iMac (24-inch, M1, 2021, twee poorten) - Beeldscherm

Voordat je begint

 Gevaar

Lees Veilig werken met elektriciteit voordat je begint.

 Waarschuwing

Lees Veilig werken met gebroken glas voordat je begint.

Gereedschap

  • Snijapparaatje voor plakstrips

  • Vervangende wieltjes voor snijapparaatje voor plakstrips

  • Beeldschermondersteuningsstandaard

  • Ethanoldoekjes of IPA-doekjes

  • Zacht reinigingsdoekje

  • Nylon sonde (zwart staafje)

  • Afplaktape

  • Veiligheidsbril met bescherming aan de zijkanten

  • Siliconenroller

  • Blok met kleefvellen

  • Ondersteuningswiggen

 Voorzichtig

Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten.

Belangrijk

Bij deze procedure kan het nodig zijn om de tape op de connector van de flexkabel van de achtergrondverlichting van het beeldscherm te vervangen. Er zit vervangende tape in de startset voor het beeldscherm en in de aanvullingsset voor het beeldscherm. Dit onderdeel kan niet apart worden besteld.

Verwijderen

 Voorzichtig: Het beeldscherm zit met beeldschermplakstrips vast aan de behuizing. Elke plakstrip bestaat uit een schuimlaag met aan beide zijden een plaklaag. Bij het verwijderen van het beeldscherm gebruik je het snijapparaatje om de plakstrips door te snijden. Je snijdt hierbij voornamelijk door de schuimlaag. Als het wieltje beschadigd is, moet je het vervangen.

Belangrijk: zet de ondersteuningswig van de standaard in het midden en dek de voedingspoort af voordat je begint.

  1. Plaats de wig voor de standaard tussen de standaard en de behuizing, zoals afgebeeld. De wig moet in het midden zitten en de voedingspoort moet afgedekt zijn.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, zet je de computer rechtop in de beeldschermondersteuningsstandaard.

  2. Plaats het snijapparaatje voor plakstrips onder een hoek van 90 graden tussen het beeldscherm en de behuizing. Ga met het snijapparaatje langs de bovenkant van de computer, maar kom niet aan het 7,6 cm brede stuk rond de camera.

    •  Voorzichtig: Om schade aan het beeldscherm en de camera te voorkomen, mag je niet met het snijapparaatje over de camera gaan. Als de camera beschadigd raakt, moet het beeldscherm worden vervangen.

  3. Leg de computer op een vlakke ondergrond met het beeldscherm naar boven. Beweeg het gereedschap links en rechts langs de zijkanten tussen het beeldscherm en de behuizing.

    • Opmerking: Als de computer een VESA-montageadapter heeft, leg je de computer plat op de VESA-ondersteuningswig. De VESA-ondersteuningswig heeft een vierkante uitsparing waar de VESA-montageadapter precies in past. Plaats de onderkant van het beeldscherm aan de kant van de uitsparing in de wig.

  4. Beweeg het snijapparaatje tussen het beeldscherm en de behuizing aan de onderste rand van de computer.

  5. Beweeg het snijapparaatje heen en weer tussen het beeldscherm en de behuizing langs alle vier randen van de computer tot je bijna geen weerstand meer voelt.

    •  Voorzichtig: om schade aan de camera te voorkomen, mag je niet met het snijapparaatje over het 7,6 cm brede stuk rond de camera gaan.

  6. Steek het platte uiteinde van het zwarte staafje tot halverwege het nokje tussen het beeldscherm en de behuizing. Schuif het zwarte staafje op en neer om de plakstrip door te snijden op plekken waar dat nog niet was gebeurd.

    • Opmerking:

      • Als je weerstand voelt, trek je het zwarte staafje een klein stukje terug. Blijf nu op en neer bewegen en pas de insteekdiepte aan op plekken waar je weerstand voelt.

      • Als de weerstand niet verdwijnt, stop je en trek je het zwarte staafje eruit. Zet een nieuw wieltje in het snijapparaatje en herhaal stap 1 tot en met 5.

    •  Voorzichtig

      • Draai of wrik niet met het zwarte staafje en steek het er niet verder in dan tot het nokje. Als je het zwarte staafje met geweld tussen het beeldscherm en de behuizing duwt, kan het beeldscherm barsten.

      • Om schade aan de camera te voorkomen, moet je niet met het snijapparaatje over het 7,6 cm brede stuk rond de camera gaan.

  7. Keer de computer om met de bovenkant van het beeldscherm naar je toe. Als het beeldscherm los is, steekt het iets uit boven de bovenrand van de behuizing.

    • Belangrijk: dit is het teken dat het beeldscherm losgekomen is van de beeldschermhaken in de behuizing.

  8. Houd het beeldscherm bij de randen vast en til het ongeveer 2,5 tot 5 cm recht omhoog.

    •  Voorzichtig: de flexkabels die aan het moederbord en de achterkant van het beeldscherm zitten, mogen niet strak komen te staan.

  9. Steek de onderste rand van het beeldscherm in de sleuf in de standaardondersteuningswig (1) terwijl je de bovenste rand van het beeldscherm langzaam omhoog kantelt (2).

  10. Steek de twee driehoekige ondersteuningswiggen in de behuizing, zoals afgebeeld.

    • Opmerking: voor modellen met een VESA-montageadapter gebruik je de VESA-ondersteuningswig met de uitsparing en twee driehoekige ondersteuningswiggen.

  11. Verwijder de polyesterfolie van de flexkabel van de achtergrondverlichting van het beeldscherm (1) en bewaar de folie voor straks bij de montage. Trek het uiteinde van de flexkabel van de achtergrondverlichting van het beeldscherm recht naar beneden uit de connector (2).

  12. Klap de vergrendelingshendels van de connectors van de flexkabel van de camera en embedded DisplayPort (1) omhoog. Schuif beide uiteinden van de eDP-flexkabel uit de connectors (2).

    • Opmerking: De flexkabel van de camera en embedded DisplayPort is één kabel met drie uiteinden. Het derde uiteinde wordt op het moederbord aangesloten.

  13. Til het beeldscherm van de ondersteuningswiggen en plaats het op de beeldschermondersteuningsstandaard.

  14. Verwijder de lijm van de randen van het beeldscherm.

    •  Voorzichtig: om schade aan de polyesterfolie op het beeldscherm te voorkomen, mag je lijmresten in de hoeken van het beeldscherm niet verwijderen.

  15. Als er nog lijmresten langs de randen van het beeldscherm zitten, verwijder je deze met een ethanol- of IPA-doekje. Laat de oppervlakken minimaal 1 minuut drogen.

    •  Voorzichtig: gebruik geen ethanol- of IPA-doekjes op de voorzijde van het beeldscherm of om iets anders dan beeldschermlijmresten te verwijderen.

  16. Verwijder de beeldschermlijm van de randen van de behuizing.

  17. Als er nog lijmresten langs de randen van de behuizing zitten, verwijder je deze met een ethanol- of IPA-doekje. Laat de oppervlakken minimaal 1 minuut drogen.

  18. Plak de camera/eDP-flexkabel en de flexkabel van de achtergrondverlichting van het beeldscherm aan de behuizing vast met Kapton-tape.

Montage

 Voorzichtig: De plakstrip voor de onderzijde is model-specifiek. Controleer of je de juiste onderste plakstrip hebt voor het model dat je repareert.

  1. Leg de beeldschermplakstrips op een vlakke ondergrond en controleer ze op beschadiging of kreuk.

    • 946-25206 (1)

    • 946-25207 (2)

    • 946-25208 (3)

    • 946-19175 (4)

    •  Voorzichtig: Beschadigde strips kunnen leiden tot kieren en lichtlekkage. Ze kunnen ook een zwakkere hechting tussen het beeldscherm en de behuizing veroorzaken. Als de plakstrips beschadigd of gekreukt zijn, moet je ze vervangen.

    • Opmerking: De plakstrips bestaan uit twee lijmlagen met daartussen een schuimlaag. Aan de onderzijde zit een papieren afdekstrip en aan de bovenzijde een plastic afdekstrip. De kleuren van de afdekstrips kunnen variëren.

  2. Leg de behuizing plat neer zoals afgebeeld. Trek een klein stukje van de papieren afdekstrip los van een beeldschermplakstrip.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, leg je de computer plat op de VESA-ondersteuningswig.

    • Belangrijk: verwijder de plastic afdekstrips van de beeldschermplakstrips nog niet.

  3. Lijn de beeldschermplakstrip uit met de overeenkomende rand van de behuizing en druk de strip met de vrijgemaakte plaklaag op de behuizing.

  4. Blijf de beeldschermplakstrip goed uitlijnen en trek intussen stukjes van de papieren afdekstrip af en druk de plaklaag op de rand van de behuizing, net zolang tot de hele strip vastzit.

  5. Herhaal stap 2 tot en met 4 om de overige beeldschermplakstrips aan te brengen. Ga dan door naar stap 6.

  6. Kijk of de beeldschermplakstrips goed zijn uitgelijnd. Er mogen geen rimpels of luchtbellen in zitten.

  7. Keer de behuizing om zodat de bovenkant naar je toe gericht is. Plaats de ondersteuningswiggen in de behuizing, zoals afgebeeld.

  8. Verwijder de Kapton-tape van de camera/eDP-flexkabel en de flexkabel van de achtergrondverlichting van het beeldscherm.

  9. Schuif de onderkant van het beeldscherm in de uitsparing van de standaardondersteuningswig. Het beeldscherm moet op de driehoekige ondersteuningswiggen rusten.

  10. Schuif de twee uiteinden van de camera/eDP-flexkabel in de connectors (1) aan de achterkant van de behuizing. Klap nu de vergrendelingshendels omlaag (2).

  11. Schuif het uiteinde van de flexkabel voor de achtergrondverlichting van het beeldscherm in de connector op de achterkant van het beeldscherm (1).

  12. Plak de tape op de connector van de flexkabel van de achtergrondverlichting van het beeldscherm (2).

    • Belangrijk: als de tape bij het verwijderen beschadigd is geraakt, gooi je de tape weg en gebruik je vervangende tape.

  13. Til de bovenrand van het beeldscherm een klein stukje op. Haal de twee driehoekige ondersteuningswiggen uit de behuizing.

  14. Trek het beeldscherm langzaam uit de sleuf van de standaardondersteuningswig (1). Laat nu de bovenkant van het beeldscherm zakken in de richting van de behuizing (2).

    •  Voorzichtig: er mag geen kracht op de flexkabels komen te staan terwijl je het beeldscherm verplaatst.

  15. Leg het beeldscherm plat op de behuizing. De bovenste rand van het beeldscherm moet net iets uitsteken boven de bovenste rand van de behuizing.

  16. Fixeer het beeldscherm tijdelijk ten opzichte van de behuizing met twee stukken afplaktape.

  17. Houd het beeldscherm vlak tegen de behuizing en zet de computer voorzichtig rechtop. Het beeldscherm verschuift nu iets doordat het in de beeldschermhaken zakt en daardoor wordt uitgelijnd met de randen van de behuizing.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, zet je de computer rechtop in de beeldschermondersteuningsstandaard.

    •  Voorzichtig: Het beeldscherm wordt slechts gedeeltelijk op zijn plaats gehouden door de beeldschermhaken. Houd het beeldscherm vlak tegen de behuizing om te zorgen dat het niet uit de beeldschermhaken schiet.

  18. Controleer of het beeldscherm en de behuizing aan alle vier zijden goed zijn uitgelijnd. Zet de twee stukken afplaktape opnieuw vast zodat ze precies aansluiten bij de onderkant van de computer.

  19. Haal het beeldscherm net genoeg naar voren om de afdekstrips van de vier beeldschermplakstrips aan de bovenkant van de computer te kunnen verwijderen.

    •  Voorzichtig: als het beeldscherm te ver uit de behuizing komt, raakt het los van de beeldschermhaken en kan het uit de behuizing vallen.

  20. Druk op de bovenste rand van het beeldscherm om het vast te plakken aan de beeldschermplakstrips die op de behuizing zitten.

  21. Plak twee stukken afplaktape op de bovenkant van de computer om het beeldscherm tijdelijk te fixeren ten opzichte van de behuizing.

  22. Verwijder de twee stukken afplaktape van de onderkant van de computer.

  23. Haal het beeldscherm net genoeg naar voren om de afdekstrips van de vier beeldschermplakstrips aan de onderkant van de computer te kunnen verwijderen. Begin ongeveer in het midden en trek de afdekstrips in de getoonde volgorde in de richting van de onderste hoeken van de computer.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, leg je de computer plat op de VESA-ondersteuningswig.

    •  Voorzichtig: als het beeldscherm te ver uit de behuizing komt, raakt het los van de beeldschermhaken en kan het uit de behuizing vallen.

  24. Druk op de onderkant van het beeldscherm om het vast te plakken aan de beeldschermplakstrips die op de behuizing zitten.

  25. Controleer of de vier hoeken van het beeldscherm en de behuizing goed zijn uitgelijnd. Als ze niet goed zijn uitgelijnd, moet je de stappen voor Verwijderen en Montage opnieuw uitvoeren.

  26. Verwijder de twee stukken afplaktape van de bovenkant van de computer.

  27. Verwijder de beschermlaag van het blok met kleefvellen. Reinig de siliconenroller door hem heen en weer te rollen over het kleefvel.

  28. Rol met de siliconenroller heen en weer langs alle vier randen van het beeldscherm om de beeldschermplakstrips goed te laten hechten.

    • Opmerking: als de computer een VESA-montageadapter heeft, zet je de computer rechtop in de beeldschermondersteuningsstandaard.

  29. Maak het beeldscherm schoon met het reinigingsdoekje.

  30. Verwijder de standaardwig.

 Voorzichtig

  • Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid, lees je hoe je het proces voor Systeemconfiguratie kunt starten.

  • Systeemconfiguratie is verplicht als je een vervangend beeldscherm of moederbord hebt geïnstalleerd.

  • Als je het moederbord hebt vervangen, wordt de computer opgestart in de diagnostische modus totdat Systeemconfiguratie is voltooid.

  • Als je het beeldscherm hebt vervangen, werken de helderheidsaanpassing en True Tone mogelijk niet naar behoren totdat Systeemconfiguratie is voltooid.

Publicatiedatum: