Een Mac met Apple silicon reactiveren of herstellen met Apple Configurator 2
In zeldzame omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer tijdens een update of upgrade van macOS de stroom uitvalt, kan het zijn dat een Mac niet meer reageert en dat de firmware moet worden gereactiveerd of hersteld.
Belangrijk: Probeer eerst om de computer te reactiveren. Als dat niet lukt of als je de Mac niet kunt opstarten vanaf het opstartvolume of recoveryOS, moet je de firmware herstellen en de interne flashopslag wissen.
Wat gebeurt er als je een Mac reactiveert?
Bij het reactiveren van een Mac wordt de firmware bijgewerkt en wordt recoveryOS naar de nieuwste versie bijgewerkt. Daarbij worden geen wijzigingen aangebracht in het opstartvolume, het gegevensvolume van de gebruiker of andere volumes. Gebruikersgegevens blijven behouden als ze te herstellen zijn.
Wat gebeurt er als je een Mac herstelt?
Bij het herstellen van een Mac wordt de firmware bijgewerkt en wordt recoveryOS naar de nieuwste versie bijgewerkt. Ook wordt macOS van het interne opslagapparaat gewist en wordt de nieuwste versie geïnstalleerd. Alle gegevens op alle interne volumes gaan daarbij verloren en zijn niet meer terug te halen.
In de volgende gevallen moet je de firmware herstellen en de interne flashopslag wissen:
Het reactiveren van de firmware is mislukt
Je kunt de Mac niet opstarten vanaf het opstartvolume of met recoveryOS
Voordat je begint
Deze reactiverings- en herstelinstructies zijn van toepassing op de volgende Mac-computers met Apple silicon:
MacBook Pro (16-inch, 2021)
MacBook Pro (14-inch, 2021)
iMac (24-inch, M1, 2021)
Mac mini (M1, 2020)
MacBook Pro (13-inch, M1, 2020)
MacBook Air (M1, 2020)
Je hebt het volgende nodig:
De nieuwste versie van Apple Configurator 2 geïnstalleerd op een Mac met macOS 10.15.6 of hoger
Internettoegang
Het kan zijn dat je de configuratie van de webproxy of firewallpoorten moet aanpassen, zodat al het netwerkverkeer dat van Apple apparaten afkomstig is, toegang heeft tot het netwerk van Apple (17.0.0.0/8). Zie het Apple Support-artikel Apple producten op bedrijfsnetwerken gebruiken voor meer informatie over de poorten die door Apple producten worden gebruikt. Om na te gaan of in je netwerk een webproxy of firewall wordt gebruikt, raadpleeg je de handleiding bij je router of neem je contact op met je internetaanbieder.
Een ondersteunde USB-C-naar-USB-C-oplaadkabel, zoals de kabel die verkrijgbaar is bij Apple (mogelijk niet in alle landen of regio's) of een ondersteunde USB-A-naar-USB-C-kabel
De USB-C-kabel moet geschikt zijn voor zowel voeding als gegevensdoorvoer. Thunderbolt 3-kabels worden niet ondersteund.
Beschrijving van het reactiverings- en herstelproces
Het reactiverings- en herstelproces bestaat uit de volgende stappen:
Stap 1. Sluit de Mac-computers met een ondersteunde USB-C-kabel op elkaar aan, zoek Apple Configurator 2 in de map 'Apps' of in Launchpad en start Apple Configurator 2 op de eerste Mac.
Stap 2. Start de tweede Mac opnieuw op met een speciale toetscombinatie. De toetscombinatie verschilt afhankelijk van het type Mac dat je wilt reactiveren of herstellen.
Stap 3. Gebruik Apple Configurator 2 om de Mac te reactiveren.
Stap 4. Als reactiveren niet lukt, kun je Apple Configurator 2 gebruiken om de Mac te herstellen.
Stap 1: De Mac-computers met elkaar verbinden
Zorg ervoor dat de eerste Mac op een voedingsbron is aangesloten en is opgestart.
Sluit de USB-C-kabel aan (zo nodig via een adapter) en verbind de twee Mac-computers met elkaar.
Start Apple Configurator 2 .
Stap 2: De Mac voorbereiden die je wilt reactiveren of herstellen
Een iMac (24-inch, M1, 2021) reactiveren of herstellen
1. Haal de stekker van de iMac uit het stopcontact.
2. Steek de USB-C-kabel in de Thunderbolt-poort die het dichtst bij de voet zit.
3. Houd de aan/uit-knop ingedrukt en steek de stekker van de iMac in het stopcontact. Blijf de aan/uit-knop ongeveer drie seconden ingedrukt houden.
Opmerking: De iMac die je wilt reactiveren of herstellen, laat geen schermactiviteit zien.
Een Mac mini reactiveren of herstellen
1. Sluit een beeldscherm aan op je Mac mini (zodat je kunt zien wanneer het proces is voltooid).
2. Haal de Mac mini minstens 10 seconden van de stroom af.
3. Houd de aan/uit-knop ingedrukt.
4. Steek de stekker weer in het stopcontact terwijl je de aan/uit-knop ingedrukt blijft houden.
5. Laat de aan/uit-knop los.
Het statuslampje moet oranje branden en er moet een DFU-symbool verschijnen in Apple Configurator 2 op de Mac mini.
Opmerking: De Mac mini die je wilt reactiveren of herstellen, laat geen schermactiviteit zien.
Een Apple notebook reactiveren of herstellen
1. Druk op de aan/uit-knop.
2. Houd de aan/uit-knop ingedrukt en druk tegelijkertijd ongeveer 10 seconden op de volgende drie toetsen:
De rechter Shift-toets
De linker Option-toets
De linker Control-toets
3. Laat na 10 seconden de drie toetsen direct los, maar blijf de aan/uit-knop ingedrukt houden totdat in Apple Configurator 2 op de eerste Mac een DFU-symbool verschijnt.
Opmerking: De MacBook Air of MacBook Pro die je wilt reactiveren of herstellen, laat geen schermactiviteit zien. Als bij de MacBook Pro een MagSafe-connector wordt gebruikt, zie je het led-oplaadlampje niet branden.
Stap 3: De firmware reactiveren en de nieuwste versie van recoveryOS installeren
Selecteer in het venster van Apple Configurator 2 op de eerste Mac het DFU-symbool van de Mac waarvan je de firmware op de chip wilt reactiveren en waarvoor je recoveryOS naar de nieuwste versie wilt bijwerken.
Voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Taken' > 'Geavanceerd' > 'Reactiveer apparaat' en klik vervolgens op 'Reactiveer'.
Klik op het geselecteerde DFU-symbool terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt, kies 'Geavanceerd' > 'Reactiveer apparaat' en klik vervolgens op 'Reactiveer'.
Opmerking: Als een van de Macs tijdens dit proces geen stroom meer krijgt, voer je het reactivatieproces opnieuw uit.
Wacht tot het proces is voltooid. Tijdens dit proces verschijnt op de tweede Mac een Apple logo in beeld dat vervolgens weer verdwijnt.
Als het proces gelukt is, wordt de Mac opnieuw opgestart.
Opmerking: Als reactiveren niet gelukt is, ga je verder met stap 4 hieronder.
Stop Apple Configurator 2 op de eerste Mac en koppel alle kabels en adapters los.
Stap 4: De firmware herstellen, alle gegevens wissen en de nieuwste versie van recoveryOS en macOS opnieuw installeren
Selecteer in het venster van Apple Configurator 2 op de eerste Mac het DFU-symbool van de Mac die je wilt herstellen.
Voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Taken' > 'Herstel' en klik vervolgens op 'Herstel'.
Klik op het geselecteerde DFU-symbool terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt, kies 'Taken' > 'Herstel' en klik vervolgens op 'Herstel'.
Opmerking: Als een van de Macs tijdens dit proces geen stroom meer krijgt, voer je het herstelproces opnieuw uit.
Wacht tot het proces is voltooid. Tijdens dit proces verschijnt op de tweede Mac een Apple logo in beeld dat vervolgens weer verdwijnt.
Zodra het proces is voltooid, wordt de Mac opnieuw opgestart.
Als het proces gelukt is, wordt op de tweede Mac de configuratie-assistent van macOS weergegeven. Als de macOS-configuratie-assistent niet verschijnt, voer je het herstelproces opnieuw uit.
Stop Apple Configurator 2 op de eerste Mac en koppel alle kabels en adapters los.