Een vertrouwde koppeling met een LDAP-adreslijst stopzetten in Adreslijsthulpprogramma op de Mac
Je kunt Adreslijsthulpprogramma gebruiken om een vertrouwde koppeling stop te zetten tussen een computer en een LDAP-adreslijst die vertrouwde koppelingen toestaat maar niet vereist.
Klik in de app Adreslijsthulpprogramma op de Mac op 'Voorzieningen'.
Klik op het hangslotsymbool.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder in en klik op 'Wijzig configuratie' (of gebruik Touch ID).
Selecteer 'LDAPv3' en klik op de knop 'Wijzig de instellingen voor de geselecteerde voorziening' .
Als de lijst met serverconfiguraties opties verborgen is, klik je op het driehoekje naast 'Toon opties'.
Selecteer een serverconfiguratie en klik op 'Wijzig'.
Klik op 'Ontkoppel', typ de naam en het wachtwoord van een LDAP-adreslijstbeheerder (niet van een beheerder van de lokale computer) en klik vervolgens op 'OK'.
Als er geen vertrouwde koppeling is geconfigureerd op deze computer, wordt de knop 'Ontkoppel' niet weergegeven.
Als een waarschuwingsbericht wordt weergegeven waarin wordt gemeld dat de computer geen verbinding kan maken met de LDAP-server, klik je op 'OK' als je de vertrouwde koppeling geforceerd wilt stopzetten.
Als je de vertrouwde koppeling geforceerd stopt, heeft deze computer nog steeds een computerrecord in de LDAP-adreslijst. Stel de Active Directory-beheerder op de hoogte zodat deze de computerrecord kan verwijderen.