iPhone 12 mini - TrueDepth-camera

Voordat je begint

 Waarschuwing

  • Lees Batterijveiligheid en volg de richtlijnen voor werkplekken en de omgang met batterijen voordat je begint.

  • De TrueDepth-camera bevat een of meerdere lasers. Als je de TrueDepth-camera uit elkaar haalt, beschadigt of als je geen originele Apple onderdelen gebruikt, kun je blootgesteld worden aan schadelijke infrarode laserstralen die letsel aan de ogen of de huid kunnen veroorzaken.

Verwijder het volgende onderdeel voordat je begint:

Gereedschap

  • 5,4-inch reparatiehouder

  • ESD-veilig pincet

  • Nitrilhandschoenen

  • Nylon sonde (zwart staafje)

 Voorzichtig

Voor deze procedure moet 'Configuratie TrueDepth-camera' worden uitgevoerd. Om 'Configuratie TrueDepth-camera' uit te voeren, heb je het volgende nodig:

  • Een Mac met de nieuwste versie van Apple Service-hulpprogramma (ASU). Je moet ook de bronbestanden 'iPhone-reparatie – TrueDepth-camera' installeren. Deze staan in het venster 'Bronbestanden' van Apple Service-hulpprogramma.

  • Het apparaat moet de nieuwste versie van iOS gebruiken.

  • Internettoegang

  • Een Lightning-kabel

Nadat je alle stappen voor verwijdering en montage hebt voltooid en Apple Service-hulpprogramma (ASU) op een Mac hebt geïnstalleerd, lees je hoe je de configuratieprocedure voor de TrueDepth-camera kunt starten op support.apple.com/self-service-repair.

Verwijderen

  1. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de Lightning-connector naar de uitsparing gericht.

  2. Til de uiteinden van de drie flexkabels van de TrueDepth-camera uit de connectors op het moederbord.

  3. Gebruik een pincet om de TrueDepth-camera voorzichtig vast te pakken en trek de camera pincet iets naar rechts (1). Schuif vervolgens de TrueDepth-camera onder de rand van de behuizing vandaan en maak de aardingspen los (2).

Montage

 Voorzichtig: gebruik nitrilhandschoenen om de TrueDepth-camera vast te pakken.

  1. Kijk aan de achterkant van de TrueDepth-camera (661-23797) om te controleren of de aardingsveren niet beschadigd zijn en het aardingsschuim niet is verschoven. Als de aardingsveren beschadigd zijn of het aardingsschuim is verschoven, gebruik je een nieuwe module.

  2. Schuif eerst de linkerrand van de TrueDepth-camera onder het lipje van de behuizing om de aardingspen vast te zetten (1). Schuif vervolgens de rechterrand van de TrueDepth-camera onder het lipje van de behuizing (2).

  3. Kijk of de camera mooi is uitgelijnd en of de aardingspen goed op zijn plaats zit.

  4. Sluit de drie flexkabels van de TrueDepth-camera aan op het moederbord. Doe dit in de aangegeven volgorde.

  5. Gebruik een pincet om de beschermkapjes van de TrueDepth-camera te verwijderen.

Plaats het volgende onderdeel terug om de montage te voltooien:

 Voorzichtig

Publicatiedatum: