Aangepaste geluiden bewaren in GarageBand voor de iPhone
Je kunt je eigen geluiden voor elk Touch-instrument bewaren en verwijderen, de naam ervan wijzigen en ze in een ander spoor of nummer gebruiken. Je kunt onder meer instellingen voor Touch-instrumenten, mastereffecten, plug-ins en EQ bewaren.
Tik op de spoorregelaarsknop in de regelbalk en tik vervolgens op de naam van het geluid boven de spoorregelaars.
Tik op de iPhone SE op de instellingenknop in de regelbalk, tik op 'Spoorregelaars' en tik vervolgens op de naam van het geluid boven de spoorregelaars.
Tik op 'Bewaar' en typ een naam voor het aangepaste geluid, tik op 'Gereed' om het toetsenbord te sluiten en tik vervolgens rechtsbovenin op 'Gereed'.
Wanneer je voor het eerst een aangepast geluid bewaart, verschijnt er in de navigatiekolom een nieuwe categorie 'Aangepast' onder aan de lijst met geluiden. Om de naam van het geluid te wijzigen of het geluid te verwijderen, tik je op 'Wijzig' en vervolgens op het symbool (om de naam te wijzigen) of op de verwijderknop (om het geluid te verwijderen).
Links naast de naam verschijnt een stip die aangeeft dat de instellingen zijn aangepast ten opzichte van de laatst bewaarde versie. Bij bepaalde Touch-instrumenten kun je ook geluiden bewaren in het venster dat wordt geopend als je een ander geluid kiest.