Introductie tot APNS in macOS Server
Apple apparaten leren van updates. Wanneer u Profielbeheer configureert en APNS (Apple Push Notification Service) gebruikt, wordt er een eenvoudige verbinding onderhouden met het apparaat.
Om een beveiligde verbinding tot stand te brengen tussen macOS Server en de clients, moet op de server een certificaat voor transportcodering zijn geïnstalleerd dat gereed is voor gebruik. Apple levert een dergelijk certificaat wanneer u in het venster met instellingen voor pushberichtgeving een Apple ID en wachtwoord opgeeft.
APNS:
Biedt pushberichtgeving voor Profielbeheer. macOS Server kan geen pushberichten hosten voor iOS- en iPadOS-apps van derden.
Ondersteunt iOS 4.0 of hoger, iPadOS en OS X versie 10.7 of hoger.
Vereist dat dezelfde versie van het besturingssysteem wordt gebruikt als voor alle voorzieningen die van de pushberichtgeving gebruikmaken. Dit geldt ook als de voorzieningen niet op dezelfde server worden uitgevoerd.
Vereist dat u netwerkverkeer toestaat tussen de apparaten en het netwerk van Apple (vanaf een IP-adres in de vorm van 17.x.x.x) op poort 5223, eventueel met poort 443 als alternatief.
Maakt alleen contact met apparaten met nieuwe gegevens, en alleen wanneer dit nodig is.
Zie Pushberichtenserver en ondersteunde programma's en Door Profielbeheer in macOS Server gebruikte poorten voor informatie over andere programma's en voorzieningen die pushberichtgeving ondersteunen.