Cellen bewerken met Logic Remote op de iPad
Je kunt cellen in het Live Loops-raster op verschillende manieren bewerken. Je kunt cellen knippen, kopiëren en plakken, verplaatsen, kwantiseren en verwijderen, en de naam en andere instellingen van cellen wijzigen. Elke cel heeft een aantal afspeelinstellingen en een aantal celinstellingen. Deze kun je wijzigen om de klank en de werking van de cel op verschillende manieren te beïnvloeden.
Instellingen voor het afspelen van cellen
Je kunt de volgende instellingen wijzigen voor het afspelen van cellen. Zo kun je de klank van de cel en het moment waarop de cel wordt afgespeeld op verschillende manieren beïnvloeden.
Begin kwantisering: Bepaalt op welk moment een cel wordt gestart of gestopt. Zie Live Loops-cellen afspelen.
Begin kwantiseringsloop: Als de beginpositie verschilt van de positie voor het begin van de loop, kun je aangeven welke positie het eerstvolgende punt voor 'Begin kwantisering' activeert wanneer je een cel activeert.
Uit: De cel wordt afgespeeld vanaf de beginpositie wanneer het eerstvolgende punt voor 'Begin kwantisering' wordt bereikt.
Aan: De cel wordt zo snel mogelijk afgespeeld, zodat de positie van 'Begin kwantiseringsloop' wordt bereikt bij de eerstvolgende positie voor 'Begin kwantisering'. Bepaald materiaal na de beginpositie wordt mogelijk overgeslagen.
Aan, behoud begin: De cel wordt altijd afgespeeld vanaf de beginpositie, zodat de positie van 'Begin kwantiseringsloop' wordt bereikt bij de eerstvolgende of een latere positie voor 'Begin kwantisering'. De cel wordt mogelijk later gestart, maar al het materiaal tussen de positie van 'Begin kwantisering' en 'Begin kwantiseringsloop' wordt afgespeeld.
Keer om: Hiermee speel je de cel omgekeerd af. Deze optie is niet beschikbaar voor audiocellen waarvoor de instelling 'Flex & Follow' geactiveerd is (niet is uitgeschakeld).
Snelheid: Hiermee stel je de snelheid in voor het afspelen van de cel. Het bereik loopt van een 1/8-voudige snelheid tot een 8-voudige snelheid.
Geluid uit: Hiermee schakel je het geluid van de cel uit tijdens het afspelen.
Herhaal: Hiermee schakel je het herhalen van de cel in of uit.
Aanslag: Hiermee verhoog of verlaag je de aanslagwaarde van noten in een MIDI-cel. Het bereik loopt van -99 tot +99.
Transponeer: Hiermee verhoog of verlaag je de toonhoogte van noten in de cel in octaven of halve tonen.
Celinstellingen
Je kunt de volgende instellingen van een cel wijzigen om te bepalen hoe en wanneer de cel wordt gestart en gestopt:
Afspeelmodus: Bepaalt hoe een cel wordt gestart en gestopt wanneer je op de afspeel- of stopknop tikt. Beschikbare opties:
Start/Stop: Het afspelen van cellen worden gestart en gestopt wanneer je erop tikt.
Tijdelijk: Het afspelen van cellen wordt gestart wanneer je erop tikt en je vinger erop houdt, en gestopt wanneer je loslaat.
Trigger opnieuw: Tik op een cel die wordt afgespeeld om de cel vanaf het begin af te spelen. Cellen met de instelling 'Trigger opnieuw' kun je alleen stoppen door een andere cel in dezelfde rij te starten, door de rij te stoppen via de scheidingskolom of door het hele raster te stoppen.
Speel vanaf: Bepaalt de manier waarop een cel wordt gestart. Cellen worden standaard vanaf de beginpositie afgespeeld. Afhankelijk van het materiaal en de timing van je muziek kun je echter ook andere startinstellingen kiezen om interessante overgangen tussen cellen te creëren. Beschikbare opties:
Begin: De cel wordt afgespeeld vanaf de ingestelde beginpositie.
Eindpositie: De cel wordt afgespeeld vanaf het punt waarop de cel voor het laatst is gestopt.
Celpositie afspelen: Als een andere cel in dezelfde rij wordt afgespeeld, wordt de cel afgespeeld vanaf de positie waarop de eerste cel stopt. In andere gevallen wordt de cel vanaf de beginpositie afgespeeld.
Plaats van afspeelkop: De cel wordt afgespeeld vanaf de positie waarop de cel zich zou bevinden als de cel vanaf het begin van het project zou zijn afgespeeld. In andere gevallen wordt de cel vanaf de beginpositie afgespeeld.
Begin: Bepaalt de beginpositie van de cel. Deze positie is standaard gelijk aan de instelling van 'Loopbegin', maar je kunt de instelling wijzigen om het afspelen van de cel op een ander punt te starten dan volgende loops. Deze instelling wordt genegeerd als 'Speel vanaf' een andere instelling heeft dan 'Begin'.
Loopbegin: Bepaalt op welke positie in de cel de loop begint nadat de cel voor het eerst is gestart en afgespeeld. Als een cel vier maten muziek bevat, kun je de instelling van 'Loopbegin' bijvoorbeeld wijzigen om de loop de eerste keer vanaf de eerste maat af te spelen, en bij elke volgende loop vanaf de derde maat af te spelen.
Looplengte: Bepaalt de lengte van de loop. Je kunt de looplengte wijzigen om alleen een bepaald gedeelte van een cel te herhalen.
Cellengte: Bepaalt de lengte van de cel. De cel kan langer zijn dan het muziekmateriaal in de cel. Wanneer 'Herhaal' is uitgeschakeld, wordt de cel afgespeeld totdat het einde van de cellengte is bereikt en wordt het afspelen daarna gestopt.
Cellen selecteren
Tik op de wijzigingsknop en voer vervolgens een van de volgende stappen uit:
Eén cel selecteren: Tik op de cel.
Meerdere cellen selecteren: Houd je vinger op een cel en tik vervolgens op andere cellen om ze aan de selectie toe te voegen.
Alle cellen selecteren: Tik op een lege cel en tik vervolgens op 'Selecteer alles'.
Een cel knippen
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel om die te selecteren, tik nogmaals op de cel, tik op 'Wijzig' en tik vervolgens op 'Knip'.
Een cel kopiëren
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel om die te selecteren, tik nogmaals op de cel, tik op 'Wijzig' en tik vervolgens op 'Kopieer'.
Een gekopieerde cel plakken
Tik op de wijzigingsknop , tik op een lege cel, tik nogmaals op de cel en tik vervolgens op 'Plak'.
Een lege cel toevoegen
Tik op de wijzigingsknop en tik vervolgens op een lege cel.
Als de cel zich in een audiospoor bevindt, tik je op 'Maak audiocel aan'.
Als de cel zich in een spoor voor een software-instrument bevindt, tik je op 'Maak MIDI-cel aan' of 'Maak patrooncel aan'.
Nadat je een lege audiocel hebt aangemaakt, kun je in Logic Pro voorinstellingen voor de lege cel opgeven.
Een cel verplaatsen
Tik op de wijzigingsknop , houd je vinger op een cel en sleep de cel vervolgens naar een nieuwe cel.
De naam van een cel wijzigen
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel om die te selecteren, tik nogmaals op de cel, tik op 'Wijzig' en tik vervolgens op 'Wijzig naam'.
Geef een nieuwe naam op en tik vervolgens op 'Gereed'.
Een cel kwantiseren
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel om die te selecteren, tik nogmaals op de cel en tik vervolgens op 'Kwantiseer'.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De cel niet kwantiseren: Tik op 'Geen'.
De cel kwantiseren op een strakke nootwaarde: Tik op 'Strak' en tik vervolgens op een van de nootwaarden in de lijst.
De cel kwantiseren op een trioolnootwaarde: Tik op 'Triool' en tik vervolgens op een van de trioolnootwaarden in de lijst.
De cel kwantiseren op een swingnootwaarde: Tik op 'Swing' en tik vervolgens op een van de swingnootwaarden in de lijst.
De cel kwantiseren op een andere nootwaarde: Tik op 'Andere' en tik vervolgens op een van de nootwaarden in de lijst.
Afspeelinstellingen wijzigen
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel om die te selecteren, tik nogmaals op de cel en tik vervolgens op 'Afspelen'.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De waarde van 'Begin kwantisering' wijzigen: Tik op 'Begin kwantisering' en tik vervolgens op 'Algemeen', 'Celeinde' of een nootwaarde.
Een waarde instellen voor 'Begin kwantiseringsloop': Tik op 'Begin kwantiseringsloop' en tik vervolgens op 'Uit', 'Aan' of 'Aan, behoud begin'.
Een cel omgekeerd afspelen: Schakel 'Keer om' in.
Een cel met een andere snelheid afspelen: Tik op de knop met het minteken (-) om de afspeelsnelheid te verlagen of tik op de knop met het plusteken (+) om de afspeelsnelheid te verhogen.
Het geluid van de cel uitschakelen: Schakel 'Geluid uit' in.
Het herhalen van een cel in- of uitschakelen: Schakel 'Herhaal' in of uit.
De aanslagwaarde wijzigen van noten in een MIDI-cel: Veeg de schuifknop 'Aanslag' naar links of rechts.
Noten in een MIDI-cel in octaven transponeren: Tik op de knop met het minteken (-) bij 'Octaven' om omlaag te transponeren of tik op de knop met het plusteken (+) om omhoog te transponeren. Het bereik loopt van -3 tot +3 octaven.
Noten in een MIDI-cel in halve tonen transponeren: Tik op de knop met het minteken (-) bij 'Halve tonen' om omlaag te transponeren of tik op de knop met het plusteken (+) om omhoog te transponeren. Het bereik loopt van -1 tot +11 halve tonen.
De instellingen van een cel wijzigen
Tik op de wijzigingsknop en tik dubbel op een cel (of tik op de cel en tik vervolgens op 'Configuratie').
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De afspeelmodus wijzigen: Tik op 'Afspeelmodus' en tik vervolgens op een van de beschikbare instellingen.
De instelling van 'Speel vanaf' wijzigen: Tik op 'Speel vanaf' en tik vervolgens op een van de beschikbare instellingen.
De beginpositie wijzigen: Tik op 'Begin' en gebruik de schuifknoppen om een waarde in maten en tellen op te geven.
De loopbeginpositie wijzigen: Tik op 'Loopbegin' en gebruik de schuifknoppen om een waarde in maten en tellen op te geven.
De looplengte wijzigen: Tik op 'Looplengte' en gebruik de schuifknoppen om een waarde in maten en tellen op te geven.
De cellengte wijzigen: Tik op 'Cellengte' en gebruik de schuifknoppen om een waarde in maten en tellen op te geven.
Tik op 'Gereed' als je klaar bent.
Informatie over het opgeven van opname-instellingen voor een cel vind je in Opnemen in een cel met Logic Remote op de iPad.
Een cel verwijderen
Tik op de wijzigingsknop , tik op een cel om die te selecteren, tik nogmaals op de cel en tik vervolgens op 'Verwijder'.