Typefouten corrigeren in Terminal op de Mac
Als je een fout maakt in een Terminal-commando, kun je de fout corrigeren voordat je het commando uitvoert met de Return-toets of Enter-toets.
Voer in de app Terminal op de Mac een of meer van de volgende stappen uit om de huidige commandoregel te wijzigen:
De cursor één teken verplaatsen: Druk op de toets Pijl-links of Pijl-rechts.
Tekens op de cursorpositie invoegen: Typ de tekens.
Ongewenste tekens wissen: Gebruik de Delete-toets of druk op Control + H en typ vervolgens de nieuwe tekens.
De regel wissen: Druk op Control + U.
Wissen vanaf de cursorpositie tot aan het eind van de regel: Druk op Control + K.
De cursor binnen het huidige commando naar een andere positie verplaatsen: Houd de Option-toets ingedrukt terwijl je met de muis of het trackpad de cursor verplaatst.