De kalibratie van het Liquid Retina XDR beeldscherm op uw MacBook Pro verfijnen

Lees hier hoe u de kalibratie van uw beeldscherm meet en verfijnt.

Elke MacBook Pro met het Liquid Retina XDR beeldscherm ondergaat op de assemblagelijn in de fabriek een zeer modern proces van beeldschermkalibratie om ervoor te zorgen dat het paneel voor P3 brede kleurenweergave en de afzonderlijke leds voor de achtergrondverlichting nauwkeurig zijn. Daarnaast kunnen geavanceerde ingebouwde algoritmes door het kalibratieproces in de fabriek allerlei kleurbereiken reproduceren die tegenwoordig door mediaworkflows worden gebruikt, waaronder sRGB, BT.601, BT.709 en zelfs P3-ST.2084 (HDR).

Dankzij de beeldschermkalibratie die in de fabriek wordt uitgevoerd, kunnen MacBook Pro-gebruikers direct genieten van een uitzonderlijke kijkervaring. Als uw workflow aangepaste kalibratie vereist, kunt u uw beeldscherm meten en vervolgens de kalibratie verfijnen.


Uw beeldscherm meten

U kunt een set QuickTime-filmtestpatronen van Apple gebruiken om de kalibratie van het Liquid Retina XDR beeldscherm te evalueren. Met deze op relevante kleur gelabelde SDR- en HDR-bronnen kunt u uw eigen spectroradiometer gebruiken om de primaire en secundaire kleuren en luminantie te meten en te verifiëren, waaronder de EOTF (electro-optical transfer function).

Testpatronen downloaden

  1. Ga naar de Developer-pagina voor AVFoundation.
  2. Klik in het gedeelte 'Related Resources' (Gerelateerde bronnen) op 'Color Test Patterns' (Kleurtestpatronen) om de testbestanden te downloaden. 
  3. Klik dubbel op het bestand 'QuickTime-Test-Pattern.zip' om het archief uit te pakken.

Uw beeldscherm meten

  1. Lijn de spectroradiometer van derden uit op het midden van het beeldscherm.
  2. Zorg ervoor dat de kamer zwak verlicht of donker is om te voorkomen dat strooilicht of schittering de metingen beïnvloedt.
  3. Open de map 'QuickTime Test Pattern Movies' en kies de reeks patronen die u wilt testen. Elke map bevat reeksen filmbestanden om kleur of luminantie te meten in HDR, BT.709 en BT.601.
  4. Open elk bestand in QuickTime Player en meet elk filmbestand met testpatronen in de map.  Zorg ervoor dat de momenteel gebruikte voorinstellingen voor referentie overeenkomen met het gekozen testpatroon. Gebruik bijvoorbeeld de voorinstelling 'HDR Video (P3-ST 2084)' als u op HDR10 gebaseerde patronen gebruikt.
  5. Vergelijk de kleur- (chromaticiteits-) en luminantiewaarden die u hebt gemeten met de waarden in het bestand 'Reference Values.txt' in de map van het testpatroon.  Afhankelijk van de tolerantie of kalibratie van uw spectroradiometer is er mogelijk wat variatie in de metingen ten opzichte van de referentiewaarden.

Als uw metingen aanzienlijk afwijken van de referentiewaarden, raadpleeg dan de tips voor het meten van uw beeldscherm.


De kalibratie verfijnen

Als uw workflow is afgestemd op een specifiek doel, kunt u de kalibratie van uw beeldscherm verfijnen. Zo kunt u het witpunt en de luminantie van het beeldscherm aanpassen om deze nauwkeuriger af te stemmen op uw eigen beeldschermkalibratiedoel. Meer informatie over de verschillende waarden die u kunt aanpassen

  1. Kies Apple-menu  > Systeemvoorkeuren (of Systeeminstellingen) > Beeldschermen.
  2. Kies in 'Beeldscherminstellingen' de voorinstellingen voor referentie die u wilt verfijnen in het venstermenu 'Voorinstellingen'. U moet dezelfde voorinstellingen voor referentie kiezen die overeenkomen met het testpatroon en de voorinstellingen voor referentie die worden gebruikt wanneer u uw beeldscherm meet.
  3. Kies 'Verfijn kalibratie' in het venstermenu 'Voorinstellingen'.
  4. Stel waarden in voor het witpunt en de luminantie en voer vervolgens een beschrijving in.
  5. Klik op 'OK' om de kalibratieverfijning te bewaren.

Om de kalibratieverfijning te verwijderen, kiest u 'Standaardinstellingen' in het menu 'Verfijn kalibratie'.

Als u andere voorinstellingen voor referentie kiest, meet u uw beeldscherm en verfijnt u de kalibratie opnieuw voor optimale resultaten.

Als u geen consistente resultaten krijgt bij het verfijnen van de kalibratie, raadpleeg dan de tips voor het meten en verfijnen van de kalibratie van uw beeldscherm.


Tips voor het meten en verfijnen van de kalibratie

Lees wat u moet doen als u geen consistente resultaten krijgt bij het meten van uw beeldscherm of het verfijnen van de kalibratie.

Uw omgeving controleren

  • Controleer de omgeving om strooilicht te minimaliseren dat op het diafragma op het beeldscherm reflecteert.
  • Apple raadt aan om te meten en te kalibreren bij een omgevingstemperatuur van 25 graden Celsius of lager. Voor de meest herhaalbare resultaten moet de omgevingstemperatuur tijdens de kalibratie gelijk zijn aan de temperatuur bij normaal gebruik.

De configuratie van uw spectroradiometer controleren

  • Zorg ervoor dat het beeldscherm gedurende minstens 30 minuten is opgewarmd en thermisch stabiel is.
  • Situeer de meter zo dat deze loodrecht op het beeldscherm en vlak op de x-as staat om polarisatie te minimaliseren.
  • Als uw meter een automatische belichtingsmodus heeft, schakel deze dan in. Zo worden metingen van verschillende luminantieniveaus geoptimaliseerd. Als uw meter geen automatische belichtingsmodus heeft, neem dan contact op met de fabrikant van het instrument voor aanbevolen instellingen. Bekijk de configuratieopties voor positie en brandpuntsafstand, diafragma, bandbreedte, belichting, meetsnelheid, beeldsynchronisatie en eventuele automatische of dynamische functies van uw instrument.
  • Als uw meter een instelling voor integratietijd heeft, gebruik dan indien mogelijk een langere integratietijd voor een nauwkeuriger resultaat.
  • Als uw meter een filterinstelling voor automatische neutrale dichtheid (ND) heeft, schakelt u deze uit.

De kalibratie van uw spectroradiometer controleren

Controleer de specificaties van de fabrikant om de tolerantie van uw spectroradiometer vast te stellen. Waargenomen verschillen komen mogelijk voort uit een van de volgende omstandigheden:

  • Andere instrumentkalibraties waarvoor een andere inval van lichtbron A wordt gebruikt.
  • Onzekerheid die inherent aanwezig is voor elke afzonderlijke lichtbron A.
  • Verschillende optische paden en verschillend ontwerp van de hardware van het instrument, die leiden tot verschillende overgenomen fouten.

Zorg ervoor dat de testpatronen overeenkomen met de gewenste voorinstellingen voor referentie

Als u de kalibratie van uw beeldscherm verfijnt, zorg er dan voor dat het testpatroon overeenkomt met de voorinstellingen voor referentie die u wilt verfijnen wanneer u uw beeldscherm meet. Gebruik bijvoorbeeld de voorinstelling 'HDR Video (P3-ST 2084)' als u op HDR10 gebaseerde patronen gebruikt.

De spectroradiometer opnieuw instellen

Als uw instrument niet meer reageert, neemt u contact op met de fabrikant voor instructies over het opnieuw instellen van de spectroradiometer.


Publicatiedatum: