Toetscombinaties voor Pages op de iPhone
Als je een extern toetsenbord op je iPhone of iPad hebt aangesloten, kun je veel taken in Pages snel uitvoeren door toetscombinaties te gebruiken. Als je een toetscombinatie wilt gebruiken, druk je alle toetsen van de toetscombinatie tegelijk in.
Je kunt de Command-toets op het externe toetsenbord ingedrukt houden om een lijst met toetscombinaties weer te geven voor het onderdeel dat in het document is geselecteerd, zoals tekst of een tabel.
Algemeen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Een nieuw document aanmaken (de sjabloonkiezer openen) | Command + N |
De documentweergave openen | Command + O |
Kopiëren | Command + C |
Plakken | Command + V |
Plakken en aanpassen aan de stijl van de bestemmingstekst | Option + Shift + Command + V |
Herstellen | Command + Z |
Opnieuw uitvoeren | Shift + Command + Z |
Inzoomen | Shift + Command + punthaak sluiten (>) |
Uitzoomen | Shift + Command + punthaak openen (<) |
De weergave 'Wijzig paginasjabloon' openen of sluiten | Shift + Command + E |
Het aantal woorden weergeven of verbergen | Shift + Command + W |
De liniaal weergeven of verbergen | Command + R |
Een opmerking toevoegen | Shift + Command + K |
Een opmerking bewaren | Command + Return |
Een alinea-einde invoegen | Command + Return of Command + Enter |
Een bladwijzer toevoegen | Option + Command + B |
Eén pagina omhoog scrollen zonder het invoegpunt te verplaatsen | Page Up |
Eén pagina omlaag scrollen zonder het invoegpunt te verplaatsen | Page Down |
Naar een selectie in een document gaan | Command + J |
Het paginanavigatiepaneel weergeven of verbergen | Option + Command + P |
Tekst opmaken
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Tekst groter maken | Command + plusteken (+) |
Tekst kleiner maken | Command + minteken (-) |
De geselecteerde tekst vet maken | Command + B |
De geselecteerde tekst cursief maken | Command + I |
De geselecteerde tekst onderstrepen | Command + U |
De tekst hoger plaatsen (superscript) | Control + Command + plusteken (+) |
De tekst lager plaatsen (subscript) | Control + Command + minteken (-) |
Tekst of een object omzetten in een link | Command + K |
Het inspringniveau van een tekstblok of lijstonderdeel verlagen | Command + vierkant haakje openen ([) |
Het inspringniveau van een tekstblok of lijstonderdeel verhogen | Command + vierkant haakje sluiten (]) |
De alinea- of objectstijl kopiëren | Option + Command + C |
De alinea- of objectstijl plakken | Option + Command + V |
Objecten verplaatsen, groeperen en in een laag plaatsen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
De geselecteerde objecten groeperen | Option + Command + G |
De groepering van de geselecteerde objecten opheffen | Option + Shift + Command + G |
Het geselecteerde object vergrendelen | Command + L |
Het geselecteerde object ontgrendelen | Option + Command + L |
Het geselecteerde object dupliceren | Command + D of Option + slepen Op Option + pijltoets drukken en slepen |
Het geselecteerde object één punt verplaatsen | Op een pijltoets drukken |
Het geselecteerde object tien punten verplaatsen | Shift ingedrukt houden en op een pijltoets drukken |
Het geselecteerde object op de achtergrond plaatsen | Shift + Command + B |
Het geselecteerde object op de voorgrond plaatsen | Shift + Command + F |
Het geselecteerde object een laag naar achteren verplaatsen | Option + Shift + Command + B |
Het geselecteerde object een laag naar voren verplaatsen | Option + Shift + Command + F |
Werken met diagrammen en tabellen
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Een alinea-einde invoegen tijdens het wijzigen van tekst in een cel | Return |
Een tab invoegen in tekst of een formule | Option + Tab |
Absolute en relatieve kenmerken van geselecteerde celverwijzingen opgeven | Command + K of Shift + Command + K om vooruit of achteruit door de opties te navigeren |
De diagramgegevenseditor openen | Shift + Command + D |
Een vergelijking invoegen | Option + Command + E |
Rand bovenaan de tabel toevoegen of verwijderen | Control + Option + Command + pijl-omhoog |
Rand onderaan de tabel toevoegen of verwijderen | Control +Option + Command + pijl-omlaag |
Rechterrand van de tabel toevoegen of verwijderen | Control + Option + Command + pijl-rechts |
Linkerrand van de tabel toevoegen of verwijderen | Control + Option + Command + pijl-links |
Rijen boven de geselecteerde cellen in een tabel toevoegen | Option + pijl-omhoog |
Rijen onder de geselecteerde cellen in een tabel toevoegen | Option + pijl-omlaag |
Kolommen aan de rechterkant van de geselecteerde cellen in een tabel toevoegen | Option + pijl-rechts |
Kolommen aan de linkerkant van de geselecteerde cellen in een tabel toevoegen | Option + pijl-links |
In een tabel de eerste cel met een waarde in de huidige rij selecteren | Option + Command + pijl-links |
In een tabel de laatste cel met een waarde in de huidige rij selecteren | Option + Command + pijl-rechts |
In een tabel de eerste cel met een waarde in de huidige kolom selecteren | Option + Command + pijl-omhoog |
In een tabel de laatste cel met een waarde in de huidige kolom selecteren | Option + Command + pijl-omlaag |
Geselecteerde rijen verwijderen | Option + Command + Delete |
Geselecteerde kolommen verwijderen | Control + Command + Delete |
De tabelnaam selecteren | Shift + Tab |
Het resultaat van een formule in een tabel plakken | Shift + Command + V |
De eerste cel in een geselecteerde tabel selecteren | Return |
In een tabel de huidige selectie uitbreiden met de eerste cel met een waarde in de huidige rij | Option + Shift + Command + pijl-links |
In een tabel de huidige selectie uitbreiden met de laatste cel met een waarde in de huidige rij | Option + Shift + Command + pijl-rechts |
In een tabel de huidige selectie uitbreiden met de eerste cel met een waarde in de huidige kolom | Option + Shift + Command + pijl-omhoog |
In een tabel de huidige selectie uitbreiden met de laatste cel met een waarde in de huidige kolom | Option + Shift + Command + pijl-omlaag |
In een tabel geselecteerde cellen samenvoegen | Control + Command + M |
In een tabel geselecteerde cellen splitsen | Option + Control + Command + M |
Navigeren in de leesweergave
Handeling | Toetscombinatie |
---|---|
Een klein stukje omhoog of omlaag gaan op de pagina | Pijl-omhoog of pijl-omlaag |
Met sprongen door de pagina gaan | Spatie |
Naar de volgende of vorige pagina gaan | Option + pijl-omlaag of Option + pijl-omhoog |
Naar het begin of einde van het document gaan | Command + pijl-omhoog of Command + pijl-omlaag |
Naar de linker- of rechterkant van het werkgebied gaan | Command + pijl-links of Command + pijl-rechts |