Apple software bijwerken

Als je automatische updates bij de eerste configuratie van het apparaat niet hebt ingeschakeld, kun je dat nu alsnog doen.

1. Tik in Instellingen  op 'Algemeen' > 'Software-update' > 'Automatische updates'.

2. Schakel alle drie de opties in: 'Installeer [iOS- of iPadOS]-updates automatisch', 'Beveiligingsmaatregelen en systeembestanden' en 'Download [iOS- of iPadOS]-updates automatisch'.

Als er een update beschikbaar is, wordt deze 's nachts gedownload en geïnstalleerd als het apparaat op het lichtnet is aangesloten en met een wifinetwerk is verbonden. Je ontvangt een melding voordat een update wordt geïnstalleerd.

Om automatische updates uit te schakelen, tik je in Instellingen op 'Algemeen' > 'Software-update' > 'Automatische updates' en schakel je 'Installeer [iOS- of iPadOS]-updates automatisch' en 'Beveiligingsmaatregelen en systeembestanden' uit.

Je kunt op elk gewenst moment controleren op updates en eventuele updates handmatig installeren.

• Tik in Instellingen  op 'Algemeen' > 'Software-update'.

  

Op het scherm zie je de versie van de iOS die nu geïnstalleerd is en of er een update beschikbaar is.

1. Zorg dat je over een van de volgende systemen beschikt:

   • Een Mac met een USB-poort en OS X 10.9 of nieuwer

   • Een Windows-apparaat met een USB-poort en Windows 7 of nieuwer

2. Voer een van de volgende stappen uit:

   • Sluit het apparaat met de meegeleverde Lightning-naar-USB-kabel aan op de computer. Als de computer een USB-C-poort heeft, gebruik je een USB-C-naar-USB-adapter of een USB-C-naar-Lightning-kabel (beide afzonderlijk verkrijgbaar).

   • Als bij het apparaat een USB-C-naar-Lightning-kabel is geleverd en je computer een USB-poort heeft, gebruik je een Lightning-naar-USB-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar).

   • Als bij de iPad een USB-C-oplaadkabel is geleverd en je computer een USB-poort heeft, gebruik je een USB-C-naar-USB-adapter en een USB-A-kabel (beide afzonderlijk verkrijgbaar).

   • Als bij de iPad een Thunderbolt 4/USB-4-oplaadkabel is geleverd en je computer een USB-poort heeft, gebruik je een USB-C-naar-USB-adapter en een USB-A-kabel (beide afzonderlijk verkrijgbaar). Je kunt Thunderbolt- of USB-kabels gebruiken bij Thunderbolt-apparaten zoals de 12,9-inch iPad Pro (5e generatie) en de 11-inch iPad Pro (3e generatie).

3. Nadat je het apparaat op de computer hebt aangesloten, voer je een van de volgende stappen uit:

   • In de navigatiekolom van de Finder op de Mac: Selecteer het apparaat en klik vervolgens op 'Algemeen' boven in het venster.

     Om via de Finder je apparaat bij te werken naar iOS 15 of iPadOS 15, moet je macOS 10.15 of nieuwer hebben. Voor eerdere versies van macOS gebruik je iTunes om het apparaat bij te werken.

   • In de iTunes-app op je Windows-apparaat: Klik op de iPhone-knop linksboven in het iTunes-venster en klik vervolgens op 'Overzicht'.

4. Klik op 'Zoek naar update'.

5. Om een beschikbare update te installeren, klik je op 'Werk bij'.

1. Voer een van de volgende stappen uit:

   • Op een Mac met macOS 13 of nieuwer: Kies Apple-menu , selecteer 'Systeeminstellingen', klik op 'Algemeen' en klik op 'Software-update'.

   • Op een Mac met macOS 12 of ouder: Kies Apple-menu , selecteer 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Software-update' .

2. Om macOS-updates automatisch te installeren, selecteer je 'Werk mijn Mac automatisch bij'.

3. Om geavanceerde update-opties in te stellen, klik je op 'Geavanceerd' en voer je een of meer van de volgende stappen uit:

   • Automatisch zoeken naar updates: Selecteer 'Zoek naar updates'.

   • Updates automatisch downloaden op de Mac: Selecteer 'Download nieuwe updates zodra beschikbaar'.

   • Updates van macOS automatisch installeren: Selecteer 'Installeer macOS-updates'.

   • App-updates uit de App Store automatisch installeren: Selecteer 'Installeer app-updates uit de App Store'.

   • Systeembestanden en beveiligingsupdates automatisch installeren: Selecteer 'Installeer beveiligingsmaatregelen en systeembestanden'.

4. Klik op 'OK'.

Om de meest recente updates automatisch te ontvangen, is het raadzaam om 'Zoek naar updates', 'Download nieuwe updates zodra beschikbaar' en 'Installeer systeembestanden en beveiligingsupdates' te selecteren.

Je kunt het besturingssysteem van je Mac en software uit de App Store handmatig bijwerken.

• Voer een van de volgende stappen uit:

  • Op een Mac met macOS 13 of nieuwer: Kies Apple-menu , selecteer 'Systeeminstellingen', klik op 'Algemeen' en klik op 'Software-update'.

  • Op een Mac met macOS 12 of ouder: Kies Apple-menu , selecteer 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Software-update' .

• Om software bij te werken die je uit de App Store hebt gedownload, klik je op het Apple-menu. Het aantal beschikbare updates staat naast 'App Store'. Kies 'App Store' om verder te gaan in de App Store-app .