Instellingen voor 'Detailniveau' wijzigen (paneel 'Spraak') in VoiceOver-programma op de Mac
In het paneel 'Spraak' van de categorie 'Detailniveau' in VoiceOver-programma kun je het standaarddetailniveau opgeven en een detailniveau voor bijvoorbeeld apps, aankruisvakken, koppen en afbeeldingen instellen.
Om VoiceOver-programma te openen, druk je op Command + F5 om VoiceOver in te schakelen en druk je vervolgens op VO + Fn + F8.
Opmerking: VO staat voor de speciale VoiceOver-toets waar je samen met andere toetsen op drukt om VoiceOver-commando's te gebruiken. Standaard kun je tegelijk op de Control- en Option-toetsen drukken, of je drukt gewoon op Caps Lock.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Standaardspraakdetails | Hier stel je het detailniveau in ('Hoog', 'Normaal' of 'Laag') voor onderdelen op het scherm. |
Knop voor aanvullende opties | Hier geef je lijst met regelaars weer waarvoor je afzonderlijke detailniveaus kunt instellen. Om het detailniveau van een regelaar in te stellen, selecteer je de regelaar in de lijst, klik je op het pop‑upmenu 'Detailniveau' en kies je een detailniveau ('Standaard', 'Laag', 'Gemiddeld' of 'Hoog'). Je kunt de informatie die VoiceOver geeft aanpassen of de volgorde van de informatie wijzigen (bijvoorbeeld om de status eerst te laten uitspreken). Kies hiervoor 'Aangepast' uit het pop‑upmenu 'Detailniveau' van een regelaar en volg vervolgens de instructies op het scherm. |
Als je de rotor voor het detailniveau wilt gebruiken om het detailniveau te wijzigen terwijl je werkt, druk je op VO + V.
Deze handleiding in braille downloaden: BRF (Braille Ready Format, Engelstalig)