DNS- en zoekdomeininstellingen invoeren op de Mac
DNS-servers (Domain Name System) wijzen domeinnamen toe aan IP-adressen (Internet Protocol). In combinatie met zoekdomeinen kun je zo snel naar veel bezochte websites en servers gaan zonder het complete adres in te typen.
Als je bijvoorbeeld het zoekdomein 'apple.com' opgeeft en 'store' typt in de webbrowser, ga je rechtstreeks naar 'store.apple.com'. Een ander voorbeeld: als je 'campus.universiteit.edu' als zoekdomein opgeeft en 'server1' typt in het venster 'Verbinden met server' in de Finder, maak je verbinding met 'server1.campus.universiteit.edu'.
Kies op je Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Netwerk' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik aan de rechterkant op de netwerkvoorziening die je wilt gebruiken (bijvoorbeeld wifi of ethernet) en klik vervolgens op 'Details'.
Klik op 'DNS', klik op de knop met het plusteken onderaan de lijst met DNS-servers en voer het IPv4- of IPv6-adres voor de DNS-server in.
Klik op de knop met het plusteken onderaan de lijst met zoekdomeinen en voer het zoekdomein in.
Klik op 'OK' wanneer je klaar bent.
Domeinen worden doorzocht in de volgorde waarin je ze opgeeft. De zoekbewerking stopt wanneer een geldige naam is gevonden.
Als je een hiërarchische namenstructuur wilt doorzoeken, moet je zoekdomeinen met verschillende bereiken opgeven. Bijvoorbeeld: gebouw.campus.universiteit.edu, campus.universiteit.edu en universiteit.edu.