De vormgeving van diagramtekst en -labels wijzigen in Keynote op de iPhone

Je kunt de vormgeving van alle diagramtekst in één keer wijzigen.

1. Tik op het diagram en tik op .

2. Tik op 'Stijl' en tik op 'Labels'.

3. Voer een of meer van de volgende stappen uit:

   • Het lettertype wijzigen: Tik op 'Diagramlettertype' en tik op de naam van een lettertype.

     Als je 'Diagramlettertype' niet ziet, veeg je vanaf de onderkant van de regelaars omhoog.

   • De lettertypestijl wijzigen: Tik op 'Diagramlettertype', tik op  naast de naam van het lettertype en tik vervolgens op een stijl (zoals 'Normaal' of 'Vet').

   • De lettergrootte aanpassen: Tik op .

     Alle tekst in het diagram wordt proportioneel (met hetzelfde percentage) vergroot of verkleind.

4. Tik op  om de regelaars te verbergen.

Diagrammen hebben een tijdelijke naam als plaatsaanduiding (Titel) die standaard verborgen is. Je kunt de diagramnaam weergeven en deze desgewenst wijzigen.

1. Tik op het diagram, tik op  en tik vervolgens op 'Diagram'.

2. Schakel 'Titel' in.

3. Om de uitlijning van de naam te wijzigen, zodat deze bijvoorbeeld links van het diagram komt te staan, tik je op 'Stijl' en kies je een uitlijnoptie.

   Om de naam naar het midden van een ringdiagram te verplaatsen, tik je op 'Positie' en tik je vervolgens op 'Midden'.

4. Om de naam te wijzigen, tik je er dubbel op (er verschijnt dan een kader om de naam). Selecteer vervolgens de tekst, typ een nieuwe naam en tik op 'Gereed'.

Diagrammen hebben labels waarin de waarden van specifieke gegevenspunten worden aangegeven. Je kunt onder meer een notatie voor de labels opgeven (bijvoorbeeld getal, valuta of percentage), aangeven waar ze moeten staan en de vormgeving ervan wijzigen.

1. Tik op het diagram, tik op , tik op 'Stijl' en tik vervolgens op 'Labels'.

2. Om waardelabels toe te voegen, voer je een van de volgende stappen uit:

   • Voor cirkel- of ringdiagrammen: Schakel 'Waarden' in.

     Je kunt ook gegevenslabels weergeven in cirkel- en ringdiagrammen door 'Namen gegevenspunten' in te schakelen.

   • Voor ballondiagrammen: Tik onder 'Ballonlabels' op 'Waarden' en kies de waarden die je wilt weergeven.

   • Voor spreidingsdiagrammen: Tik onder 'Labels gegevenspunten' op 'Waarden' en kies de waarden die je wilt weergeven.

   • Voor andere typen diagrammen: Tik op 'Waardelabels' en kies een optie.

3. Om de waardelabels verder aan te passen, tik je op 'Getalnotatie', schakel je 'Zelfde als bron' uit en voer je een of meer van de volgende stappen uit (deze regelaars zijn alleen beschikbaar voor bepaalde diagramtypen):

   • Een notatie voor het label kiezen: Tik op een notatie (bijvoorbeeld 'Getal', 'Valuta' of 'Percentage').

   • Het aantal cijfers achter het decimaalteken instellen: Tik op  en tik vervolgens op de min- of plusknop (- of +).

   • Het scheidingsteken voor duizendtallen weergeven: Tik op  en schakel 'Scheidingsteken duizendtallen' in.

   • Kiezen hoe negatieve getallen moeten worden weergegeven: Tik op  en kies '-100' of '(100)'.

   • Een achtervoegsel of voorvoegsel toevoegen: Voer tekst in. Deze wordt aan het begin of het einde van het label toegevoegd.

   Opmerking: Als je 'Zelfde als bron' ingeschakeld laat, worden de waardelabels in dezelfde notatie weergegeven als de brongegevens in de oorspronkelijke tabel.

4. Gebruik de regelaars boven in het tabblad 'Labels' om het lettertype, de kleur en de stijl van alle labels te wijzigen.

   Als je alleen de vormgeving van de gegevensreekslabels wilt wijzigen, tik je op 'Stijl' onder 'Reekswaarden' (of onder 'Labels gegevenspunten' voor spreidingsdiagrammen, onder 'Ballonlabels' voor ballondiagrammen of onder 'Waarden' voor cirkel- en ringdiagrammen) en voer je een of meer van de volgende stappen uit:

   • Het lettertype wijzigen: Tik op 'Lettertype' en kies een lettertype, of tik om de tekenstijl (zoals vet of cursief) te wijzigen.

   • De tekstgrootte wijzigen: Tik op het getal en typ een nieuwe grootte, of tik op de min- of plusknop (- of +) naast 'Grootte'.

   • De tekstkleur wijzigen: Tik op het kleurenvak en tik vervolgens op 'Voorinstelling' of 'Kleur'.

   • Schaduw aan de tekst toevoegen: Schakel 'Schaduw' in.

   Opmerking: Wanneer je in het tabblad 'Stijl' van het opmaakmenu het diagramlettertype wijzigt, verandert het lettertype van alle labels mee.

5. Als je een cirkel- of ringdiagram hebt aangemaakt, kun je de waarde- en gegevenslabels positioneren en toelichtingslijnen toevoegen die elk label met het bijbehorende segment verbinden. Tik in het tabblad 'Labels' op 'Positie' en voer een of meer van de volgende stappen uit:

   • De positie van de labels wijzigen: Sleep de schuifknop 'Afstand tot midden' om te bepalen waar de labels moeten worden weergegeven. Door de labels verder uit het midden van het diagram te plaatsen, is er minder kans dat ze elkaar overlappen.

   • Toelichtingslijnen toevoegen: Schakel 'Toelichtingslijnen' in en tik op 'Recht' of 'Hoekig'. (Bij hoekige toelichtingslijnen worden de bijschriften onder elkaar uitgelijnd, zoals hieronder wordt weergegeven.) Je kunt het lijntype, de kleur en de dikte van de toelichtingslijnen wijzigen en er eindpunten aan toevoegen.

Je kunt opgeven welke labels op een as worden weergegeven, de namen aanpassen en de labelhoek wijzigen.

1. Tik op het diagram en tik op .

2. Tik op 'Stijl' en tik op 'Labels'.

3. Voer een of meer van de volgende stappen uit:

   • Aswaarden op de categorie-as (X) wijzigen: Tik op 'Waardelabels' onder 'Waarde-as (X)'.

   • Aswaarden op de waarde-as (Y) wijzigen: Tik op 'Waardelabels' onder 'Waarde-as (Y)'.

4. Gebruik de regelaars om wijzigingen aan te brengen.

5. Als je 'Asnaam' inschakelt, wordt een tijdelijke asnaam als plaatsaanduiding aan het diagram toegevoegd. Als je de naam wilt wijzigen, selecteer je de asnaam en typ je een nieuwe naam.

Voor gestapelde kolom-, staaf- of vlakdiagrammen kun je een overzichtslabel toevoegen om boven elke stapel de som weer te geven.

1. Tik op het diagram, tik op , tik op 'Stijl' en tik vervolgens op 'Labels'.

2. Schakel 'Overzichtslabels' in. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.) Tik op 'Getalnotatie' en kies een optie.

3. Om te bepalen hoe de waarden in de overzichtslabels worden weergegeven, tik je op  naast de gekozen getalnotatie en kies je uit de beschikbare opties.

   De opties verschillen, afhankelijk van de notatie die je voor de overzichtslabels hebt gekozen. Als je bijvoorbeeld 'Valuta' hebt geselecteerd, kun je het aantal decimalen opgeven, aangeven of negatieve waarden tussen haakjes of met een minteken worden weergegeven en de notatie van de valuta opgeven.

4. Om aan elk overzichtslabel een voorvoegsel of achtervoegsel toe te voegen, tik je op 'Voorvoegsel' of 'Achtervoegsel' en typ je de gewenste tekst.

5. Om het lettertype, de kleur en de stijl van de overzichtslabels te wijzigen, tik je onder 'Getalnotatie' op 'Stijl' en gebruik je de regelaars om wijzigingen aan te brengen.

   Opmerking: Wanneer je in het tabblad 'Stijl' van het opmaakmenu het diagramlettertype wijzigt, verandert het lettertype van alle labels mee.

6. Om de afstand tussen de overzichtslabels en de stapels te wijzigen, tik je op de min- of plusknop (- of +) naast 'Afstand'.