Segmenten bewerken in GarageBand voor de iPad
Segmenten zijn de bouwstenen waaruit een GarageBand-nummer bestaat. Wanneer je een Touch-instrument opneemt, de Drummer gebruikt of Apple Loops aan een nummer toevoegt, verschijnt in de sporenweergave een segment in het spoor van het instrument. Er zijn drie soorten segmenten:
Segmenten van Audiorecorder- en Versterker-opnamen en van geïmporteerde audiobestanden zijn blauw.
Segmenten van andere Touch-instrumenten zijn groen.
Segmenten van Drummer zijn geel.
In blauwe segmenten wordt de audiogolfvorm weergegeven. Bij groene segmenten wordt het geluid in realtime door GarageBand gegenereerd. In deze segmenten worden noten als rechthoeken weergegeven. In gele segmenten wordt de uitvoering van de drummer weergegeven in een vereenvoudigde golfvorm.
Als je het tempo of de toonsoort van een nummer wijzigt, worden de groene segmenten van Touch-instrumenten, de gele Drummer-segmenten en de blauwe segmenten van Apple Loops aan het nieuwe tempo of de nieuwe toonsoort aangepast. Blauwe segmenten van Audiorecorder- en Versterker-opnamen en van geïmporteerde audiobestanden worden niet aan het tempo of de toonsoort aangepast.
Je kunt segmenten selecteren en ze op verschillende manieren bewerken.
Segmenten selecteren
Eén segment selecteren: Tik op het segment in de sporenweergave.
Meerdere segmenten selecteren: Voer een van de volgende handelingen uit:
Houd je vinger op een segment. Tik vervolgens op andere segmenten die je wilt selecteren, zonder het eerste segment los te laten.
Houd je vinger in een leeg deel van de editor en sleep vervolgens rond meerdere segmenten om deze te selecteren.
Alle segmenten in een spoor selecteren: Tik op het spoorlabel.
Alle segmenten in het huidige gedeelte van een nummer selecteren: Tik op een leeg gebied en tik op 'Selecteer alles'.
Wanneer je op een segment tikt, verschijnt een kader rond het segment. Wanneer je meerdere segmenten selecteert, verschijnt het kader rond het laatst geselecteerde segment. Zie je het kader niet, zoom dan in tot de linker- en rechterrand van het segment goed zichtbaar zijn.
Als je een meervoudige selectie wilt aanpassen nadat je je vingers van het scherm hebt gehaald, tik je op een segment in de selectie. Vervolgens tik je op niet-geselecteerde segmenten die je aan de selectie wilt toevoegen of op geselecteerde segmenten die je uit de selectie wilt verwijderen.
Een segment verplaatsen
Een segment voor- of achteruit in de tijd verplaatsen: Sleep het segment naar links of rechts. Lijn de linkerrand van het segment uit met de maat of tel in de liniaal waar je de loop wilt laten beginnen.
Een segment naar een ander spoor met hetzelfde Touch-instrument verplaatsen: Sleep het segment omhoog of omlaag. Je kunt segmenten van een Keyboard- naar een Sampler-spoor slepen en omgekeerd. Ook kun je segmenten tussen een Audiorecorder- en een Versterker-spoor heen en weer slepen. Segmenten met Smart Drums kunnen niet naar een ander spoor met Smart Drums worden gesleept.
Als je een segment zodanig verplaatst dat het overlapt met een ander segment, wordt het overlappende gedeelte van het bedekte segment verwijderd.
Een segment inkorten
Tik op het segment en sleep de linker- of rechterrand van het kader. Als je wilt inzoomen, zodat je preciezer kunt werken, houd je je vinger op een handgreep.
Als het segment doorlopend wordt herhaald, tik je er opnieuw op. Vervolgens tik je op 'Kort in' voordat je de linker- of rechterrand sleept.
Als er meerdere segmenten zijn geselecteerd, worden alle geselecteerde segmenten evenveel ingekort.
Je kunt blauwe segmenten aan de linker- of rechterrand inkorten, maar je kunt ze niet langer maken dan ze oorspronkelijk waren. Je kunt groene segmenten aan de linker- of rechterrand inkorten of langer maken.
Een segment doorlopend herhalen
Tik op het segment om het te selecteren.
Tik opnieuw op het segment en tik vervolgens op 'Herhaal'.
Het segment wordt herhaald tot het einde van het huidige gedeelte van het nummer of tot het begin van het volgende segment in hetzelfde spoor. Je kunt de duur van de herhaling aanpassen door de rechterrand van het segment te slepen.
Een segment splitsen
Tik op het segment om het te selecteren.
Tik opnieuw op het segment en tik vervolgens op 'Splits'.
Sleep de splitsmarkering (met het schaarsymbool) naar links of naar rechts, naar het punt waar je het segment wilt splitsen.
Sleep de splitsmarkering naar beneden.
Om het splitsen te annuleren, tik je buiten het segment voordat je de splitsmarkering naar beneden sleept.
Je kunt meerdere splitsingen aanbrengen door de splitsmarkering naar verschillende gedeelten van een segment te verplaatsen en de splitsmarkering in elk gedeelte naar beneden te slepen.
Meerdere segmenten samenvoegen
Zorg ervoor dat de segmenten deel uitmaken van hetzelfde spoor en dat er geen andere segmenten tussen liggen.
Houd je vinger op het eerste segment en tik vervolgens op het andere segment of de andere segmenten zonder het eerste segment los te laten.
De kleur van de segmenten verandert om aan te geven dat ze zijn geselecteerd en er verschijnt een kader rond het segment dat als laatste is geselecteerd.
Tik op een van de geselecteerde segmenten en tik vervolgens op 'Voeg samen'.
Opmerking: Blauwe segmenten kun je niet samenvoegen. Als je gele segmenten samenvoegt, worden de instellingen van het eerste segment toegepast op het nieuwe samengevoegde segment.
Een segment knippen, kopiëren of verwijderen
Tik op het segment om het te selecteren.
Tik opnieuw op het segment en tik vervolgens op 'Knip, 'Kopieer' of 'Verwijder'.
Nadat je een segment hebt geknipt, wordt het segment op het klembord geplaatst, zodat je het op een andere positie kunt plakken.
Een segment plakken
Je kunt een segment plakken dat je hebt gekopieerd of een audiobestand plakken uit een app die het kopiëren van audio naar het klembord ondersteunt. GarageBand ondersteunt ongecomprimeerde audiobestanden met een diepte van 16 bits en een samplefrequentie van 44,1 kHz.
Je kunt gekopieerde segmenten naar een ander spoor met hetzelfde Touch-instrument kopiëren. Je kunt segmenten van een Keyboard- naar een Sampler-spoor plakken en omgekeerd. Ook kun je segmenten tussen een Audiorecorder- en een Versterker-spoor heen en weer plakken. Segmenten met Smart Drums kunnen niet in een ander spoor met Smart Drums worden geplakt. Audiobestanden die uit een andere app zijn gekopieerd, kunnen in Audiorecorder- of Versterker-sporen worden geplakt.
Verplaats de afspeelkop naar het punt waar het segment moet beginnen.
Tik op de label van het spoor waar je het segment wilt plakken om het spoor te selecteren.
Tik op het spoor waar je het segment wilt plakken en tik vervolgens op 'Plak'.
Je kunt ook in de sporenweergave op een leeg gebied tikken en volgens op 'Plak' tikken. In dit geval wordt het segment in het momenteel geselecteerde spoor geplakt.
De naam van een segment wijzigen
Tik op het segment waarvan je de naam wilt wijzigen om het te selecteren en tik er vervolgens nogmaals op.
Tik op 'Wijzig naam'.
Typ een nieuwe naam voor het segment en tik vervolgens op 'Gereed'.
Het raster uitschakelen
Met de rasterfunctie in GarageBand kun je segmenten in het sporengebied uitlijnen op maten, tellen en variaties in de liniaal. Je kunt de rasteruitlijning uitschakelen om segmenten onafhankelijk van het raster te bewerken, bijvoorbeeld als je een tel in een audiosegment wilt uitlijnen op een specifiek punt in de tijdbalk dat niet overeenkomt met een variatie.
Wanneer je noten in een segment bewerkt, kun je het raster ook uitschakelen, zodat je noten onafhankelijk van het raster kunt bewerken.
Zoom maximaal in door je duim en wijsvinger uit elkaar te bewegen. Haal daarna je vingers van het scherm.
Zoom vervolgens opnieuw in met je duim en wijsvinger.
De tekst 'Zet niet op raster' verschijnt boven in het sporengebied om aan te geven dat het raster is uitgeschakeld.
Om het raster weer in te schakelen, beweeg je je duim en wijsvinger naar elkaar toe.
Wijzigingen ongedaan maken en opnieuw uitvoeren
Je kunt wijzigingen van segmenten en andere bewerkingen ongedaan maken en opnieuw uitvoeren, zoals het maken van opnamen en het wijzigen van het geluid.
Ongedaan maken: Tik op de herstelknop in de regelbalk.
Opnieuw uitvoeren: Nadat je een wijziging ongedaan hebt gemaakt, houd je je vinger op de herstelknop en tik je op 'Opnieuw'.