Blauwdrukken gebruiken in Apple Configurator 2
Met behulp van een blauwdruk kun je acties vastleggen die vervolgens kunnen worden toegepast op een apparaat. Je kunt configuratieprofielen en apps toevoegen aan een blauwdruk, net als bij een fysiek apparaat. Je kunt een blauwdruk zo voorbereiden dat de MDM-gegevens en de toezichtidentiteit daaraan worden gekoppeld. Daarnaast kun je specifieke acties toevoegen aan een blauwdruk, bijvoorbeeld om het apparaat in de één-app-modus te zetten. Als de blauwdruk helemaal klaar is, kun je deze op een apparaat toepassen.
Een blauwdruk aanmaken
Klik in Apple Configurator 2 op 'Blauwdrukken' in de knoppenbalk en selecteer vervolgens 'Wijzig blauwdrukken'.
Klik op 'Nieuw' en wijzig de naam van de blauwdruk van 'Naamloos' in een door jezelf gekozen naam.
Je kunt nu het volgende doen:
Profielen, apps en taken aan de blauwdruk toevoegen
De voorbereidingsassistent uitvoeren op de blauwdruk
Als je klaar bent, klik je op 'Gereed' rechtsonder in het apparaatvenster.
Een blauwdruk toepassen
Selecteer in Apple Configurator 2 een of meer apparaten in het apparaatvenster.
Kies 'Taken' > 'Pas toe' > '[naam van blauwdruk]'.
Alle blauwdruktaken worden uitgevoerd, en alle blauwdrukprofielen en -apps worden toegevoegd. Als de voorbereidingsassistent is geconfigureerd, worden daarmee ook de apparaten geconfigureerd.