Introductie tot Adreslijsthulpprogramma
Met Adreslijsthulpprogramma kun je geavanceerde verbindingen met adreslijstservers toevoegen en configureren. Je Mac benadert adreslijstservers voor gebruikersgegevens en andere beheergegevens die worden bewaard in het adreslijstdomein van de adreslijstservers. Je Mac kan verbinding maken met een Active Directory-server of een LDAP-adreslijstserver.
Wanneer je een adreslijstserver toevoegt aan (of verwijdert uit) de lijst met voorzieningen in Adreslijsthulpprogramma, worden de verbindingsinstellingen die aan die adreslijstserver zijn gekoppeld, toegevoegd aan (of verwijderd uit) de lijst voor authenticatie en de lijst voor contactgegevens. Als je echter de gekoppelde verbindingsinstellingen uit de lijst voor authenticatie en de lijst voor contactgegevens verwijdert, wordt de adreslijstserver niet uit de lijst met voorzieningen verwijderd.
Geavanceerde functies van Adreslijsthulpprogramma:
Voorzieningen: Een verbinding configureren naar adreslijstservers (Active Directory of LDAP) die gebruikers kunnen benaderen.
Zoekconfiguratie: Instellen waar de Mac moet zoeken naar gegevens voor authenticatie en contactgegevens.
Adreslijsteditor: Recordtypen en kenmerken in een geauthenticeerd adreslijstdomein of lokale adreslijst configureren.
Toegang krijgen tot een Active Directory-domein
Configureer een Mac met macOS voor toegang tot een Active Directory-domein op een server met Windows 2000 of nieuwer. Zie De toegang tot een domein configureren.
Toegang krijgen tot LDAP-adreslijsten
Configureer een Mac met macOS voor toegang tot specifieke LDAP-adreslijsten. Zie De toegang tot een LDAP-adreslijst configureren en Toegang tot een LDAP-adreslijst handmatig configureren.