.
Gebruik een T8-schroevendraaier om de twee schroeven te verwijderen.
Trek de SSD-module recht uit de computer. Herhaal dit voor de andere module.
Schuif de nieuwe modules op hun plek en zorg ervoor dat elke module zich in de juiste sleuf bevindt.
Belangrijk: De modules zijn gemarkeerd met '1' en '2'. De module die is gemarkeerd met '1' moet worden geïnstalleerd in de sleuf die is gemarkeerd met '1' en de module die is gemarkeerd met '2' moet worden geïnstalleerd in de sleuf die is gemarkeerd met '2'.
Gebruik een T8-schroevendraaier om de twee schroeven vast te zetten die bij de nieuwe modules zijn geleverd.
Plaats de afdekking van de module terug.
Plaats het toegangspaneel terug.
Installeer de Mac Pro weer in het rack.
Sluit alle kabels opnieuw aan op de Mac Pro, behalve het netsnoer.
Sluit een beeldscherm aan zodat je kunt zien wanneer het herstellen van de firmware is voltooid.
Steek de USB-C-kabel in de Thunderbolt-poort die het verst van de aan/uit-knop zit. Steek het andere einde van de kabel in de Mac die je gaat gebruiken om de Mac Pro te herstellen.
Houd de aan/uit-knop ingedrukt en steek de stekker van de Mac Pro in het stopcontact. Blijf de aan/uit-knop ongeveer drie seconden ingedrukt houden.
Opmerking: De Mac Pro laat geen schermactiviteit zien.
Om de firmware op de Mac Pro te herstellen, volg je de stappen in Een Intel-Mac reactiveren of herstellen met Apple Configurator 2 in de gebruikershandleiding voor Apple Configurator.